Tijdens onze jaarlijkse bezoekjes ga ik altijd even bij De Slegte
neuzen of er wat poëzie voor mij bij is, en vorig jaar vond ik een
bundel genaamd : Zo'n gelukkige dag – Dichters voor Amnesty
International. Uitgeverij De Geus, ISBN 90-445-0478-9
Ik vond daarin het volgende gedicht :
Net als jij
Net als jij
heb ik de liefde lief
het leven
de zoete betovering van de dingen
het hemels landschap van de dagen in januari.
Ook mijn bloed bruist
en ik lach met mijn ogen
die het opwellen van tranen hebben gekend.
Ik geloof dat de wereld mooi is, dat poëzie als brood is
van iedereen.
En dat mijn aderen niet in mij eindigen,
maar in eenstemmig bloed
van allen die voor het leven vechten
de liefde
de dingen
het landschap en het brood
de poëzie van iedereen.
Dit gedicht is van Roque Dalton ( El Salvador, 1935 -1975). De vader
van Roque Dalton was bankrover, één van de befaamde Dalton Brothers-
bekend van de strips van Lucky Luke. Roque had van kindsbeen de pest
aan het welgestelde milieu van zijn vader. Hij sloot zich aan bij de
Communistische Partij. In 1959 werd hij gearresteerd, in 1960 opnieuw
en ter dood veroordeeld. De dag voordat de executie zou worden
voltrokken, viel de dictatuur.
In 1965 ontsnapte hij opnieuw aan een terechtstelling doordat de muur
van zijn cel door een aardbeving in puin kwam te liggen. Hij kon zich
zo naar buiten graven. Hij ging voor de tweede keer naar Cuba. In
1969 kreeg hij voor zijn poëzie de prijs van de Casa de las Américas,
de hoogste literaire onderscheiding van het continent.
In 1975 werd hij gefusilleerd door een gewapende oppositiegroep.
Het verbaast mij altijd dat mensen die in een zo gewelddadige omgeving
leven, vaak prachtige en aangrijpende poëzie kunnen maken.
Marja