In februari 2005 was het precies 60 jaar geleden dat geallieerde
bommenwerpers det Duitse stad Dresden, het 'Florence van het Noorden', met de grond gelijk maakten. Deze traumatische gebeurtenis werd uitgebreid herdacht met documentaires op de Duitse en Britse TV.
Ik las Het Stenen Bruidsbed voor mijn boekenlijst op de middelbare school en was geloof ik nogal onder de indruk. Nu ik het weer heb herlezen ben ik iets kritischer (zo gaat dat met boeken en films die je als tiener zo indrukwekkend vond...), maar ik vond het nog steeds een pakkende schets van het naoorlogse Oost-Duitsland en hoe de oorlog mensen blijft achtervolgen. De hoofdpersoon, Norman Corinth is een Amerikaanse tandarts
die eind jaren 50 voor een internationaal congres naar Dresden komt. Je beseft van het begin al dat hij een geheime agenda heeft, maar hij probeert dat voor zijn omgeving verborgen te houden. Hij houdt vol dat de Britten het bombardement uitvoerden, terwijl de Amerikanen er de volgende ochtend ook nog eens overheen zijn gegaan. En je raadt het al, Corinth was een van die Amerikaanse piloten. Het verhaal in het 'heden' wordt afgewisseld met homerische passages waarin zijn kolkende indrukken van de waanzin van het bombardement worden gegeven. Een Duitse collega op het congres lijkt ook een donker verleden te verbergen, en het verbale steekspel tussen de twee stuurt het boek naar zijn climax. Net als bij Mulisch' latere 'Siegfried' roept het boek een hoop vragen op, en misschien vinden we op een deel daarvan bij de boekgrrls wel antwoorden.
Een van de boekgrrls wist de aanleiding voor het schrijven van Het Stenen Bruidsbed nog op te diepen:
Mulisch reisde tussen 1956 en 1958 door de DDR om zich te documenteren voor de nooit voltooide roman 'Gratie voor de doden', die zou moeten gaan over een Duitse oorlogsmisdadiger. 'Het stenen bruidsbed' werd geschreven in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Kunsten & Wetenschappen.
Mulisch roept altijd gemengde reacties op. Veel grrls hadden het niet zo op de schrijfstijl:
Ik herinnerde mij het als een bijna niet door te komen boek voor mijn leeslijst HBS-A. En toen ik gisteravond in bed lag zag ik mezelf weer als zeventienjarige en kon me goed voorstellen dat ik het toen niet om door te komen vond. Wat een taalgebruik. Het barst van de bijvoeglijke naamwoorden: [...] en van de vreemde zinsconstructies. In het Nederlands is het toch zo dat wij de plaatsbepaling naar het eind van de zin zetten? Ik ben gisteravond een paar keer "gestruikeld" over een zin omdat die plaatsbepaling middenin zat en ik de zin gewoon niet goed las daardoor. En wat een beelden: 'Haar benen neurieden achter een waas blonde haartjes' 'Snikkend loopt het (kind) onder de slagschaduw van het bos langs de gebroken muren en de schietgaten, waardoor de avond blaast en pijpt, het warte water, de sterren op de keien....' Zou "pijpen" in 1956 slecht één betekenis gehad hebben? :-)
Ik had een soort Specht-en-zoon-ervaring: pretentieus vaag en moeilijk gedoe waarbij de lezer op afstand wordt gehouden. Net als bij Willem Jan Otten werd ik niet door de schrijver uitgedaagd om te filosoferen over mogelijke betekenissen of om dingen op te zoeken.
[de vreemde zinsconstructies] Stoorde mij erg. Alsof Mulisch zijn zinnen wil volproppen met poetische en wetenswaardige inhoud, terwijl je er alleen maar over struikelt. Blahblahblah.
Halverwege de maand toch nog begonnen aan het stenen bruidsbed. Moet kunnen, zo dik is ie niet. Maar na 20 bladzijden doorworstelen heb ik het weer neergelegd, eerst eens lezen wat de grrls er tot nu toe over te melden hadden. Ik moet bijna elke zin 2x lezen! Ik snap niet waarom hij de grammatica zo in de war stuurt, het is niet grappig en niet poetisch of mooi klinkend, het ziet er niet uit, het is alleen om je in de war te brengen en je dom te laten voelen.
Anderen waren wat neutraler:
... ik kan me verder niet op concentreren, het wappert allemaal en ik moet mezelf steeds toespreken om door te gaan omdat 'Hey, dit is toch dezelfde schrijver als van De Ontdekking van de Hemel, en dAt vond je zo'n geweldige boek!' Maar tegelijkertijd hoor ik een ander stemmetje in mijn andere oor fluisteren 'Maar hij schreef ook dat stuk totaal Onzin,Twee Vrouwen...'.
Ik krijg mijn vingers niet achter het verhaal en dat stoort me, maar misschien is dat ook wel de bedoeling van dit boek. Ik heb van Mulisch eerder De pupil gelezen, De aanslag en De ontdekking van de hemel. Vond ik alledrie prachtige boeken. Dit, hmm, tja, ik weet het niet. [...] Soms wil ik wel eens iets nazoeken, maar bij Mulisch in dit boek, geoof ik het wel.
Toch te weinig door het verhaal gepakt ?
Mulisch' 'male chauvinism' stoorde sommigen ook:
En ik houd ook nog eens niet van die 'mannenboeken' waarbij de hoofdpersoon alleen maar aan sex kan denken als hij een vrouw ziet. Zal wel preutsheid zijn ;-) maar het irriteert me.
Ik ben geloof ik alles behalve preuts :-), maar het irriteerde me mateloos. Ik moest als maar aan Mulisch zelf denken en het verhaal dat een boekgrrl ooit eens over hem schreef over een fictieve ontmoeting met hem, waarin hij inderdaad niet anders deed dan redeneren met "sex" in zijn hoofd. Als ik me goed herinnerer schreef hij in dat verhaal zelfs aan haar (fictief dus) wat voor soort ondergoed ze aan moest hebben voor de ontmoeting met hem....
Het irriteert mij ook, maar helemaal eenzijdig is het ook weer niet. In het voorlaatste hoofstuk laat Mulisch toch via de gedachtenstroom van Hella zien welke schade die asociale houding heeft aangericht.
Ondanks dit alles werden er toch de nodige grrls door het boek gegrepen:
Begrijp me goed: ben geen Mulischfan, maar het Stenen Bruidsbed is het waard om uit te lezen. Het boek zit fantastisch in elkaar en als je De Aanslag ernaast leest zijn er mooie parallellen te trekken. Bijvoorbeeld het gegeven dat Mulisch de geschiedenis van het individu plaatst in de wereldgeschiedenis. Ben in de lunchpauze snel naar huis gegaan, laatste 20 blz. gelezen. En zoals ik al gevreesd had: geen antwoord op m'n vragen, verwarring alom. Heeft hij het toch voor elkaar, die Mulisch, om me een dag verdwaasd door de wereld te laten wandelen... Voor mij toch een criterium voor een goed boek, dat je er nog enige tijd van onder de indruk bent en de wereld wat anders ziet.
Zoals ik verwachtte werd er door een aantal grrls geklaagd over Mulisch' gekunstelde/omslachtige taalgebruik. Dat vond in in het Bruidsbed af en toe ook storend, maar werd weer goedgemaakt door (voor mij) ijzersterke passages waarin de innerlijke gedachtenstromen van Corinth voorbijvliegen, en in de homerische passages over het bombardement. Die laatste zijn bewust omslachtig en ronkend, maar niet op een gekunstelde manier maar eentje die me net zo meesleept als een goede vertaling van de Ilias.
Ik heb het boek nu uit. En ben enigszins verbijsterd over het 'helingsproces' van Corinth, want zo moet je dat toch zien, zijn tocht naar Dresden. Ik vraag me af of hij door zijn daden tijdens het bombardement zo afgestompt is dat hij niet meer tot enige relatie in staat is. Zijn vrouw is één groot negatief verhaal, en de dames in Dresden kan hij ook alleen maar "gebruiken". Achterop staat dat het pogingen zijn tot "de draad te vinden", maar naar mijn gevoel is het meer de continuering van het niet begrijpen wat de gevolgen zijn van je daden en gewoon verder
gaan met menselijke wrakken achter je te laten.
Als Corinth Dresden arriveert is hij duidelijk zoekende, ook al weet hij het zelf niet altijd. Aan de oppervlakte (voor de andere karakters) lijkt hij vaak onbewogen, maar van binnen is hij het niet altijd. Naarmate het boek vordert kruipt er vaker twijfel in zijn gedachten, en beleeft hij twee keer iets dat lijkt op een paniekaanval. Ik kreeg daardoor het idee dat het verleden toch meer met Corinth heeft gedaan dan hij beseft of toe wil geven. Dat culmineert in een woedeaanval en daarna totale ontreddering als hij besluit dat de enige persoon met wie hij zijn schuld zou kunnen delen of relativeren, helemaal niet schuldig lijkt te zijn (en misschien zelfs niet de enige persoon: Ludwig beweert in het begin dat hij aan het eind van de oorlog als kindsoldaatje Hitler in Berlijn heeft ontmoet, maar later blijkt dat hij toen in Konigsberg zat).
Ik heb een ietsje andere draai gegeven aan mijn interpretatie van het bruidsbed. Corinth is een tragische held: Mulisch laat met dit boek zien dat 'de geschiedenis' niet bestaat, maar dat die opgebouwd is uit persoonlijke geschiedenissen. Corinth worstelt met zijn oorlogsverleden en is na zijn misdaad kapot, heeft geen gevoel meer. Was als piloot een held, een machtswellusteling (de vergelijking van zijn bombardementen met
klaarkomen). En na de oorlog wordt zijn heldendaad een oorlogsmisdaad. Hij is niet in staat tot iets opbouwen met iemand, hij vernietigt alleen maar. En aan de andere kan Schneiderhahn die meer een mens lijkt. Ik kan me nog herinneren dat het boek mij voor het eerst echt aan het denken zetten over goed en fout en waarheid en leugen. [...] het beeld van Duitsers voor je iets van ze weet (zeker in de tijd waarin het Bruidsbed verscheen) is bijna altijd negatiever dan dat van niet-Duitsers (in Tweede Wereldoorlogperspectief, dan...). En daar maakt Mulisch gebruik van...
Ja, dat de geschiedenis voor iedereen anders is had ik er ook uit gehaald, maar is dat wat het boek ons 'wil vertellen'? Nu is dat natuurlijk niet zo'n eyeopner meer. Ik vind het moeilijk om het boek te beschouwen in de context van zijn tijd want toen was ik er nog (lang) niet ;-)
Ik was er ook nog lang niet hoor ;-) Maar in de tijd waarin het boek geschreven is stonden 'goed' en 'fout' veel meer vast dan nu, dat is een ding wat zeker is. Dus genuanceerd denken over wat 'de waarheid' en 'de geschiedenis' is, ook.
In mijn beleving is hij eigenlijk niet veranderd: waarom denk je dat hij ongevoelig is geworden door het worstelen met de omslag van held naar misdadiger? Was hij niet al ongevoelig _in_ de oorlog, toen hij zijn misdaad beging? Is de manier waarop hij _nu_ met mensen omgaat echt alleen het produkt van de oorlogspropaganda waarin de vijand 'onmenselijk' werd gemaakt? Of zat dat toch al voor een deel in hem?
Ik denk dat hij inderdaad al zo in elkaar zat, maar het laat zeker sporen na in een karakter dat je een stad bombardeert met de illusie de held te zijn om er later achter te komen dat dat wat anders ligt...
Een probleem voor sommigen was wel dat Mulisch net als in latere boeken graag strooit met zijn geleerdheid:
Daar staat Mulisch bekend om, al doet hij zelf graag alsof alle beelden spontaan uit zijn brein rijzen; het zijn door de bank genomen zorgvuldig geconstrueerde boeken die hij schrijft.
Toch stimuleerde dat bepaalde grrls ook wel om na te denken en op het internet naar de achtergronden te zoeken:
'Haar gezicht was sterk, het leek vijfendertig jaar maar was
vermoedelijk jonger, een lichaam rijp en lieflijk, een roos van Saron' Ik vermoedde al dat dat laatste uit de bijbel kwam en heb het even opgezocht:
'Ik ben een roos van Saron, een lelie der dalen' (Hooglied 2:1). Ze is een roos van Saron, en in het dal waar ze voor staat ligt Dresden, geen lelie der dalen meer.....
En hij strooit ook al lekker met zijn kennis:
'De apex in Herkules...' Opgezocht: Het punt waarnaar de zon beweegt wordt apex genoemd en hier dus in het sterrenbeeld Herkules, wat je tegenwoordig met een "C" schrijft. 'De reiniging van de Augiasstal.' Ik had enig idee, maar was vergeten dat Hercules er ook iets mee te doen had.
Ik viel in slaap twee bladzijden na: 'Op het ogenblik is de tijd mischien rijp voor een boek, waarin bewezen wordt, dat Adolf Hitler nooit bestaan heeft: dat dat bijvoorbeeld een stunt van de joden is - om de duitsers zwart te maken!' Heb nog even liggen denken dat er momenteel groepen zijn die die gedachte aanhangen. Of er een boek over verschenen is weet ik niet.
En een ander vulde aan:
Eindelijk heb ik ook eens een keer het maandboek gelezen en dat viel me niets tegen; tenminste niet vanaf het moment dat ik bij de 1e Zang begreep dat Mulisch de verwoesting van Dresden gebruikt om zelf een griekse tragedie te schrijven inclusief tussengezangen. De oorlog om Troje is de oorlog om de schone Helena (Hella). Voorin het boek staat dat stukje uit de Homerus. Hella - Dresden. Troje - Helena. Corinth verwoest beide: de stad en de vrouw. Na een nacht heeft hij het gehad en is het bruidsbed een stenen bruidsbed, niets dus. De rol van Schneiderhahn heb ik niet helemaal begrepen maar ik las ergens dat als blijkt dat Schneiderhahn niet fout is geweest in de oorlog, maar een belangrijke spionagefunktie had in Rusland dat Corinth zich realiseert dat hij alleen slecht was en daarom slaat hij hem uit frustratie in elkaar; rijdt de auto in de prak en steekt hem in brand. Ik heb geen zin in om het nog een keer te lezen, maar ik denk dat ik het dan met andere ogen zou lezen: speurend naar griekse tragediesporen.
Let ook op de vorm van het boek: vijf bedrijven, afgewisseld door reizangen (de fantasieen van Corinth tijdens het bombardement): een klassiek drama. En de naam Hella natuurlijk...
Een andere grrl vroeg zich af:
waarom de stenen bank in het bos een bruidsbed is en waarom het boek zo heet, ook al is deze Corinths zitplaats op een belangrijk moment in het boek.
Dat zou kunnen, maar een andere mogelijkheid die bij het herlezen in me opkwam is dat de zielloze ruines van Dresden het Stenen Bruidsbed zijn. De vooroorlogse stad in al haar glorie wordt ergens als een gesluierde bruid beschreven, en na de oorlog ziet Corinth de nevelslierten over de stad ook als sluiers.
>Corinth verwoest beide: de stad en de vrouw. Na een nacht heeft hij het gehad en is het bruidsbed een stenen bruidsbed, niets dus.<
Zoiets dus.
Tenslotte wees een attente grrl er nog op dat er recent een herdruk is verschenen:
Het stenen bruidsbed van Harry Mulisch, een van de belangrijkste oorlogsromans uit de Nederlandse literatuur, is voor de veertigste keer herdrukt. Dat heeft De Bezige Bij laten weten.
De roman gaat over Norman Corinth, een Amerikaan die terugkeert naar het kapot gebombardeerde historische centrum van de stad Dresden. Het stenen bruidsbed (1959) betekende voor Mulisch de doorbraak naar het grote publiek. Het commerciële succes van het boek was niet louter te danken aan de inhoud, aldus De Bezige Bij, maar ook aan de vernieuwende vormgeving. De roman was destijds de eerste Literaire Reuzenpocket van De Bezige Bij, die is ontworpen aan de hand van aanwijzingen van Mulisch zelf. De schrijver bepaalde zelf het formaat (12,5 x 20 cm.), dat later het standaardformaat zou worden voor veel boeken.
Ook het omslag zette Mulisch naar zijn hand: hij stelde voor om een foto van de verwoeste Frauenkirche in Dresden in negatief af te drukken om zo het door hem gewenste apocalyptische effect te bereiken. Dat omslagbeeld siert nu, meer dan vijfenveertig jaar na dato, opnieuw de veertigste druk.
(Bron: ANP)
Rianne