Michael Frijda: Ritselingen

Een heerlijk boek..alsof je de Bolero leest. Het verhaal begint rustig, met beeldende zinnen als deze:

"hier gaat de landweg tussen de berkenstammen over in het bospad. Vanaf deze hoek schijnt het pad als een streep hoofdhuid door het groen als de koers van een verdwaalde, om, linksboven in deze plattegrond, waar alleen nog sparren staan, in een kaarsrechte lijn het bos te verlaten."

Ik was meteen verkocht, dit hield een belofte in..en ja, die is helemaal vervuld. Dit soort prachtige zinnen blijven door het hele boek terugkomen, ik zag het allemaal voor me, zo mooi beschreven. Maar ook al in het begin zijn er de eerste "ritselingen"..een meisje op de vlucht in dat bos, en in een andere verhaallijn, twintig jaar eerder, de nutteloze moord op een hert. Het heden is het verhaal van het meisje, dat met terugwerkingen verteld wordt. Het verhaal van het de houthakker en de jongen die een hert wil speelt zich twintig jaar eerder af, en tussendoor is er ook nog het verhaal van de stroper, die de vader is van de houthakker.

Ik wil het verhaal niet vertellen, het is veel prettiger om zelf de
stukjes steeds op hun plaats te zien vallen, met -om op de bolero terug te komen - toenemend geweld. De stijl verandert geleidelijk, van enigszins sprookjesachtig tot schokkend realistisch, en dat past helemaal in het verhaal dat verteld wordt.

Ach, ik zeg niet meer, dit is een boek voor fijnproevers en aan hen moet ik de smaak niet verklappen..

Marjo van T.

 

 

Goh, valt me op dat je een heel andere verslag schrijft dan Dettie enige tijd geleden. Uit jouw beschrijving blijft het beeld hangen van een sprookjesachtig boek, terwijl Dettiie (heb het even nagezocht) het beklemmend vond. Misschien dat bij jou meer de mooie zinnen beklijven, terwijl bij Dettie het verhaal zelf wat afschuw veroorzaakt (ben maar een beetje aan het gissen....)??? Zal het zelf eens gaan lezen.

Het verhaal wordt inderdaad beklemmend maar niet afschuwwekkend. Ik vond juist de poëtische taal té veel aanwezig. Dat leidde mij teveel af van het verhaal. De houthakker legt bijv. op gegeven moment zijn hand op de bast van een boom en dan krijg je een uitvoerige beschrijving over hoe de bast aanvoelt in zéér poëtische taal. Mooi geschreven, dat is waar, maar het haalt je helemaal uit het verhaal. Het begint allemaal erg sprookjesachtig maar langzamerhand kom je erachter wat de personages doormaken en doorgemaakt hebben. Dat is heftig maar niet zo erg als in het boek 'Het meisie dat met lucifers speelde'. Ritselingen was daarvoor toch te afstandelijk geschreven. Je kon je niet echt in de personages inleven. Marjo zegt het al, magisch realistisch.

Ik merkte wel dat het verhaal toch een tijdje bleef hangen in m'n hoofd.
Dettie

Toen Dettie een tijdje terug als eerste het romandebuut van Michael Frijda besprak, had ik het net van hem gekregen. Het is altijd eng om een boek te lezen van iemand die je kent. Maar in dit geval was ik erg blij verrast. Voor Nederlandse romans is dit zo van een andere orde, dat ik alleen daarom al vind dat hij de prijs moet winnen. Maar vooral omdat ik het erg mooi vond. Eigenlijk hou ik niet zo van natuurbeschrijvingen, maar in dit boek werd het zo verteld dat het beschreven bos mijn eigen bos werd. Ik leerde dat bos kennen. Maar met die natuur is veel meer aan de hand. De natuur legt alles vast:

'Alles is ergens vastgelegd,' zei zij. Ze boog voorover, zette haar kelkje en de kruik op de grond en trok het tafellaken van het tafeltje. Het blad was een met olie verfraaide en geconserveerde plak eikenboom. Ze knikte naar het van lijnen en vlekken vergeven oppervlak. 'Daar staat alles. Kijk,' zei ze, en wees naar een van de ringen in het tafelblad. 'Daar ben ik geboren.' Zij verschoof haar vinger iets naar buiten. 'En jij daar.' De houthakker wist heus wel van het bestaan van jaarringen maar hij luisterde toch. 'Je weet dat bomen licht, lucht en water eten. En een mens of dier kan, net zo min als de seizoenen, iets doen zonder minstens een van die dingen in beweging te brengen. En omdat de boom nauwkeurig bijhoudt wanneer hij wat gegeten heeft...' De houthakker wilde haar in de rede vallen maar dat liet zij niet toe. 'Heb jij ooit een boom zien poepen?' vroeg ze. 'Nou dan.

Ook houdt de natuur verhalen vast:

De houthakker stelde zich voor dat dit haar hardop uitgesproken woorden waren. Ooit waren die met het regenwater in de bodem getrokken, daar weer uitgedronken door boomwortels, en nu, in dampvorm door het blad weer losgelaten, daalden zij neer in zijn hoofd. Zo zou het gegaan kunnen zijn.

----------

En daarom dondert het niet of je je verhaal aan een gammel krukje vertelt of aan de lucht, het gaat erom dat ze verteld worden. En dat maakt voor mij het sprookjesachtige uit van deze roman. Natuurlijk is eerst de bodem voor een sprookje stevig gelegd door de woorden de stroper, de houthakker, de oude vrouw. Maar uit de geschiedenis van de personages verdwijnt het sprookjesachtige al snel. Ik kan er eigenlijk verder niet veel over vertellen zonder al te veel te verklappen, maar het lijkt of liefde letterlijk dodelijk is. Dettie had daar moeite mee. Voor mij werd het steeds meer een natuurkracht en daarom niet verdrietig of gruwelijk: Seizoenen wisselen elkaar af, mensen ook. De stroper houdt van dieren, maar doodt ze. De houthakker houdt van het bos, maar kapt bomen om. Er zijn pogingen om het vast te houden in de vorm van opgezette dieren. Die werken niet echt. Het gaat erom dat alles voortgezet wordt en dat alles verteld wordt en dat lijkt op hetzelfde neer te komen, tenminste zolang er levende mensen in de verhalen voorkomen.

En dan zijn er ook nog de geluiden. Het vreemde is dat die geluiden nergens lieflijk of poetisch zijn. Er is sprake van een ondraaglijke stilte, er zijn vele soorten ritselingen, er zijn krakende takjes die klinken als een omdonderende boom. Grappig, ik realiseer me pas nu ik het schrijf dat de dreiging of beklemming eigenlijk vooral in de geluiden bestaat. Knap gedaan!

Ik hoop voor Michael dat hij de librisprijs wint, maar de concurrentie is dit jaar groot. Ik ken maar twee andere boeken van de shortlist (Tommy Wieringa en Jan Siebelink) en die lijken mij alletwee ook goeie kanshebbers.

Paula

Nog meer over dit boek....: 

In Ritselingen wordt veel verteld, al blijft het meeste onuitgesproken. De personages in dit boek hebben een andere, een eigen wijze van communicatie, en Frijda heeft de stijl gevonden om zintuiglijke waarnemingen over te brengen. Waarmee de essentie van deze roman meteen bij het handvat wordt gegrepen, want het is een verhaal dat op zoek is gegaan naar een verteller. Zoals elk verhaal een verteller behoeft, mits je de juiste persoon ervoor weet te vinden. En Frijda dook in dit woud der herinneringen.
Meer bij Nu.nl

Na jarenlang gewerkt te hebben als schipper en een aantal losse verhalen te hebben gepubliceerd, heeft Michael Frijda (44) een roman geschreven. In dit aanvankelijk op een sprookje lijkende debuut vraagt de jongen Kareltje zijn vader, een houthakker, om een hert. De houthakker probeert aan deze vraag te voldoen.
Meer op recensieweb
 

De Debutanten bij de Boekgrrls

schrijver: 

boektitel: 

Ritselingen

isbn: 

9789057591075

genre: