Rutger Kopland



Onder de appelboom

Ik kwam thuis, het was
een uur of acht en zeldzaam
zacht voor de tijd van het jaar,
de tuinbank stond klaar
onder de appelboom ik ging zitten en ik zat
te kijken hoe de buurman
in zijn tuin nog aan het spitten
was, de nacht kwam uit de aarde
een blauwer wordend licht hing
in de appelboom
toen werd het langzaam weer te mooi
om waar te zijn, de dingen
van de dag verdwenen voor de geur
van hooi, er lag weer speelgoed
in het gras en verweg in het huis
lachten de kinderen in het bad
tot waar ik zat, tot
onder de appelboom
en later hoorde ik de vleugels
van ganzen in de hemel
hoorde ik hoe stil en leeg
het aan het worden was
gelukkig kwam er iemand naast mij
zitten, om precies te zijn jij
was het die naast mij kwam
onder de appelboom, zeldzaam
zacht en dichtbij
voor onze leeftijd.

Rutger Kopland
uit: Onder het vee,
Van Oorschot, Amsterdam 1966


Volkskrant Amateurkunst

Zo ongeveer denk ik onze appelboom. op een of andere manier komt dit gedicht steeds terug in mijn leven. Het was er toen het bundeltje uitkwam en vooral toen ik in 1989 ?? het cassetteboekje kreeg: ‘herinneringen aan het onbekende’. grijs gedraaid… En toen waren we 25 jaar bij elkaar, en bij de nazit kregen we allerlei immaterieel moois, een vriendin las ‘onder de appelboom’, zò mooi.

Ik las van Joan Didion: ‘het jaar van het magisch denken’, waarin zij op zoek gaat naar momenten dat ze had kunnen zien dat haar man ging overlijden, het rouwe verdriet en het niet begrijpen.
Ik werd er oprecht naar van, er moest iets tegenover staan en dat werd: ‘onder de appelboom’. Het geeft geluk weer zoals het was en is. En langzaam werd het weer te mooi om waar te zijn.. ironisch en troostend.

Intussen hoor ik dat programma van de VPRO weer terug.
de stem van Kopland is ouder geworden, hij spreekt ‘dichtbij’ over de melancholie. Inmiddels heeft hij afgelopen december een hartinfarct gehad is daarmee tegen een boom gereden en kwam er weer bovenop!

 

Ron
 

 

Vorig jaar las Kopland het voor tijdens een avond bij boekhandel Kramer hier in Winterswijk. Een beetje stuntelig/verlegen, gegeneerd bijna. Het was ook de tegengestelde omgeving, er moest natuurlijk verkocht worden. Onder de heldere lamp zat hij daar tegenover een publiek van overwegend meer dan middelbare dames. Wim van Til had als inleider een heel ongedwongen gesprek met hem gevoerd, en daarna mochten we verzoeknummers aanvragen. 'Onder de appelboom' was er een van.

Ja, zo is het, onder de appelboom of op het stoepje achter het huis.

de appelboom. beeldend. lieflijk tafereel. ganzen. die kun je horen, wanneer ze onderlangs de hemel gaan, maar niet alleen hun wieken. ze gakken tijdens het vliegen. maar ja, wie weet zijn ze daar even stil van die appelboom.

Wat een prachtig gedicht ron, dat bewaar ik voor speciale gelegenheden !! je zei over kopland: 
>inmiddels heeft hij afgelopen december een hartinfarct gehad is daarmee >tegen een boom gereden en herstelde!
...dat was vast en zeker een appelboom ;-)))

De eerste keer dat ik weer online ben tijdens WG krijg ik direct zoiets moois onder ogen. Vooral de strofe over het vallen van de nacht vind ik prachtig. De nacht die uit de aarde kwam van de buurman die aan het spitten was en het blauwer wordende licht. Heel fraai.

>was, de nacht kwam uit de aarde
>een blauwer wordend licht hing
>in de appelboom

Is het niet het thema wat ook Proust altijd bezig houdt (althans, zo heb ik dat ooit met Frans geleerd, las zelf (zo biechtte ze voorzichtig op) nooit iets van Proust): geuren die je terugbrengen naar vroeger tijden.

Wat ik niet helemaal vat, maar vermoed naar aanleing van hetgeen Ron vertelt over de verwijzing naar de dood: is de 'jij'-persoon een overleden geliefde? Volgens mij niet, zijn het twee oude besjes die aan het eind van het gedicht naast elkaar op het bankje zitten. Maar ik moet toegeven dat het 'zeldzaam zacht en dichtbij' voor meerdere uitleg vatbaar is!

Ik zou graag nog iets horen van bv Edith over de techniek van het gedicht. Valt daar nog iets aan te analyseren?

Dank je wel, Ron voor dit gedicht.
 

Bedankt Ron, voor dit prachtige gedicht, aandoenlijk, mooie beelden, zo helder. Ben zelf een grote fan van Kopland, hij schrijft zo intens, zo 'gewoon' maar met zoveel diepere lagen.
 


Rutger Kopland, pseudoniem van de op 4 augustus 1934 te Goor geboren Rutger Hendrik van den Hoofdakker, woont in Glimmen. Hij is dichter, psychiater, essayist en emeritus hoogleraar biologische psychiatrie.
Poëziemarathon

‘Ik kijk en het is alsof ik mijn lichaam verlaat. als je ziet dat alles is zoals het is meer niet - je lichaam wordt een verlaten plek.’ Aldus dicht Rutger Kopland (1934) in de reeks ‘Stroomdal', nu opgenomen in zijn ‘Verzamelde gedichten’ die veertig jaar dichterschap overspannen.
Het zijn regels waar je anders tegenaan kijkt als je weet dat Kopland de dood in de ogen heeft gekeken.
(Meer bij BN De Stem)


Index Woensdag Gedichtdag

Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 04/04/06  Eisjen

Terug naar top pagina