Een mysterieuze Mayatekst verbergt een geheim, terwijl een slaapziekte zich tot een dodelijke epidemie ontwikkelt.
Wanneer antropologe Chel Manu een oude Mayacodex in handen krijgt waarvan het bestaan onbekend was, kan zij haar geluk niet op. Maar korte tijd later streft de man van wie zij de tekst kreeg een gruwelijke dood.
Niet ver daarvandaan krijgt viroloog Gabriel Stanton een patient te
zien met verschijnselen van fatale familiale insomnie. Deze zeldzame slaapziekte is genetisch bepaald, maar vreemd genoeg lijkt deze man de ziekte plotseling te hebben opgedaan. De ziekte ontwikkelt zich ook veel sneller dan zou moeten en binnen enkele dagen sterft de man. Wanneer kort achter elkaar meerdere patiënten met dezelfde verschijnselen worden opgenomen, blijkt dat het om een dodelijk virus gaat. Een virus waartegen geen genezing mogelijk is.
Tot zover even de achterflap.
Literair thriller prijkt er onder de titel op de omslag. Mijns inziens
was er weinig literair aan, en "thrillen" deed het ook al niet.
Misschien ben ik als Stephen King fan verpest. Die man schrijft
thrillers waar je haren van overeind gaan staan. Ik ben na hem weining auteurs tegen gekomen die dat voor elkaar krijgen. Ook Dustin Thomason faalt enorm op dat gebied. Ik begrijp ook niet zo goed wat er nou eng, spannend, of griezelig aan dit boek zou moeten zijn. Het feit dat er een dodelijke ziekte uitbreekt waardoor heel veel mensen sterven? Dat deed Stephen King veel beter in The Stand (De beproeving) De vertaling van de onbekende Maya-codex waarvoor veel gereisd en diep de jungle in getrokken moest worden? Dat gegeven deed me heel sterk denken aan Dan Browns Da vinci code. Dat boek was stukken leuker dan dit. De hele opzet van het boek en de omslag deed me zowiezo sterk aan de boeken van Dan Brown denken.
Was er dan niets goed aan dit boek? Ach ja. Het leest lekker weg, er staan geen schokkende fouten in en het was best onderhoudend. Als het echt slecht was, had ik het niet uitgelezen.
Marion