Een intelligent, meeslepend boek over erudiete mensen
in Amsterdam gedurende de jaren zeventig. Allemaal druk
bezig zichzelf te vinden en de wereld te verbeteren. Alles moest anders.
Nescio zou zeggen; "Jongens waren we ...... maar aardige jongens."
Aardige jongens waren het toen ook, al gingen ze heel wat
verder in woorden en daden als die aardige Titaantjes van 1914.
Even de achterflap:
Begin jaren zeventig komen twee stellen
toevallig naast elkaar te wonen aan een Amsterdamse kade. Al snel
delen zij lief en leed en vormen hun huizen met gemeenschappelijke
tuin een belangrijke ontmoetingsplaats voor een uitgebreide
vriendenkring. Paul Welbron zegt over die tijd: 'We waren allemaal
verliefd op elkaar.'
Dertig jaar later wordt Paul onverwachts geconfronteerd met het
verleden. De zoon van zijn vroegere buurman Kars schrijft hem een
brief, waarin hij de vraag stelt: 'Denkt u dat het leven van mijn
vader is mislukt?' Om een antwoord te vinden op deze vraag besluit
Paul terug te keren naar Ameland, waar hij twintig jaar eerder een
vakantie doorbracht met Kars.
Spiegelpanden is het meeslepende verhaal over de levenslange
consequenties van een vriendschap.
Na de eerste bladzijde had het boek meteen mijn
volle aandacht. Ik kwam tot de verrassende ontdekking dat het bij één
van de stellen om een homosexueel paar ging en dat één van hen de
hoofdpersoon was. Keek ik even van op. Heb nog nooit eerder een boek
gelezen waarin een homosexueel de hoofdrol speelde.
Ik was verbaasd over
de vraag die heel even bij me op kwam: "Kan ik hier wel wat mee?" Dat
probleem werd later door de schrijver zelf opgelost met de opmerking die
hij één van de karakters laat maken, dat bij hetero-paren de rollen veel
duidelijker verdeeld zijn. Ik besloot dat daar de oorzaak van mijn vraag
lag. Dat ik niet goed zag hoe ik de rollen in moest delen en mijn 'schuldgevoel'
over deze gedachte verdween :-)
Als Paul de vraag krijgt of het leven van zijn vriend Kars mislukt
is, is hij zelf net met de neus op de feiten geduwd dat zijn 30-jarige
relatie met Hugo door zijn schuld mislukt is. Op bladzijde 10 vraagt
Paul zich af:
"Als tijdens het werken op de computer een ernstige fout optreedt,
bestaat de mogelijkheid terug te keren naar een zelfgekozen moment
in het verleden, een moment waarop de fout zich nog niet heeft
voorgedaan, het zogenaamde herstelpunt. Vanaf dat punt kan men
opnieuw verder gaan, alsof er niets is gebeurd.
Welk moment zou hij als herstelpunt kiezen?"
Zo herkenbaar. Waar is het fout gegaan en wat had je kunnen of moeten
doen? Het was overigens één en al herkenning van die jaren en van de
verhoudingen die toen bestonden. De twee paren komen door toeval
naast elkaar te wonen en binnen zeer korte tijd wordt de tuinmuur
gesloopt en wordt alles gedeeld en loopt men bij elkaar in en uit.
Paul krijgt daardoor een enorme band met dochtertje Monna. Als Monna
volwassen is legt ze haar verhouding tot Paul als volgt uit; ze is het kind van Kars en
Paul met Nienke als draagmoeder. Intelligente meid!
Elke zondagmiddag wordt er een "thee" georganiseerd, waar de drank
rijkelijk vloeit en waarbij altijd vaste vrienden aanwezig zijn. Ook
heeft Paul elke eerste maandag van de maand een lunch met de 20 jaar
oudere, heterosexuele, bedachtzame Rutger in een herkenbaar Grand Café in Amsterdam (volgens
mij is het De Jaren, maar misschien vergis ik me als niet-Amsterdammer).
Ze zitten er comfortabel in hun jaren lange gewoonte.
"De stilte waarin zij begonnen te eten viel niet op de door het
enorme lawaai om hen heen, als van een gigantisch orkest dat aan het
stemmen is. De zaken van het hart, en niet de geschiedenis van de
mensheid, waren altijd het belangrijkste motief geweest tijdens de
maandelijkse samenkomsten van de twee historici."
Regelmatige
vriendenbijeekomsten zijn belangrijk in het leven, maar ook delicaat. De
"thee's" lopen uit de hand door de gigantische ego's. O.a. een
uitgever en een beroemd acteur die zich beiden fysiek aangetrokken voelen tot
Paul. Het eerste deel van het boek heet dan ook "Thé sur l'herbe". De
verwijzing naar het schilderij van Manet mag duidelijk zijn.
Dit deel is spannend en mooi beschreven en je houdt je
hart vast want je weet waar dit op uit zal lopen. Dan volgt het deel "Enkel
Ameland", het verslag van de reis die Paul met Nienke, Kars en Monna
maakte naar Ameland. Een verslag dat hij heeft teruggevonden, op zoek
naar het boek dat hij vlak voor die reis was begonnen te schrijven. Het blijft intrigeren
dit deel, maar er komt een licht gevoel van
herhaling in je boven.
Destijds dacht hij erover om alleen op Ameland te
blijven om daar zijn roman af te maken. Een roman die door de acteur
van de "thee-bijeenkomsten" als een keukenmeidenroman werd afgedaan. Een
roman die over Paul en Kars ging.
In het heden denkt Paul er
constant over om af te reizen naar Sicilië. Met vervroegd pensioen wil
hij daar een studie schrijven zoals hij naar de
vrienden toe beweert. Maar hij weet al dat het er eigenlijk op neer zal komen dat hij
honderden pagina's naar Hugo zal schrijven.
In het laatste deel "Een motorfiets uit het paradijs of een
verschoppeling van het universum" komt de zoon van Kars uit Nieuw-Zeeland
naar Nederland om de wereld van zijn vader die overleed voor dat hij
werd geboren te ontdekken. En om van Paul te horen of dat leven mislukt
is, omdat zijn vader nooit de roman had geschreven die hij had willen
schrijven voor zijn dood.
Intrigerende vraag als je, zoals Paul, zelf net op zoek bent naar het
'herstelpunt' in je leven. Dat moment waarop het eigenlijk fout is
gegaan. Ik ga het verhaal niet verder uit de doeken te doen. Kan alleen
zeggen dat wanneer je op een punt bent gekomen in je leven waarop je
filosoferend terug kijkt naar het verleden, het een bijzonder inspirerend boek is,
dat heerlijk wegleest.
Eisjen
december 2007