Enthousiast over Nachttrein naar Lissabon kocht ik dit boek van dezelfde
schrijver al enige tijd geleden, maar kwam er in de vakantie pas aan toe
het
te lezen.
Het gaat over een Duitse taalwetenschapper, Philip Perlmann, die een
door
een sponsor betaalde studieperiode in het buitenland (Italië) mag
organiseren en daar verschillende internationale wetenschappers uit zijn
vakgebied voor uitnodigt. Perlmann heeft net zijn vrouw verloren en is
daar
in gedachten veel mee bezig. Een ernstiger probleem voor hem is dat hij
zijn
discussiebijdrage voor het seminar, dat een aantal weken zal duren, niet
op
papier kan krijgen. Dat komt niet primair doordat hij afgeleid is door
zijn
verdriet, pregnant dringt zich de conclusie aan hem op dat hij in feite
een
gebrek aan ideeën heeft. Het begrip 'tegenwoordigheid' speelt een grote
rol
in zijn gedachten: zijn vrouw was voor hem een voorbeeld van iemand die
'tegenwoordig' kon zijn, terwijl hij zichzelf altijd als een toeschouwer
ziet, iemand die geen tegenwoordigheid kan ervaren. In retrospectief
gaat
hij zich vragen stellen bij zijn hele wetenschappelijke loopbaan: wat
stelde
deze eigenlijk voor? heeft hij ooit wél waardevolle ideeën op papier
kunnen
zetten? etc.
Hij is een paar dagen eerder in het hotel in Italië en geniet in zekere
zin
van het respijt voor de collega´s aan zullen komen en hij moet bekennen
dat
hij geen discussiebijdrage heeft.
De collega´s komen aan en Perlmann ontvangt hen wel, zit de eerste
bijeenkomsten voor, maar is tegelijkertijd afwezig en ontvlucht de groep.
Een van de genodigde wetenschappers kan niet komen omdat hij geen visum
kan
krijgen (hij komt uit St. Petersburg, het speelt nog in Sovjet-tijden),
maar
heeft wel een russisch stuk gestuurd.
Bij het vaststellen van de volgorde van het presenteren van
discussiebijdragen weet Perlmann het zo te regelen dat hij zelf pas op
het
laatst hoeft, hij hoopt dan in de studieuren alsnog een bijdrage te
kunnen
leveren.
In plaats van daaraan te werken stort hij zich echter op het uit het
russisch vertalen van de bijdrage van zijn russische - afwezige -
collega
Leskow. Zijn vrouw had russisch gestudeerd en Perlmann kent de taal ook
een
beetje, het woordenboek en de russische grammatica van zijn vrouw helpen
hem
op weg en je kunt zeggen dat ze een beetje een band met haar vormen.
Om een (heel) lang verhaal kort te maken: Perlmann ontvlucht de groep
steeds
meer, bouwt innerlijke psychologische weerstanden op tegen bepaalde
collega´s en maakt geen tekst van zichzelf, maar houdt zich steeds meer
met
de vertaling bezig. Toevallig gaat de tekst ook juist over
tegenwoordigheid.
Hij maakt af en toe wat aantekeningen van gedachten die daar aanleiding
van
de tekst van Leskow in hem opkomen.
Het moment dat hij zelf een tekst moet presenteren komt steeds nader, en
hij
wordt steeds verder in het nauw gedreven. Uiteindelijk besluit hij als
een
soort wanhoopsdaad het stuk van Leskow als zijn eigen stuk te
presenteren.
Op de dag voordat hij aan de beurt is komt er echter een telegram van
Leskow: hij heeft toch nog een visum bemachtigd en komt de volgende dag
aan.
Perlmann raakt in paniek en bedenkt allerlei scenario´s die ik niet zal
verklappen. De afloop zal ik aan het eind van de mail nog even onder een
verklapper zetten.
Ik vond het thema boeiend en de karakterisering van Perlmann subtiel en
fijnzinnig beschreven. Zijn groeiende wanhoop en zijn twijfels over zijn
leven zijn invoelbaar. Het geeft tevens een tamelijk schokkend inkijkje
in
de wetenschappelijke wereld, dat mij nogal realistisch voorkwam.
Maar het is voor mij lang niet zo´n goed boek als Nachttrein naar
Lissabon,
vooral omdat het vaart mist. Er wordt eindeloos doorgegaan op al
Perlmanns
uitvluchten om maar niet met zijn collega´s te hoeven eten en praten, de
een
nog onwaarschijnlijker dan de andere. Een goede redacteur bij een
uitgever
had hier de helft van kunnen schrappen en zo een beter leesbaar boek
kunnen
uitbrengen. Zeker het eind is in mijn ogen zwak: eerst overdreven
dramatisch
en dan gaat het alsnog uit als een nachtkaars. Dat is jammer, want
Mercier
kan op zich wel schrijven. Het lijkt alsof hij in dit boek geen maat
heeft
weten te houden met de - overigens mooi geformuleerde - details.
Mogelijk
stond het onderwerp van de wetenschappelijke wereld hem te dichtbij, ik
meen
dat hij aan de universiteit van Berlijn werkt zelf?
En dan nu de
V
E
R
K
L
A
P
P
E
R
Perlmann beraamt een moord op Leskow die op een auto-ongeluk moet lijken,
waarbij hij zelf ook om het leven wil komen. Hij treft daartoe de meest
idiote voorbereidingen en de gedachtengangen die hij hierover heeft
worden
breed uitgemeten. Als puntje bij paaltje komt kan hij zijn plan echter
niet
tot uitvoer brengen en Leskow en hij komen dus toch samen bij het hotel
aan.
De laatste minuten voor Leskow zijn plagiaat zal ontdekken verstrijken
voor
Perlmann. Hij doet nog een wanhoopspoging om een nieuwe versie van
Leskows
tekst te vernietigen.
Uiteindelijk blijkt echter dat Perlmann niet zijn vertaling van Leskows
tekst, maar zijn eigen aantekeningen aan de secretaresse heeft gegeven,
en
dat stuk is onder de collega´s verspreid. Dat is weliswaar geen
coherente
tekst, wat van een hoogleraar van zijn niveau verwacht zou mogen worden,
maar het betekent dat hij niet de wetenschappelijke doodzonde van
plagiaat
krijgt aangerekend door zijn collega´s.
Uiteindelijk redt hij ook de half vernietigde versie van Leskow´s tekst,
waar voor deze veel van afhangt qua carrière en stuurt deze anoniem naar
Petersburg.
Hij heeft even het voornemen om zelf helemaal de wetenschap te verlaten
en
solliciteert zelfs nog naar een baan als vertaler. Uiteindelijk houdt
hij
echter alles voorlopige bij het oude, behalve dat hij een
gasthoogleraarschap van Princeton afzegt om zich te bezinnen op het
vervolg
van zijn leven.
Hanne