Achter mijn schildersezel ligt een berg ongelezen boeken verstopt, een
verzameling van jaren, en ik vermoed dat er inmiddels ook aardig wat
tussen zit waar mijn interesse niet meer naar uitgaat. Maar eens blind
een titel uit deze berg getrokken en dan de keuze maken weg of nu
lezen, vooral niet terugleggen. Het werd lezen:
Emma Donoghue 'Een kus voor de heks' een bundel met dertien sprookjes.
De personages zijn herkenbaar als de sprookjesfiguren waar we mee
opgegroeid zijn door hun attributen, handelingen of relaties, en ook
bij Donoghue hebben de verhalen een (verborgen) boodschap, toch lezen
zij heel anders dan de klassieke versies.
Opvallend is dat alle vrouwelijk hoofdrolspeelsters veel meer diepgang
en eigen karakter en eigen wil hebben dan we gewend zijn.
Lastig er iet over te zeggen zonder meteen iets te verklappen, dus
roep ik onze 'verklapper maar weer eens in het leven.
v
e
r
k
l
a
p
p
e
r
In 'Het sprookje van de schoen' wordt de band tussen een meisje en
haar petemoei neergezet. Het is heerlijk om te lezen dat het meisje na
het verlies van haar eerste muiltje haar tweede muiltje weggooit zodat
de prins haar niet kan vinden. Dit heeft weer van alles met de relatie
tot de petemoei te maken.
En hoe het zo ver is gekomen tussen het meisje met haar zo zwart als
ebbenhout, lippen zo rood als bloed,een huid zo wit als sneeuw en haar
stiefmoeder wordt uitgewerkt in 'Het sprookje van de appel'. De koning
blijkt behoorlijk debet aan. Maar uiteindelijk zal het meisje door de
zure appel heen bijten...
En wat te denken van de prinses in 'Het sprookje van de spindel':
"Toen ik zou oud was als jij nu bent, had ik nog nooit een vinger
uitgestoken. Iets maken of verstellen, daar zou ik niets van
terechtbrengen. Elke vorm van inspanning was me vreemd; ik was een
onbeschreven blad.
Tijdens mijn jeugd in het landhuis van mijn ouders deed ik een
bepaald spelletje omdat ik niet beter wist. Tien minuten voor
etenstijd liep ik de keuken binnen en stak mijn handje op. Stilstaan!
riep ik zo hard ik kon. En dat den ze altijd. Wat werd de spitdraaier
een mooie gargouille, hoe zorgvuldig liet de kok de lepel tussen de
pot en zijn mond zweven, en wat hield de keukenmeid de soepterrine
gehoorzaam vast tot haar gezicht vuurrood werd. Pas als ik met mijn
vingers knipte mochten de bedienden hun dagelijkse bezigheden
hervatten, als brommende reuzen die uit een eeuwenlange slaap zijn
gewekt. Ik kende een heleboel spelletjes, maar dat was het leukste."
Je zou het haar toch gunnen dat ze zich prikt aan het spinnenwiel. Het
zou haar een les kunnen leren, maar een andere als wij kennen uit
Doornroosje.
Je zou de sprookjes kunnen labelen als feministisch, lesbisch of
modern maar ik heb het gevoel dat je ze daarmee tekort doet, alsof je
hun gelaagdheid daarmee afneemt.
Ik vond het een genoegen om weer eens een paar avonden voor het slapen
gaan een sprookje te lezen, en dit boek krijgt gewoon een definitief
plaatsje in de boekenkast, naast Grimm, Perrault en Andersen.
Katja