Elke maandag moet ik met de tram naar cursus en elke maandag heeft die tram wel vertraging. Meestal heb ik wel iets te lezen bij me, maar niet die avond. Gelukkig was het studentenblad Ad Valvas achtergelaten. Daarin stond een interview met Fouad Laroui - Marokkaan, opgegroeid en gestudeerd in Parijs. Hij woont nu in Nederland.
"Vreemdeling: aangenaam' is een essay en het eerste dat hij zelf in het Nederlands heeft geschreven. Twee eerdere boeken, in het Frans geschreven, zijn vertaald uitgebracht: 'Judith en Jamal' en 'Kijk uit voor parachutisten'. In 'Vreemdeling: aangenaam' beschrijft hij de verschillende manieren waarop je vreemdeling kunt zijn en dat is soms absurd, soms een beetje treurig en soms vermakelijk. Ik denk dat hij een positie beschrijft die veel tweede generatie 'vreemdelingen' in ons land straks ook zullen krijgen.
Laroui kent de (literatuur) geschiedenis van Frankrijk, citeert vrijelijk uit de Franse literatuur en maakt ons er deelgenoot van. Maar ja, zijn uiterlijk is niet Frans. Hij is bijna Franser dan de Fransen (en toch...). Hij verhaalt over zijn vreemdeling zijn in Taipeh - geen enkele aansluiting. Hij vertelt over zijn vreemdeling zijn in Yorkshire, Engeland. Vermakelijk. Nu is hij vreemdeling in Amsterdam en geniet van de onverschilligheid die in ons land heerst.
Mooie zinnen: " wie grenzen trekt, schept grensgevallen: de absolute vreemdeling en de vreemdeling in eigen land zijn de twee grensgevallen die geen ruimte laten voor geluk. " Laroui vindt in ons land vrijheid geen ijdel woord. Ik had sterk het gevoel dat ik hem niet mag teleurstellen.