Maarten van Rossem behandelt in 'Drie oorlogen' achtereenvolgens de
Eerste Wereldoorlog, de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog. De
hoofdstukken
over de beide wereldoorlogen zijn eerder gepubliceerd; het laatste en
langste stuk, dat over de Koude Oorlog, is nieuw.
Doordat voortdurend verbanden tussen de drie beschreven tijdperken
worden gelegd, is de ondertitel (Een kleine geschiedenis van de 20e eeuw)
terecht, hoewel een geschiedenis uitsluitend bekeken vanuit de politieke
ontwikkelingen natuurlijk beperkt is. Van Rossem is zich hier getuige
zijn nawoord van bewust. Daarin schrijft hij:
"De Eerste en Tweede Wereldoorlog
en de Koude Oorlog hebben de evenementiële geschiedenis van de
vorige eeuw sterk gedomineerd. Waarschijnlijk zal de herinnering aan
die conflicten langzaam gaan vervagen naarmate zij verder raken in
de tijd. In een geschiedenis van de twintigste eeuw zullen zij over
honderd jaar zeker aandacht krijgen, maar het zou mij niet verbazen
als tegen die tijd de enorme expansie van de wereldbevolking en de
ontwikkeling van de economie en de technologie in de twintigste eeuw
veel prominenter zullen worden behandeld."
Dat zal zeker waar zijn, hoewel de ontwikkelingen in vooral de
technologie niet los gezien kunnen worden van de drie grote politieke
conflicten. Maar ook dat maakt het boek duidelijk.
Ik begon er met veel enthousiasme aan, maar raakte gaandeweg zo niet
teleurgesteld, dan toch ontmoedigd. De vraag voor welke doelgroep dit
boek is uitgegeven drong zich steeds vaker op. Het boek is verdeeld in (langere
en kortere) sub-hoofdstukken die nogal eens onderlinge samenhang missen.
Er zit in de lay-out bovendien heel weinig lucht. Als er al een draad
is, raakte ik die nogal eens kwijt. Van Rossem neemt van tijd tot tijd
stelling tegen zienswijzen van andere historici. Dat is voor een
ingevoerde lezer, vakgenoot of student vast belangwekkend, maar als
leek, ook als je, als ik, een belangstellende leek bent, kun je de
verschillen in inzicht meestal onvoldoende wegen. Als geheel mist het
boek redactionele samenhang en als naslagwerk is het niet geschikt door
het ontbreken van een index.
Misschien is Van Rossem meer de meester van het korte, krachtige
commentaar, van de relativerende oneliner, van de tegendraadse opvatting.
Misschien kun hem beter horen dan lezen. Zeker slaagt hij erin om in 'Drie
oorlogen' duidelijk te maken hoe vaak de reeksen van oorzaak en gevolg
die we
geschiedenis noemen, door dom toeval en toevallige domheid worden
bepaald. Dat is een verdienste. Daartegenover staat dat als het boek
meer samenhang had vertoond, ik geboeider zou hebben doorgelezen. Nu was
het vaak een worsteling. Als het wat meer als een naslagwerk zou zijn
opgezet, zou ik het vaker opnieuw hebben geraadpleegd. Dat zal ik nu
niet doen, en dat is
jammer.
Edith