Paul Gellings


Aan zee

De zomers aan zee worden broos
als de lucht boven de kust:
gedoofd Delfts blauw,
glazuur zonder glans.

Op een terras slaat de wind
een blad om, vol regels
even rustig als de rimpels
in het donkere zwin;
het wachten is op de man
die ze bedacht en laat ruisen
als het slapende water.

De zon is al weg, van haar
sokkel gegleden, met een
laatste penseelstreek nog
door de breekbare hemel.
En ook de wind is
gaan liggen. Maar

daar zit hij, ineens, op
het terras, zijn hand op
het papier waar hij altijd naar luistert:
de dichter, ontstegen
aan zijn regels.


Paul Gellings
Uit: De stem van de herfst. Uitg. De Geus, 2004.


Paul Gellings is een dichter (onder meer), die ik nog niet lang
geleden ontdekt heb. Dit gedicht heb ik gekozen na lang wikken en
wegen, omdat er meer zijn die ik mooi vind in deze bundel. Maar
daaronder zijn er die specifiek plaats of seizoen/maand gebonden zijn
en die liet ik om die reden vallen. Een op zichzelf toepasselijk
gedicht 'Wassende vrouwen', over het beeld van Joop Hekman bij het
Enschedese gemeentehuis, deed mij persoonlijk weinig, die viel ook af.
Het werd dus 'Aan zee', een gedicht dat ik keer op keer kan lezen. Ik
hou van het beeld dat het oproept van een zomerdag die ten einde
loopt. Er schuilt een zekere weemoed in die ik herken na een dag aan
zee. Die weemoed voel ik nooit na een dagje stad. Erg mooi vind ik de
derde strofe, ritmisch, met binnenrijm van e-klanken. En dan de
dichter. Pas op 't laatst zit hij daar, schijnbaar niets van doen
hebbend met de dichtregels uit de tweede strofe, zijn hand was slechts
een instrument om beelden in zijn hoofd een lichaam, en daarmee de
vrijheid te geven.

Paul Gellings werd geboren in 1953 in Enschede. In Groningen studeerde
hij Franse taal- en letterkunde. Tot 1982 bleef hij daar als
wetenschappelijk medewerker verbonden aan de universiteit op het
Romaans Instituut, vakgroep Frans. Van 1981 tot 1993 was hij daarnaast
docent Frans aan de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. In de
tussentijd volgde hij een doctoraalopleiding Frans die hij afsloot met
een scriptie over de identiteitsproblematiek in de romans van Patrick
Modiano. Sinds 1993 is Gellings docent Frans aan de Thorbecke
Scholengemeenschap in Zwolle. In 1999 studeerde hij in Leiden af met
een proefschrift over poëzie en mythe in het werk van Modiano.
Gellings vertaalt Nederlandse literair werk in het Frans, geeft
cursussen creatief schrijven, neemt deel aan voordrachten en
poëziebijeenkomsten, is literatuurrecensent en schrijft behalve poëzie
en novellen ook artikelen in literaire tijdschriften. Hij is ook twee
jaar stadsdichter van Zwolle geweest.

Aardig om te vermelden, vooral voor de Amsterdam- en de wandelgrrls,
voor zover niet al bekend, is dat Gellings samen met Jos Wiersema de
website "Zuidelijke Wandelweg' is gestart in 2003. Deze is gebaseerd
op de gelijknamige roman van Gellings en gaat over de Amsterdamse
Rivierenbuurt.

Ik vond het indrukwekkend wat ik te weten kwam! En dit alles haalde ik
uit de Wikipedia op internet. Wat betreft bovenstaand gedicht, ik hoop
dat jullie het ook mooi vinden.

Bernique


 

 


Bedankt voor dit gedicht en je toelichting. Heel goed gekozen. Ik kende
deze dichter ook nog niet.-)


Zo'n mistige avondschemering. Vind ik mooi beschreven.

Jammer alleen van de laatste regels:

>daar zit hij, ineens, op
>het terras, zijn hand op
>het papier waar hij altijd naar luistert:
>de dichter, ontstegen
>aan zijn regels.

Op de een of andere manier doen die voor mij alle spanning
uit het gedicht verdwijnen. Het wordt een trucje.


> Het werd dus 'Aan zee', een gedicht dat ik keer op keer kan lezen.
> Ik hou van het beeld dat het oproept van een zomerdag die ten einde
> loopt. Er schuilt een zekere weemoed in die ik herken na een dag aan
> zee. Die weemoed voel ik nooit na een dagje stad. Erg mooi vind ik de
> derde strofe, ritmisch, met binnenrijm van e-klanken.


ja, mooi.


Als ik sommige aspecten van een gedicht wel mooi vind, maar eigenlijk niet
gegrepen word door de inhoud, dan weet ik nooit goed hoe te reageren. Wat
vind ik er mooi of niet mooi aan?

Mooi:
...als de lucht boven de kust:
: gedoofd Delfts blauw,
: glazuur zonder glans.


Zo heb ik nog nooit naar de lucht gekeken, zal er eens op letten.

Op een terras slaat de wind
: een blad om, vol regels
: even rustig als de rimpels
: in het donkere zwin;


Handgeschreven regels, een vast handschrift, kabbelende inhoud, duistere
inhoud? Daar kan ik me iets bij voorstellen.

Niet mooi vind ik:
'de zon is al weg, van haar sokkel gegleden.....'' ....'En ook de wind is
gaan liggen.'


Net als de zon??

Jouw enthousiaste toelichting heeft me eerlijk gezegd meer aangesproken
dan het gedicht. Niet dat door die toelichting het gedicht voor mij
duidelijker is geworden. Ik begrijp er denk ik niets van. Duister blijft
je uitspraak: En dan de dichter. Pas op 't laatst zit hij daar, schijnbaar
niets van doen hebbend met de dichtregels uit de tweede strofe, zijn hand
was slechts een instrument om beelden in zijn hoofd een lichaam, en
daarmee de
vrijheid te geven.

Als ik bij de bibliotheek ben, zal ik toch eens kijken of ze de bundel
hebben.


> Jammer alleen van de laatste regels:

>> daar zit hij, ineens, op
>> het terras, zijn hand op
>> het papier waar hij altijd naar luistert:
>> de dichter, ontstegen
>> aan zijn regels.
>> Op de een of andere manier doen die voor mij alle spanning
>> uit het gedicht verdwijnen. Het wordt een trucje.


Het 'trucje' snap ik niet zo, maar in ieder geval blijkt dat het bij
jou iets anders oproept dan bij mij. Nee, juist doet verdwijnen,
grinnik. Maakt niks erg, zou mijn kleinzoon zeggen.


> Niet mooi vind ik:
> 'de zon is al weg, van haar sokkel gegleden.....'' ....'En ook de
> wind is
> gaan liggen.'

> Net als de zon??

Ik interpreteer dit als 'verdwenen', inderdaad net als de zon.

> Jouw enthousiaste toelichting heeft me eerlijk gezegd meer
> aangesproken dan
> het gedicht. Niet dat door die toelichting het gedicht voor mij
> duidelijker
> is geworden. Ik begrijp er denk ik niets van.


Het spreekt je gewoon niet aan, denk ik. Het is een toegankelijk
gedicht, misschien zelfs té.

> Duister blijft je uitspraak: En dan de dichter. Pas op 't laatst zit hij
> daar, schijnbaar niets van doen hebbend met de dichtregels uit de tweede
> strofe, zijn hand was slechts een instrument om beelden in zijn hoofd
> een lichaam, en daarmee de vrijheid te geven.

Ik bedoel te zeggen dat als de dichtregels geschreven zijn ze daarna
voor iedereen zijn en de dichter zich terugtrekt. Ze zijn vrij. Nou
ja, mijn gevoel daarbij.

> Als ik bij de bibliotheek ben, zal ik toch eens kijken of ze de bundel
> hebben.

Doe maar, ik vind ze de moeite waard.


> Het spreekt je gewoon niet aan, denk ik. Het is een toegankelijk
> gedicht, misschien zelfs té.


Het is toch raar dat het me kennelijk niet aanspreekt, want ik hou enorm
van op het strand zitten bij ondergaande zon en van het lome verzadigde
gevoel daarna. Mijn ervaring betreft dan meer de Middellandse zee, maar
dat maakt misschien niet zoveel uit, en bovendien hou ik ook nog eens van
het lezen van gedichten. Dat zou toch de ideale combinatie moeten zijn.
Maar er bloeit geen chemie, zoals J. zegt. (Niet onze J. hoor! die is wel
wijzer)

Wat heerlijk dat er voor iedereen genoeg gedichten zijn om mooi te vinden!


> Niet mooi vind ik:
> 'de zon is al weg, van haar sokkel gegleden.....''


Die van haar sokkel glijdende zon riep me nu juist even bij de les. Mijn
hoofd was te vol voor een gedicht, maar die sokkel... ja, geestig. Het
valt niet mee om nog iets over de zon te schrijven dat geen cliché is. Die
sokkel leek me niet willekeurig, want als de zon precies op de horizon
staat is die zee te zien als de sokkel . Met wat goede wil .



> Die van haar sokkel glijdende zon riep me nu juist even bij de les. Mijn
> hoofd was te vol voor een gedicht, maar die sokkel... ja, geestig. Het
> valt niet mee om nog iets over de zon te schrijven dat geen cliché is.
> Die sokkel leek me niet willekeurig, want als de zon precies op de
> horizon staat is die zee te zien als de sokkel . Met wat goede wil
.

Ik snapte dat van die sokkel gegleden zon natuurlijk wel, maar weet je wat
ik bij de eerste keer snel lezen las: van de sokken gereden. En dat krijg
ik er niet meer uit ;-) Sokkel en zon kan best een origineel en geestig
zinnetje opleveren, maar samen met die wind die ook gaat liggen, vind ik
het te veel leuks. Het past niet bij de dichter en de zomers die al broos
worden.


> Ik snapte dat van die sokkel gegleden zon natuurlijk wel, maar weet je
> wat ik bij de eerste keer snel lezen las: van de sokken gereden. En dat
> krijg ik er niet meer uit ;-)

Ik heb geláchen!


> : in het donkere zwin;

is het hier het Zwin? er staat geen hoofdletter. Delfts blauw heeft
die wel. aan veel kusten zijn zwinnen. mooi beeld trouwens.

ik zie hier vrijwel iedere avond de zon in de zee zinken.
soms staat hij op een horizonbrede goudstreep, alsof hij smelt. soms
is de spiegeling loodrecht en lijkt inderdaad een sokkel.
deze avond weer een prachtige lucht erbij, geen penseelstreken maar
dik aangezet bloedrood Appel.

jammer dat hij aan het eind vertelt dat de dichter ontstegen is, had
ik liever uit de tekst zelf gehaald.


>> : in het donkere zwin;

> is het hier het Zwin? er staat geen hoofdletter. Delfts blauw heeft die
> wel. aan veel kusten zijn zwinnen. mooi beeld trouwens.


Volgens mij wordt hier inderdaad een zwin bedoeld, een strook water,
ondiepe plas, tussen duin en zee.


 


Over Paul Gellings

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Joop Hekman

 

 

 

 

 

 

 

 

Patrick Modiano bij de grrls

 

 

 

 

 

Zuidelijke Wandelweg

 

 

 

 

Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 02/04/08  Eisjen

 
Woensdag Gedichtdag