'En op de Sjabbat zongen de priesters een lied voor de tijd die
komen zal, voor de dag die geheel Sjabbat zal zijn en voor de rust
van het eeuwig leven'
Met dit citaat uit de Misjna Tamid (commentaar op de Tora, het
heilige boek van het jodendom), begint Naomi Aldermans 'Ongehoorzaamheid'.
Een citaat dat meteen de toon zet voor de sfeer waarin het boek zich
afspeelt: een orthodox-joodse gemeenschap in Hendon, een wijk van
London. Charismatisch
leider van de gemeenschap is Rav (rabbijn) Krushka. Het is met zijn
overlijden dat het verhaal begint. Rav Krushka overlijdt en een keten
van gebeurtenissen zet zich in beweging. In de kleine gemeenschap in
Hendon beginnen de voorbereidingen voor de
begrafenis en de herdenkingsplechtigheid. In de huizen van de
gemeenteleden beginnen de speculaties over de opvolging van de Rav. Zal
het Dovid worden, zijn neef en naaste medewerker sinds jaren? Of heeft
Dovid daar niet de kracht voor? Had de Rav maar een zoon gehad.... Maar
de Rav had slechts een dochter. Ronit. Al jaren geleden vertrokken uit
Hendon om in New York te gaan wonen. Sommigen in de gemeenschap weten
niet eens van haar bestaan. Anderen herinneren zich haar als een altijd
opstandig
meisje. Met haar vader heeft ze sinds jaren geen contact meer.
Dovid belt zijn nicht in New York om haar op de hoogte te stellen van
het overlijden van haar vader. Ondanks alles is dat een schok voor Ronit.
Ze zoekt troost bij haar getrouwde (joodse) minnaar Scott, hoewel die
sinds kort de relatie heeft verbroken.
Ronit besluit naar London te gaan. Daar logeert ze bij Dovid en zijn
vrouw Esti. Gaandeweg het verhaal komt het verleden aan het licht. Deels
door de ogen van Ronit, deels door de ogen van Esti. De auteur gebruikt
verschillende lettertypen om het onderscheid in perspectief aan te geven.
Voor Ronit is het vooral een confrontatie met haar joods-zijn en haar
orthodox-joodse jeugd. Ze heeft het jodendom vrijwel afgezworen in haar
dagelijks leven. Maar kun je dat wel als je orthodox-joods bent
opgegroeid?
Kun je dat stuk van jezelf weghalen, ontkennen, laten verdwijnen?
En hoe moet ze zich opstellen in de gemeenschap van Hendon? Ze
rebelleert, jaagt mensen tegen zich in het harnas door haar kleding en
de verhalen die ze ophangt. Ze brengt dagen door in het huis van haar
vader om alles wat hij in de loop der jaren heeft verzameld op te ruimen
en te sorteren. Maar vooral zoekt ze naar de sabbat-kandelaars van haar
moeder. Kandelaars die ze niet kan vinden in de troep. Uiteindelijk
blijkt haar vader ze bij Esti in
bewaring te hebben gegeven. Voor als Ronit ze ooit zou willen hebben.....
Voor Esti is de komst van Ronit vooral een confrontatie met wat er
destijds tussen hen beiden gebeurd is, met de keuze voor Dovid die ze
gemaakt heeft en de vraag naar haar toekomst.
Beide vrouwen komen in de loop van het boek tot een andere verhouding
met hun verleden. Een verandering die ook invloed heeft op hun toekomst.
Over het opgroeien in een orthodox-joodse gemeenschap (zij het meestal
in de VS) zijn meer boeken geschreven. Denk bijvoorbeeld aan een aantal
boeken van Chaim Potok, en aan Vreugde der Wet van Pearl Abraham. Voegt
'Ongehoorzaamheid'
daar iets aan toe? Eigen aan het boek is dat de focus niet zozeer ligt
op het proces van losmaken, alswel op de terugkeer van Ronit en de
hernieuwde confrontatie met zichzelf en haar verleden. Een confrontatie
die haar dwingt zich opnieuw tot het orthodox-joodse te verhouden.
Aanvankelijk is Ronit, waar zij in het boek aan het woord komt, scherp,
negatief, bitter. Gaandeweg verandert die toon. In haar confrontatie met
de mensen van de gemeenschap komt er ruimte voor mildheid, voor iets van
haar liefde voor al die tradities die haar zo beklemden, voor een andere
verhouding tot het joodse stukje van zichzelf. Alderman beschrijft dat
overtuigend, zonder daarin moraliserend te zijn of koste wat kost de
joodse tradities te willen verdedigen. Min of meer parallel hieraan gaat
Esti's weg. Ronits terugkeer zorgt voor een hernieuwd beleven van haar
gevoelens voor haar vroegere vriendin. Toch kiest ze uiteindelijk voor
Dovid en hun kind.
Naomi Alderman leefde een aantal jaren in New York. Tegenwoordig leeft
ze weer in de orthodox-joodse gemeenschap van Hendon, waar ze ook
opgroeide. Dat roept onvermijdelijk de vraag op naar het autobiografisch
gehalte van het boek. Ik weet niet of die vraag op zich zo interessant
is. Wel lijkt het alsof Alderman met 'Ongehoorzaamheid' een antwoord
heeft willen geven op een vraag - misschien wel juist de vraag naar
'ongehoorzaamheid' en de betekenis daarvan binnen de orthodox-joodse
levensvisie, misschien wel binnen elk religieus (of ander) systeem. Op
pagina 256-257 schrijft ze:
"Toen God de wereld schiep, schiep Hij drie soorten wezens:
engelen, dieren en mensen. (...) Engelen kunnen niet in opstand
komen. Ze kunnen geen moment afwijken van Zijn bedoeling. (...)
Dieren hebben op soortgelijke wijze, slechts hun instinct op hen te
leiden (...) De Tora vertelt ons dat God bijna alle zes dagen van de
schepping bezig was met het maken van die wezens en hun
verblijfplaatsen. Maar vlak voor zonsondergang op de zesde dag nam
Hij een beetje aarde en daaruit schiep Hij man-en-vrouw. (...) Wat
is dat, man-en-vrouw? Het is een wezen met het vermogen niet te
gehoorzamen.(...) Wij zijn uniek, wij kunnen luisteren naar de
bevelen van God, wij kunnen ze begrijpen en toch kunnen we ervoor
kiezen er geen gehoor aan te geven. Dat, en niet meer dan dat, geeft
onze gehoorzaamheid haar waarde.(...) Ons leven legt ons keuzes voor,
steeds meer keuzes, elke keuze vermenigvuldigt zich en ons vermogen
onze weg te zoeken is voortdurend aan twijfel onderheveig. (...) En
het enige wat we uiteindelijk hebben zijn de keuzes die we maken."
De stijl van het boek is niet geweldig. Gaandeweg wordt het wel beter
(of viel het me minder op naarmate ik meer door het verhaal werd
meegenomen?) , maar zeker in het eerste deel, zijn nogal cliché-matig.
Daar had wel het een en ander in geschrapt mogen worden! Verder wemelt
het boek van de 'woorden met een asterisk', die achterin verklaard
worden. Deels is dit misschien
onvermijdelijk, maar het zijn er hier wel vrij veel en dat maakt het
lezen niet soepeler. Ook het typografische onderscheid tussen de
gedeelten die vanuit het perspectief van Ronit zijn geschreven en de
overige tekst, is wat irritant. Een zwakte-bod als schrijver, om dit
onderscheid zo op te lossen. De meeste hoofdstukken van het boek
beginnen met een stukje joodse leer, zoals het gedeelte waar hierboven
uit geciteerd werd. Enerzijds boeiend, omdat het iets laat zien van de
binnenkant van de tradities, anderzijds is
de vraag of dat thuishoort in een roman (maar wie bepaalt dat?) en of
het iets toevoegt. Alleen voor geïnteresseerden, ben ik geneigd om op
die laatste vraag te antwoorden.
Alderman schreef met dit boek geen roman die de termen 'verrassend', 'fris',
en 'een nieuwe blik' verdient. Maar de vragen die ze stelt naar
gehoorzaamheid / ongehoorzaamheid zijn wel
interessant.
Manon