Margriet van Bebber


Kleine ijstijd


Deze moeder gaat niet over één nacht ijs.
Zij komt beslagen en slaat wakken. Blauwbekkend
kluunt het kind door het beijzeld huis. Omtrekkend
haar bewegingen, de dagen altijd grijs.

Scheldpartij, bevroren woorden en gekrijs.
Deze moeder smijt, haar smal gezicht vertrokken.
Botte ijzers halen uit naar de geschrokken
kinderhanden, schrijven krassend een bewijs

van onvermogen. Tot bij haar nagelaten
dingen het kind zich op een oude foto vindt
waarop geen sporen van geweld gescheld en

op de achterkant in plaats van het gehate
hakken onbekend gefluister. Dan zaagt het kind
de woorden uit het ijs en laat ze smelten.


Margriet van Bebber
Inzending poëziewedstrijd Dagkalender van de poëzie 2008, Meulenhoff,
Amsterdam


Margriet van Bebber is dichter en schrijfdocent (zie
http://www.hetschrijfbedrijf.com/ ). Onlangs publiceerde ze samen met Theo
van der Heijden 'Schrijvers over Delft: acht literaire routes' (zie
http://tinyurl.com/28hj5s ).
Met Margriet en zeven andere dichters maak ik deel uit van de
Poëziewerkplaats, onderdeel van de VAK ( http://www.vak-delft.nl  ). Elke
veertien dagen bespreken we samen de gedichten die we aan de hand van
opdrachten schrijven. De groep wordt dit jaar begeleid door Anne Vegter.

Margriet van Bebber schreef dit sonnet in een eerdere fase van de
Poëziewerkplaats; ik zat er toen nog niet bij. Het sonnet is geen dichtvorm
die ze vaak gebruikt, maar ze hanteert hem met verve. Van het in een
klassiek sonnet gebruikelijke metrum (jamben van vier tot zes voeten) wijkt
ze af. Wel houdt ze zich aan elf of twaalf lettergrepen per versregel, zoals
je ook zou krijgen als je jambische versregels van vijf of zes voeten zou
maken. In het rijmschema gebruikt ze een variatie op wat in een klassiek
sonnet gebruikelijk is: a-b-b-a / a-c-c-a voor het octaaf en d-e-f / d-e-f
voor het sextet. Ondanks de variaties blijft het gedicht duidelijk
herkenbaar als sonnet: door de strofe-indeling bijvoorbeeld en de wending,
die hier halverwege de eerste regel van het sextet valt.
(Meer over het sonnet op http://nl.wikipedia.org/wiki/Sonnet )

Belangrijker dan al deze vormkenmerken vind ik de knappe manier waarop in
dit gedicht vorm met inhoud wordt verbonden. Het koude, grimmige karakter
van het octaaf wordt weerspiegeld in de vele ij-klanken (ijs, beijzeld,
grijs, gekrijs, smijt, ijzers) en in de korte, afgebeten zinnen die in het
eerste kwatrijn de versregels in stukken hakken. De 'ij' komt na de wending,
die hier inhoudelijk van karakter is, nog één keer terug, maar dan is het
smeltproces al begonnen. Als ik een punt van kritiek zou moeten formuleren,
zou het zijn dat ik de basis waarop het smelten plaatsvindt - die éne foto
die na de dood van de moeder een zachtere kant van haar laat zien - een
beetje smal vind. Dat het vinden van de foto een begin is, ja. Maar dan zou
ik iets daarvan - er wordt iets in werking gezet, maar dat heeft tijd
nodig - in het gedicht terug willen zien.
Maar bovenal bij mij veel bewondering voor de manier waarop in veertien
regels een hele wereld wordt neergezet.

Er valt nog meer over het gedicht te zeggen, maar ik laat het hier bij. Wie
begint? ;-)

Edith
 

 

In dit gedicht heeft het leven/het huwelijk? behoorlijk toegeslagen. Ik
denk dat de dochter die de foto bekijkt niets liever wilde dan een andere
visie op die harde moeder en dat zo'n onverwacht zachte foto met de zo
andere dan gebruikelijke woorden achterop daar eindelijk een opening voor
biedt. Dan kan het smelten beginnen. En smelten is nog niet gesmolten zijn
toch? Het gaan smelten is misschien ook minder plotseling dan het lijkt,
het is al zo lang voorbereid door het verlangen.

Het eerste couplet is voor mij het sterkst. Het weglaten van een deel van
de uitdrukking heeft een bikkelhard effect: Zij komt beslagen. Jee, wat
zit die moeder in verdediging ingekapseld. En dat klunen! De eerste keer
dat ik dat woord uit zijn televisie-Elfstedentocht-verband naar een
gedicht overgeheveld zie. Geweldig beeld voor de manier waarop kinderen
zich kunnen behelpen in een troosteloze omgeving. Het is een aangrijpend
gedicht geworden, brrr.


 

Tjeetje, wat een gedicht! Dat hakt er in bij mij. Had gisteren een gesprek
met Bureau Jeugdzorg over een kindje dat mishandeld wordt door haar moeder
en stiefvader.(Ik werk op een voorschool) Gruwelijk allemaal. Kon er
vannacht niet van slapen. En dan nu dit gedicht. Brrr...
Kindermishandeling is zo verschrikkelijk erg, daar zijn geen woorden voor.
Maar dus wel een gedicht. Ik hoop dat 'mijn' kindje later ook al deze
gebeurtenissen uit het ijs kan zagen en laten smelten.


> Kleine ijstijd

tja, die titel. de woorden staan voor ellende, pest, meer kou
en inspiratie voor kunstenaars door die winterse periode

> Deze moeder gaat niet over één nacht ijs.

vind ik een overbodige zin. bovendien .. een uitdrukking .. snel gescoord

> Zij komt beslagen en slaat wakken.

de eerste zin maakt het weglaten van een deel van de volgende
uitdrukking noodzakelijk, maar zonder de eerste zin was het effect
sterker geweest, imo

> kluunt het kind door het beijzeld huis.

het klunen veronderstelt dat het kind ook op schaatsen was. daarmee
wordt niets gedaan.
tenzij het kruipende handjes zijn die door moeders botte ijzers ..
soms is het volhouden van een metafoor versterkend. in dit gedicht is het
zo ver doorgevoerd dat de broodnodige ommekeer aan het eind wel smelting
moet bevatten. is die er vanwege het gevonden ijsbeeld, of wil het gedicht
me werkelijk zeggen dat een zo mishandeld kind het begrip smelten zou
kennen? daar geloof ik niets van. mijn ervaring met mishandelde kinderen
is, dat ze, als ze het lang genoeg uitzingen, de moeder tot papijs zien
slinken en dan wil het wel eens dat ze iets van de verharding verliezen.
het 'niet anders kunnen' inzien. maar de meesten kiezen voor het slaan van
wakken (dat woord was al gebruikt) om zichzelf te verzuipen. of het
loshakken (ook al door de moeder gebruikt) van een schots om op te
ontvluchten. het slaan komt inderdaad niet over één nacht ijs. de moeder
werd ook geslagen, haar moeder ook. dus een "zacht" portret, wat een fake.
eind goed, al goed. ik lees het einde unverfroren als wens.


> is die (smelting) er vanwege het gevonden ijsbeeld, of wil het gedicht
> me werkelijk zeggen dat een zo mishandeld kind het begrip smelten zou
> kennen? daar geloof ik niets van.

Moeten we meteen uitgaan van mishandeling in de vorm van lichamelijk
geweld? Zelf dacht ik aan verbaal geweld, aan botheid, cynisme, vrieskou.
En het smelten begint pas na jaren als de moeder dood is en in de
nagelaten spullen de foto opduikt die over het begin vertelt. Na de dood
van ouders is verzachting van de herinneringen niet ongebruikelijk door
toenemend begrip. Niet herkenbaar?


> Moeten we meteen uitgaan van mishandeling in de vorm van lichamelijk
> geweld?


moet niet, maar die handjes ..

> Zelf dacht ik aan verbaal geweld, aan botheid, cynisme, vrieskou.
> En het smelten begint pas na jaren als de moeder dood is en in de
> nagelaten
> spullen de foto opduikt die over het begin vertelt. Na de dood van
> ouders
> is
> verzachting van de herinneringen niet ongebruikelijk door toenemend
> begrip.
> Niet herkenbaar?


begrip wel - ik zei inzicht - maar smelten? ik heb van de kinders
begrepen dat de pijn om niet-liefde blijft. het is al heel wat als ze zelf
niet een scheve schaats .. antwoorden van "mijn" pleegjes, op de vraag
"wat is..": gevoel, dat is als ze je slaan pret, dat is een ander pesten
lachen, is met z'n allen een ander uitlachen wat is kleur, zwart spelen,
dat is vechten, iemand laten vallen (in de speeltuin) plezier, dat is
lachen als je iemand laat schrikken of verrot slaat vrijheid, dat je iets
kunt meenemen zonder dat ze het doorhebben wassen, de kraan aanzetten en
doen alsof je tanden poetst liefde, dat ze komen vechten en daarna neuken
ze m.a.w. kunnen zij zachtheid kennen? misschien, na een heel lange
herstelperiode


> En dat klunen! De eerste keer dat ik dat
> woord uit zijn televisie-Elfstedentocht-verband naar een gedicht
> overgeheveld zie. Geweldig beeld voor de manier waarop kinderen zich
> kunnen behelpen in een troosteloze omgeving. Het is een aangrijpend
> gedicht geworden, brrr.


Heel aangrijpend dat klunen. Ik kreeg het benauwd om het hart. Zo'n
kind zien te klunen door het leven ipv licht gedartel wat je elk kind
gunt. Mooi, gruwelijk gedicht. Dat te snelle smelten. Ik heb wel eens
gehoord dat dit soort kinderen maar al te graag heel snel kunnen en willen
vergeven, waarbij het natuurlijk nooit een vergeten wordt (lijkt me).


heel erg mooi gedicht.
ik denk ook: de ongelofelijke loyaliteit van een
mishandeld kind dat o zo graag wil geloven dat het niet abnormaal was wat
ze meemaakte. ik vind het mooi, die woorden uit het ijs gezaagd. en dat
smelten, ach, als je erop wacht duurt het heel erg lang (zit nu net op het
ontdooien van mijn ijskast te wachten. dat duuuuurt. ;-) en de vorm vind
ik ook heel knap. hexameters ipv pentameters deze keer. en 'gescheld en'
laten rijmen op 'smelten'. ik vind dat mooi. net als de enjambementen.


> antwoorden van "mijn" pleegjes, op de vraag "wat is..":
> gevoel, dat is als ze je slaan
> pret, dat is een ander pesten
> lachen, is met z'n allen een ander uitlachen
> wat is kleur, zwart
> spelen, dat is vechten, iemand laten vallen (in de speeltuin)
> plezier, dat is lachen als je iemand laat schrikken of verrot slaat
> vrijheid, dat je iets kunt meenemen zonder dat ze het doorhebben wassen,
> de kraan aanzetten en doen alsof je tanden poetst liefde, dat ze komen
> vechten en daarna neuken ze



Oef, dat is een schokkende litanie, wel een kinderlijke.
Ik dacht zelf meer aan zo'n relatie als Ida Gerhardt had met haar moeder,
ijskoud. Ze heeft volgens een gedicht ooit het idee gehad dat haar moeder
haar wilde verdrinken, ook als dat verbeelding was is zo'n fantasie wel
een teken aan de wand. Jarenlang was ze niet welkom thuis, pas toen ze
bijna verhongerd was ging de deur weer open. Ik vrees eigenlijk dat ook
dat leven te liefdeloos was om nog te kunnen smelten.

zij, die mij heeft gedragen;
zij, die mij naar het leven stond
in al mijn levens dagen.

(Gerhardt, 2001)


> Ik dacht zelf meer aan zo'n relatie als Ida Gerhardt had met haar
> moeder, ijskoud.


ijskoud is het wel in dit gedicht, ik vind het ook een knap gedicht,
dat wel. maar botte ijzers die in, over, op kinderhanden krassen, dat
schreeuwt toch van pijn, evenals het klunen trouwens. meer dan ijzig.

Ida zegt het zo mooi: Nooit heb ik wat ons werd ontnomen zo bitter,
bitter liefgehad.

zou ik evenwel niet "smelten" kunnen noemen

ja, kinderlijke ellendigheid. hoe lang moeten ze vechten om hun moeder als
(hun) kind te zien? voor dat smelten, bedoel ik.


prachtig.. ik houd van dit soort teksten, los van de vorm.
prachtig ijzig!
ze doet me een beetje denken aan de eerste gedichten ven Eva Gerlach.


Boeiende keus, Edith. Aangrijpend. Sterke beelden. Regel voor regel
analyseren hoeft voor mij niet, het gedicht geeft als geheel een heel
leven weer. Het kwam toch nog even hard aan. Ik lees het nl. als Deze
stiefmoeder enz. en zonder smeltend ijs.




 


 

Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 02/04/08  Eisjen

 
Woensdag Gedichtdag