Op Bellewaerde Ridge, bij Ieper in België, staat een gedenkteken waarop
twaalf Royal Engineer Tunnelers herdacht worden. Een er van is Geoffrey
Booth, amper eenentwintig jaar oud.
Albert Stockwin vond in 1990 bij het opruimen van zijn ouderlijk huis
een
kistje met daarin brieven en papieren. Zijn ouders zijn dan overleden en
hij
kan hen geen vragen meer stellen. Maar de brieven vertellen het verhaal:
zijn moeder Edith en Geoffrey de soldaat kenden elkaar net toen Geoffrey
naar zijn opleidingskamp in Dorset moest vertrekken. Ze beloofden te
schrijven. In het kistje zitten de meeste brieven die Geoffrey schreef,
en
een aantal die Edith stuurde toen hij in België zat.
Al op de eerste pagina wordt het verhaal in het kort verteld: hoe de
twee
elkaar leerden kennen, door de omstandigheden uit elkaar gedreven werden
en
hoe het afloopt. Het maakt niet uit, de kracht van dit boek is van de
briefschrijvers zelf afkomstig. Vooral Geoffrey heeft een heel mooie
stijl
van schrijven. De manier waarop hij de censuur weet te bespelen, en de
manier waarop hij vertelt hoe moeilijk het is stand te houden als de
granaten om je oren suizen..je leest het tussen de regels. En je voelt
hoe
de liefde groeit, terwijl ze elkaar helemaal niet meer zullen zien.
Het is een juweeltje dit boek. De uitgave is ook prachtig: een mooi
klein
gebonden boekje, mooi glad papier (geen idee hoe dat heet), met een
papieren
omslag waarop een jongeman in uniform (Geoffrey dus) staat afgebeeld,
die
aandoenlijk glimlacht in de camera. Het verhaal dat de lezer
voorgeschoteld
krijgt wordt verlevendigd door foto's van de betrokkenen, en kaarten
waar de
oorlog voor Geoffrey zich afspeelde. Arthur Stockwin heeft onderzoek
gedaan,
naar de voorgeschiedenis, en de afloop, en geprobeerd zo goed mogelijk
na te
gaan waar Geoffrey en zijn maten zaten.
En waarom ze daar zaten.. maar op die vraag is nauwelijks antwoord te
geven.
Marjo