Marijn, een studente aan de kunstacademie is op zoek naar een huis in Amsterdam. Ze wil niet zomaar een huis, ze wil er het liefst één met een granieten aanrechtblad en een hoog plafond, een ouderwets stevig huis dus. Aan het begin van de roman staan de weinig bezittingen die ze heeft al klaar in verhuisdozen, maar niet om naar de woning van haar dromen te verkassen. Nee, eerst gaat ze van een klein kamertje wat ze vergelijkt met het Achterhuis naar een kraakpand dichtbij het centrum. Deze woning grenst aan de achtertuin van Huib, een kunstenaar en tevens een oude liefde van Marijn, waarop ze nog steeds een beetje verkikkerd denkt te zijn. Ze fiets en loopt wat af in de stad waar het net zo'n chaos is als in haar leven. De chaos in de stad komt vooral door de aanleg van de metro en de stijgende zeespiegel.
Waar ze ogenschijnlijk plezier aan beleeft is haar werk als vrijwilligster bij een verzorgingshuis. Het is haar taak om met de rolstoelgebonden bejaarden door de buurt te wandelen. Tijdens deze tochten zakt de grond door de aanleg van de tunnels soms letterlijk onder hun voeten in. Het levert een paar grappige momenten op, ze komt er zelfs mee op TV en ze loopt David, een redder uit haar kindertijd opnieuw tegen het lijf. Door het aanhoudende slechte weer worden straten afgezet en raakt het verkeer steeds meer ontregelt. Grote groepen van de Amsterdamse bevolking, waaronder de bejaarden, worden zelf naar opvangplekken buiten de stad geëvacueerd. Ook de prijsuitreiking door prinses Máxima voor het vrijwilligersproject waaraan Marijn meewerkt dreigt daardoor letterlijk en figuurlijk in het water te vallen.
Cathelijn Schilder schrijft wat je noemt associatief, dat maakt dat het verhaal vele kanten opschiet. In het begin kreeg ik niet goed hoogte van Marijn. Ze heeft bijvoorbeeld een slecht contact met haar moeder en al jaren geen contact met haar vader. Het waarom wordt maar heel langzaamaan iets duidelijker, maar veel ook wordt overgelaten aan wat de lezer er zelf bij bedenkt. De ondertoon die Schilder gebruikt is licht ironisch, daar moet je van houden en is beslist niet één van mijn favoriete klankkleuren. Vaak vind ik het te gemaakt grappig overkomen, maar in Eerst een huis zitten zeker een paar mooie hilarische scenes. Hoewel er in het boek weinig spanning zit is er aan het eind toch een onverwachte actie. En het beviel me ook wel dat zowel de redder, de kunstenaar als de vader elkaar bij de prijsuitreiking treffen. Dat had Schilder mooi in elkaar gezet. Maar door de toon, afwezigheid van structuur en het gebrek aan spanning viel het over het geheel genomen toch wat tegen.
Janneke