Op een vijfde van dit boek gekomen, schreef ik voor
mijzelf op: ik heb nog geen flauw idee wat Petra Stienen eigenlijk wil
zeggen met dit boek. En dat is helaas zo gebleven.
Petra Stienen
beschrijft hoe zij als Nederlandse diplomate werkt aan mensenrechten en
asielbeleid, eerst in Caïro, dan in Damascus.
Ik had mij op dit boek
verheugd en hoopte meer te weten te komen over de positie van de vrouw
in de Arabische wereld, gezien door de ogen van een vrouw. Dit boek is
echter een vrij fragmentarisch dagboek van een in mijn ogen enigszins
wereldvreemde vrouw, ongetwijfeld met idealen, die de wereld volledig
vanuit haar eigen perspectief bekijkt en beschrijft. Dit heeft geleid
tot een verzameling teksten met een disbalans tussen wereldproblemen en
‘ik-dingetjes’. Ook de stijl doet te veel aan een dagboek denken, met
soms ‘Cissy van Marxveldt-achtige’ trekjes (“Ik glimlach: ‘ik heb me
uitstekend vermaakt’”en: ‘ik zeg lief ...’ en: ‘reageerde ze
onverstoorbaar”).
Het lijkt of de auteur
niet heeft kunnen kiezen tussen het vertellen van haar persoonlijke
belevenissen en een kritische beschouwing vanuit haar professionele
positie. Dat is jammer, want de beschreven gesprekjes met de
plaatselijke bevolking ontaarden daardoor bijvoorbeeld in een
beschrijving van iemands charme en ik zit als lezer eigenlijk vooral op
de visie van deze mensen te wachten. Verder doet de auteur wat
cultuurrigide aan, bijvoorbeeld als zij zich ergert aan het altijd te
laat komen van Arabische mensen. Of als zij niet lijkt te begrijpen dat
men zich druk maakt over ‘iets onbenulligs als blote vrouwen’.
Biedt dit boek dan
helemaal geen informatie? O zeker wel, een paar hoofdstukken zijn meer
informatief, zoals ‘De ene moslim is de andere niet’. Een tenenkrommende
titel, maar dit hoofdstuk geeft wel inzicht in stemrecht en democratie
in een plattelandsdorp. Hier wordt een aanzet gegeven tot een discussie
over het begrip democratie, dat democratie méér is dan ´de meeste
stemmen gelden’. Maar ook hier val je weer abrupt in de persoonlijke
belevenissen en is er van uitwerking geen sprake.
Wat ik nog het meeste
gemist heb, is emotie en passie voor mensenrechten. Ik vermoed dat Petra
Stienen die heus heeft, en dat ze daarom ook dit boek heeft willen
schrijven. Maar ik kan ze niet terugvinden. Dit boek is een van de vele
die de Arabische wereld beschrijven in westers perspectief, maar ik zie
de meerwaarde niet. Ikzelf heb meer gehad aan boeken als Berichten
uit een belegerde stad van Abdelkader Benali en Het zijn net
mensen van Joris Luyendijk. Misschien omdat deze schrijvers minder
vanuit hun eigen ik schrijven, maar de emoties toch tussen de regels uit
spatten.
In een interview in
Intermediair vertelt Petra Stienen over haar boek en wat zij er onder
meer mee beoogt: “Wat ik hoop is dat we in Nederland op een gezonde
manier in gesprek raken over de vraag: hoe moet de diplomatie in de
21ste eeuw eruitzien. Dat had ik ook kunnen schrijven met een essay, of
een opiniestuk in de krant.” Ik meen dat ze beter dat essay had kunnen
schrijven om haar boodschap te laten doordringen.
Hanneke BD