Frieda Pruim: In dienst van God, levensverhalen van kloosterzusters



Mijn tante Francino was non in het klooster in Ootmarsum; ze was lid van de orde van de zusters van onze lieve vrouw van Amersfoort. Heeroom Frans Haarsma leeft nog, is bijna 90 en heeft een prominente rol gespeeld in de vernieuwing binnen de katholieke kerk. Ikzelf zat van mijn 12e tot mijn 18e bij de nonnen op school. En associeer die tijd met de verplichte rok over mijn broek in de winter, gescheiden pauzes tussen de jongens-en meisjes ULO en nuchter naar de mis op woensdagochtend!  Ben benieuwd wat de levensverhalen van kloosterzusters doen met mijn vooroordelen over die saaie nonnen die veel aan het bidden zijn en niet helemaal met hun beide benen op de grond staan.

‘Ik ga nooit meer naar de kerk’, vertelt Paula (82), gekleed in blouse en lange broek, in haar Nijmeegse flat. ‘Iedere zondag hoor ik de klokken luiden, maar ik kan er niet naar toe. Ik zit me daar te vervelen en te ergeren. Je moet altijd maar weer op de knieën om te zeggen hoe zondig je bent geweest in plaats van dat je wordt uitgenodigd stil te staan bij wat je goed hebt gedaan. Daar word ik doodziek van’.

Zo begint de inleiding van het boek van Frieda Pruim. Zij interviewde tien kloosterzusters –in de leeftijd van 37 tot 83 jaar - omdat ze benieuwd was hoe deze vrouwen terugkijken op hun toetreding in het klooster. Zij ging met hen in gesprek over de beloftes van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid. Ze sprak met hen over hun werkzaam leven, vroeg hun mening over abortus en homoseksualiteit en stelde hen de vraag wat God voor hen betekent. Na elk interview volgt een korte toelichting van de orde alsook een overzicht van publicaties en relevante internetadressen.

Alle zusters zijn uit een zekere roeping toegetreden tot het klooster. Soms kunnen ze dat niet zo goed uitleggen en in veel gevallen overkwam het hen:

“Ik hoorde mezelf tot mijn eigen verbazing tegen een jongen die verkering met me wilde zeggen, dat ik het klooster in ging”,

zegt één van de zusters. Ontwikkelingswerk willen doen, het onderwijs ingaan of helpen om de armoede in Nederland te bestrijden, zijn veelgenoemde motieven.Van de geloftes van armoede, gehoorzaamheid en kuisheid hebben de zusters vooral moeite met gehoorzaamheid.

“In het klooster had ik er problemen mee dat mijn meerderen mij vertelden wat ik moest doen. Ik wond me zeer op over de standpunten van het Vaticaan over anticonceptie en homoseksualiteit. Maar het is voor mij nooit een reden geweest de kerk de rug toe te keren”

vertelt de 79- jarige Michel. Slechts enkele vrouwen hebben het moederschap weliswaar gemist; voor hen was het contact met kinderen in het onderwijs een goed alternatief. De zusters zijn zonder uitzondering maatschappelijk zeer actief zelfs tot ver na hun pensioengerechtigde leeftijd. Bijvoorbeeld als maatschappelijk werkster in de opvang van daklozen of prostituees, in organisaties die vrouwenhandel bestrijden of in de Tropen. Velen van hen hebben zich ontpopt als goede leidinggevenden of brachten het tot priorin, hoofd van het klooster. Wat mij in de verhalen het meest opviel is hoe de zusters tegen het geloof aankijken. Ze pinnen zich niet vast op bijbelteksten, zien God niet als de afbeelding aan het kruis. Eerder als inspiratiebron, dat zich uit in de omgaan met de ander.

De verhalen zitten vaak vol humor, geven een bijzonder gevarieerd beeld over een grote diversiteit in het doen en laten van kloosterzusters. Het boek heeft mij echt aan het denken gezet!

 

 

Lennie Haarsma
Maart 2008

 


Uitgeverij Contact, ISBN- nummer 978 90 254261879
2007

Frieda Pruim (1967) is redacteur bij het maandblad Opzij. Zij studeerde journalistiek en Latijns- Amerika Studies en werkte onder meer als redacteur geestelijk leven bij het ANP.

 

Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 10/03/08  Eisjen