Edith de Gilde


hoe...

hoe het was begonnen wisten we niet
de woensdagen bleven maar komen
vaker en vaker en niemand begreep het
al deed de minister alsof maar ook hij
wist niet waar de knop zat

en de woensdagen raakten losser en losser
dinsdagen hadden er niets mee van doen en
donderdag wist zich geen raad
treinen bevroren vliegtuigen ontspoorden
er kwamen nog wolkjes uit monden
maar geen enkel goed woord

kinderen kenden de waarheid als altijd
maar ook zij willen warmte en warmte was weg
en plotseling bleven de woensdagen weg
en toen pas, toen pas

© Edith de Gilde (1945)
http://edithdegilde.web-log.nl/edithdegilde/

Het kan geen toeval zijn dat het juist de woensdagen waren die maar bleven
komen ;-)
De minister had op dit verschijnsel zijn greep verloren, het leek waarachtig
wel een woensdag-crisis.
En toen gebeurde plotseling het omgekeerde: de woensdagen bleven weg.
En toen pas, tja, wat toen pas?

Dit vind ik een geweldig aardig gedicht. Het lijkt licht, het is bij eerste
lezing schijnbaar toegankelijk, maar hoe vaker ik het overlees hoe
raadselachtiger het wordt. Ben er dus niet achter waarom het zo koud werd
toen de woensdagen maar bléven komen. Misschien onze levensgrote
afhankelijkheid van de ordening in de tijd? Van die onzekerheid werden de
kinderen de dupe, ze werden afgesnauwd. Nergens viel meer op te rekenen.
Terwijl het geen winter was werd het toch koud. Uit de monden kwamen alleen
maar wolkjes. Treinen bevroren, vliegtuigen ontspoorden, die waren dus zelfs
dubbel van slag..

Toen de woensdagen verdwenen, toen pas..
Verdwenen ze toen helemaal, of verdween het teveel aan woensdagen?
En ja? Wat toen pas?
Kwam de warmte terug?
Beseften de mensen toen wat vastigheid voor hen betekende?

''Kinderen kenden de waarheid als altijd'' , hè, geen kind meer.
Of is er dus hier geen 'waarheid'? Kinderen laten de fantasie nog zijn gang
gaan. Mogen we die woensdagen dus laten vliegen. Die ontsporende vliegtuigen
zouden ook al een hint kunnen zijn dat je niet op zoek hoeft te gaan naar
logica.

Even 'Apeldoorn' bellen, dat lijkt me niet de bedoeling. Gelukkig kan dat
ook even niet want Edith is niet thuis.
Jullie ideeën graag!

Wie is Edith de Gilde? Op haar weblog valt te lezen waar ze haar versvoeten
zoal gezet heeft
http://edithdegilde.web-log.nl/

In haar verzen is ze te vinden, hoewel...

Zelfportret

denk niet dat je mij hier ziet
al schilder ik altijd mezelf
wie kruipt in mijn afwezige armen
zijn hoofd legt op mijn stugge schouder
ik ben het, ben het altijd zelf
mijn verloren vriend, mijn trieste minnaar
de bange vader, het geslagen kind
wie ik schilder ben ik altijd zelf
maar denk niet dat je mij hier ziet
al ben ik hier volledig en voorgoed

Mooi hè.

Jop


wat een leuke originele keus om een gedicht van Edith te nemen voor vandaag!
Wel gedurfd hoor, als je weet dat de dichteres (misschien later, maar
toch...) meeleest ;-)
Het zelfportret vind ik prachtig, raakt, is herkenbaar (nou ja, ik herken
natuurlijk niet Edith, maar iets van mezelf...).
Het gedicht 'Hoe...' vind ik raadselachtig, inderdaad luchtig maar wel met
mogelijke diepte eronder. Ik moet op de een of andere manier aan boeken van
Saramago denken, die vaak een dergelijke absurde verandering als
uitgangspunt hebben: iedereen op één na wordt blind, iedereen stemt blanco
bij verkiezingen, niemand gaat meer dood etc.
Plotseling een overvloed aan losse woensdagen die de structuur uit onze week
halen en daarmee uit ons leven, uit de samenleving, uit de tijdsorde van het
universum? Bij Saramago hebben dergelijke absurde veranderingen m.i. altijd
een symboolfunctie, en hij bedrijft er maatschappijkritiek mee... dat zou in
dit gedicht ook zo kunnen zijn maar waar staan woensdagen dan voor?
Woensdagmiddag vrij, dat herinner ik me van vroeger op school, een dag die
een andere indeling had dan de andere dagen van de week, een breekpunt. Maar
het lijkt me sterk dat dat hier bedoeld wordt.
Hoe dan ook een fascinerend gedicht. Het toen pas toen pas aan het eind
suggereert voor mij iets van inzicht: toen pas... beseften ze iets, zagen ze
samenhang of zo. Maar wat dan? Geen idee. Misschien andere grrls met heel
andere interpretaties?
En uiteindelijk (of toch liever niet ;-)) het verlossende woord van Edith?


ik lees graag de gedichten van edith. en 'hoe ...' vind ik erg mooi.

dank ook voor de link naar haar log
http://edithdegilde.web-log.nl/, waar ik o.a. dit kostelijke museum
vond:
http://www.museumvooroverbodigbeleid.nl/index.php


Mooie keus, Jop!
Net als beide voorgangsters vind ik dit een bijzonder en intrigerend
gedicht. Ik zocht het eerst in moeilijke politieke of/en buitenaardse
toestanden, (plotseling blind worden van bijna iedereen staat ook al in De
triffids komen, The Day of the Triffids, van John Wyndham, uit 1951). Wat ik
er wel in zie?
Geen fantasie in 'treinen bevroren'- bij het geringste vorstje vriezen
wissels vast
en in 'vliegtuigen ontspoorden'- die volgen ook vaste wegen/sporen en kunnen
uit de koers raken, ijsafzetting,
'wolkjes uit monden' kan met kou te maken hebben, met er zit nog leven in,
maar ook met stripballonnetjes
'maar geen enkel goed woord', kan ook zijn geen enkel verstandig woord, niet
het goede woord.

Kan het over een scheiding gaan met een bezoekregeling voor de
woensdagmiddag, waarbij in de loop der tijd van alles mis gaat, zodat er een
ijskoude atmosfeer ontstaat. De minister, de man of de vrouw, heeft er geen
grip op, de woensdagen lijken steeds sneller op elkaar te volgen, bij een
verschrikking heb je dat gevoel en de dag na zo'n woensdag is iedereen van
streek.

Toen bleven de woensdagen weg, de oorzaak van de ijskoude sfeer komt niet
meer, de kinderen hebben misschien aangegeven dat ze het zo niet meer
willen. En toen pas, toen pas werd iedereen gelukkig.

Zoiets?


wat heeft Edith een raadselachtig gedicht gemaakt.
De woensdagen kwamen vaker en vaker. Dat kan sleur weergeven.
Daardoor worden ze minder geleefd. Is dat hete losser en losser?
Minder betrokkenheid?
Het werd koud. Onverschilligheid, geen warmte meer tussen de mensen.

De minister deed alsof. Dat gebeurt vaker :-)

En toen pas ... Misschien realiseerde men zich die onverschilligheid
toen pas?

Het zelfportret is een heel ander gedicht, minder raadselachtig maar
vooral emotie, gevoel. Mooi.


De tekst spreekt over woensdagen die in het niets opgaan. 'Mijn'
woensdagen waren altijd met kinderen verbonden in de tijd wanneer ze
vrij waren van school dus associeer ik erop verder en zie 'ze' de
woensdagen, in de ordening van tijd, de dagen van de week, verdwijnen
er uit elkaar vallen om de vraag op roepen hoe het toch allemaal zo
ver is gekomen. Ik blijf ook achter met vragen zoals waar komt die
minister vandaan ? Je zou haar in het ministerie van onderwijs tegen
kunnen komen omdat er sprake is van bevriezing, kinderen die niet van
koude houden ed. De tekst brengt me in de richting van koud en
afstandelijk onderwijs voor onze jeugd


> De tekst spreekt over woensdagen die in het niets opgaan. 'Mijn'
> woensdagen waren altijd met kinderen verbonden in de tijd wanneer
> ze vrij waren van school

mijn eerste reactie was ook de vrije woensdagmiddag van de kinderen
en woensdag het midden van de week
liedje van vroeger:

donderdag o donderdag
de schoonste dag der dagen
des morgens nog een halve week
des avonds slechts twee dagen

dat ik altijd interpreteerde als een lofzang van iemand die een
grondige hekel aan zijn (mmm/v) werk heeft
met alleen de zondag vrij
werkweken van vrouwen met kinderen zagen er toen anders uit
niks vrije zondag

met de komst van de vrije zaterdag is dat idee misschien wel naar
voren geschoven, de woensdag als spil van de week.
als die in het niets opgaat dan geldt dat misschien wel voor de hele
week, alle weken, het 'waar blijft de tijd' idee.

> dus associeer ik erop verder en zie 'ze' de woensdagen, in de
> ordening van tijd, de dagen van de week, verdwijnen er uit elkaar
> vallen om de vraag op roepen hoe het toch allemaal zo ver is gekomen.


daarin kan ik goed meegaan, al is mijn eerste associatie 'waar' van
'waar is de tijd gebleven' niet zozeer van 'hoe'

> Ik blijf ook achter met vragen zoals waar komt die minister
> vandaan ? Je zou haar in het ministerie van onderwijs tegen kunnen
> komen omdat er sprake is van bevriezing, kinderen die niet van
> koude houden ed. De tekst brengt me in de richting van koud en
> afstandelijk onderwijs voor onze jeugd.


of misschien een variatie op het lege nest gevoel, de kinderen die de
koude buitenwereld in moeten?
maar de sprong van woensdagmiddag naar de kinderen naar de school
lijkt me goed mogelijk
ik neig toch eerder naar het snellere verglijden van de tijd met het
klimmen der jaren?

> al deed de minister alsof maar ook hij
> wist niet waar de knop zat

de minister van Tijd, die ook de knop niet weet waarmee je die stil
kan zetten?
en weemoed, heimwee naar een warm vroeger?
(dat in mijn beleving niet echt warm was, geef mij maar de
middelbare / oude dag.
wel graag gezond genoeg. ;-)



Wat een puzzel, dit gedicht. Leuk om mee te denken en de eigen gedachten te
toetsen aan die van anderen.
Mijn gedachten gaan uit naar een toestand in de maatschappij, niet naar een
persoonlijk gebeuren: de minister bemoeit zich ermee en de treinen en
vliegtuigen spelen een rol, dat is van een andere orde dan een familie-drama
zoals een scheiding.
Voor mij is het ook iets technisch, iets met logica, want er schijnt een
knop te zijn, ook al kan de minister hem niet vinden. De chaos-theorie van
Jop sluit daar bij aan: het ontbreken van de ordening en de behoefte
daaraan.
De wolkjes die nog uit de monden komen zijn van de volwassenen die er nog
iets van proberen te maken, maar er komt niets zinnigs meer uit. De kinderen
daarentegen kennen de waarheid, zoals altijd. Zij kunnen met hun fantasie er
van alles van maken, maar omdat de volwassenen er zo'n puinhoop van hebben
gemaakt is het koud geworden en krijgen zij geen ruimte meer om hun verhaal
te vertellen: de warmte, de veiligheid, die daarvoor nodig is, is weg.

>En toen pas, toen pas werd iedereen gelukkig.
> Zoiets?


Ik vind het knap dat jij tot een positief slot komt. Bij mij blijft
het vaag met een negatieve lading: En toen pas, toen pas werd duidelijk wat
de oorzaak was en wat de gevolgen. En die waren niet fijn.

Maar hoe...

Ik weet het niet.


Wat een mooie gedichten. Ik was blij met Jops associatieve
toelichting, want zonder dat zou ik gebleven zijn in gevoelens van
raadselachtigheid, dreiging en iets onzegbaar groots wat aan het
gebeuren is. Niet dat deze gevoelens nu verdwenen zijn, maar het
gevoel dat ik er mogelijk zelf nog iets aan kan doen kwam erbij.

Het tweede gedicht had ik al eens gelezen van Edith en van deze twee
is het mijn favoriet. Er zit iets weemoedigs in dat ik ergens van
binnen 'herken'. Als hij schildert legt de schilder iets van zichzelf
in zijn model, maar hij wordt daarmee zelf nog niet gezien. Zelfs als
hij zichzelf schildert en herkend/gezien wordt, ziet men niet het
wezenlijke van hem. Het is onmogelijk iemand te zien zoals hij
werkelijk is. Er zit altijd een laag tussen. Zo komt dit gedicht
tenminste bij mij binnen.

Gedichten om te bewaren, Jop!


Hoe van Edith de Gilde:
Dit is het scheppingsverhaal van de woensdaggedichtendag !!
Sinds ik Maaike Meijer's Lust tot Lezen las begrijp ik vrijwel ieder
gedicht.
En als ik het verkeerd begrijp? Nou dat weet dan toch niemand? Misschien
vind ik dan zelfs die verkeerde interpretatie wel mooier en welke dichter
zal me dat kwalijk nemen?


 

In een van mijn eerste lessen over poëzieanalyse staat dat de
tekstsituatie communiceert met de lezer ervan. De open plekken die je
in mag vullen gaan een eigen leven leiden door de wisselwerking van
tekst en lezer. Dat vond ik heel prettig te horen Als ik voor een
schilderij sta heb ik die ervaring ook. Uiteindelijk staat elk teken
( symbool ) voor iets en hebben we ze allemaal een betekenis gegeven
of krijgen ze die nog, kijk maar naar het nieuw gekozen
woord swaffelen! Er is geen lezer, ook niet onder de deskundige
poëzie-critici die een gedicht eenduidig 'vertalen'. Dat zegt toch ook
wel hoe boeiend en onderhoudend het is om met taal te kunnen
communiceren op papier en in ons geval virtueel.
Ik heb Maaike Meijer altijd naast me liggen om er geregeld een
hoofdstuk in op te slaan. Er zijn goede boekjes over benaderingen voor
het lezen vanuit verschillende theorieën. Met de Lesbo-benadering van
lezen heeft Maaike Meijer een wereld van verschil doen opengaan voor
me. Zelf heb ik de gewoonte de begrippen die ik tegenkom te laten
leunen tegen mijn eigen ervaringen in soortgelijke situaties als die
van het gedicht of als het me echt raakt zoek ik de betekenis van de
begrippen ( symboliek ed. ) op waarmee ik dan ga associëren. Ik heb
bij het LOI een cursus gedichten gedaan en doe nu de cursus
letterkunde die onder cultuurwetenschappen valt bij de OU. Een
aanrader.


> En uiteindelijk (of toch liever niet ;-)) het verlossende woord van Edith?
>

Vast niet :-)

> Het zelfportret vind ik prachtig, raakt, is herkenbaar (nou ja, ik herken
> natuurlijk niet Edith, maar iets van mezelf...)

Dat vond ik leuk om te lezen, want het is niet
bedoeld als portret van mezelf, maar geschreven bij een onvoltooid
zelfportret van de schilder Francis Bacon, van wiens werk in 2001 in het
Haags Gemeentemuseum een prachtige overzichtstentoonstelling te zien is
geweest
(zie http://kurl.nl?49A7 en http://kurl.nl?49A8).
Ik heb er gegevens uit zijn leven bij gebruikt. Als jij iets van jezelf
herkent, ben ik daar blij mee, want ik wil natuurlijk graag dat het iets
meer is dan een praatje bij een plaatje :-)

> Bij Saramago hebben dergelijke absurde veranderingen m.i. altijd een
> symboolfunctie, en hij bedrijft er maatschappijkritiek mee... dat zou in
> dit gedicht ook zo kunnen zijn maar waar staan woensdagen dan voor?

Moeten ze ergens anders voor staan dan voor zichzelf, als onderdeel van een
door mensen bedachte orde die als alles goed gaat onveranderlijk lijkt, maar
het natuurlijk nooit is?

> Sinds ik Maaike Meijer's Lust tot Lezen las begrijp ik vrijwel ieder
> gedicht

LOL. Ik moet dat boek toch ook eens lezen :-) Ik zag en hoorde Maaike Meijer
op de 'Drie Grote Dode Dichteressen Dag', het symposium van de Jan
Campertstichting in november (was je daar ook?) waar ze verdedigde dat
Vasalis een mystieke dichteres is geweest. Een betoog dat ik niet heel
overtuigend vond, maar dat ze wel met verve en passie bracht, en alleen al
daardoor was het de moeite waard.

> En als ik het verkeerd begrijp? Nou dat weet dan toch niemand? Misschien
> vind ik dan zelfs die verkeerde interpretatie wel mooier en welke dichter
> zal me dat kwalijk nemen?

Deze zeker niet :-)

> De open plekken die je in mag vullen gaan een eigen leven leiden door de
> wisselwerking van tekst en lezer
Zo is het. Een van de dingen die een dichter kan leren is om niet bang te
zijn voor haar-zijn eigen open plekken en om die aan het gedicht en aan de
lezer te laten.

Dank aan Jop en aan alle grrls die reageerden! Zo, en dan nu weer kaarten
schrijven ;-)
 


 

 




 


Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 09/02/09  Eisjen

 
Woensdag Gedichtdag