Na Mevrouw Verona daalt de heuvel af ben ik nieuwsgierig geworden naar
deze schrijver. Soms stond ik bij het lezen stijf van bewondering voor
Verhulsts schrijfkunst terwijl ik de schrijverij op andere bladzijden
geforcéerd mooi vond of heel soms zelfs lelijk. Niettemin ben ik nog
steeds even geïntrigeerd, hier zit een diamant. De inhoud is gauw
verteld. Een man snakt naar een vrouw die de vrouw van zijn leven zal
zijn. Hij noemt haar zijn miserlou. Een woord dat ik nog niet kende en
dat ik prompt de dag erna ook tegenkwam als titel van een lied van L.
Buttler. ''Melomanen'', zegt Verhulst, ''kennen het woord miserlou via
de
klezmermuziek. Zij is de bezongen woestijnprinses. Haar schoonheid
ontneemt je de asem, slaat de tanden uit je smoel.'' Hij heeft haar één
keer gezien op een terras in Parijs en blijft dat beeld in de jaren
daarna koesteren als zijn droomvrouw. Het woord 'miserlou' heeft de
dramatische connotatie waar het verhaal om vraagt. 'Feinfühlig feurig,
freudig-fetzig und traurig schwermütig' noemt een Berlijnse band met de
naam Miserlou zich. Past ook naadloos op het boekje van Verhulst. Het
boek hierna, Mevrouw Verona etcetera, draagt de montere opdracht: Voor
Nathalie, eindelijk. De miserlou lijkt gevonden, als dat tenminste
mogelijk is bij een miserlou en als je de suggestie van Verhulst dat
deze novelle zijn eigen leven beschrijft wilt volgen.
Het verhaal begint als volgt:
Ik kan me slechts moeizaam van de indruk ontdoen dat ik gelukkig
ben. Het charmante aan dat geluk van mij is dat ik het gulzig deel
met een vrouw die ik niet ken en heel waarschijnlijk ook nooit
kennen zal. Niet is zij de vrouw naar wie ik verlang, niet helemaal.
Zij is mijn verlangen waarvan ik een vrouw heb gemaakt. We maken
weinig ruzie.
Maar ze brengt de dromer ook tot wanhoop:
Een miserlou helpt je kop gewillig in de strop en zij zal het
laatste zijn waaraan men zal hebben gedacht nadat men de stoel
vanonder zijn zelfgebricoleerde galgje heeft geschopt.
(dit gebruik van 'men' vind ik bijvoorbeeld een tegenvaller).
De beeldspraak kan overvloedig zijn:
Aan de toog hingen enige heren zich al naarstig vol fletse pils
te gieten. Hun ogen zaten als kwallen op mijn rug, beten zich vast,
zogen als parasieten alle energie uit mijn lijf.
'Komde gie uuk veur de begraovinge van Anneliezeke, menier?'' Hoepla,
daar had je 't al. In het dialect. Schoon, die dialecten. Sappig.
Toch nam ik mij voor een met boenwas behandeld Nederlands te praten,
dat houdt afstand.
Een met boenwas behandeld Nederlands, dat is het zeker niet geworden
in dit boek. Was onze taal maar zoals V. schrijft. Hoe? Moeilijk dus om
een passend woord te bedenken. Vitaal misschien? Feinfühlig-feurig is al
beter.
jop
Ik zocht op de site naar meningen van andere grrls over Verhulst en kwam
bij september 2003 een helaas naamloze aanbeveling tegen voor Niets,
niemand en
redelijk stil waarin een mooie kwalificatie van zijn stijl: 'Verhulst
blaast branie in de taal'. Wat aardig gevonden!! Wie schreef
die aanbeveling?
Geen
idee waar die tekst vandaan komt! Het is al te lang geleden dat ik nog
weet hoe of wat, maar ik heb het zeker niet zelf verzonnen! Ik weet dat
zeker omdat ik geen gedichtenliefhebber ben en nooit een bundel
gedichten zou aanbevelen!
Dat heb ik vast ergens 'gejat'..zonder erbij te zetten dat het gejat
was..oeps..
Wie
het ook verzon, het is een mooie typering!
'Verhulst blaast branie in de taal'.
> De inhoud is gauw verteld. Een man snakt naar
een vrouw die de > vrouw van zijn leven zal zijn. Hij noemt haar zijn
miserlou. Een > woord dat ik nog niet kende en dat ik prompt de dag erna
ook > tegenkwam als titel van een lied van L. Buttler. ''Melomanen'', >
zegt Verhulst,''kennen het woord miserlou via de klezmermuziek.
ik vind deze
youtube uit 1963. best om aan te zien/horen trouwens. misirlou is
grieks?
> 'Komde gie uuk veur de begraovinge van
Anneliezeke, menier?''
> Hoepla, daar had je 't al. In het dialect. Schoon, die dialecten.
> Sappig. Toch nam ik mij voor een met boenwas behandeld Nederlands > te
praten, dat houdt afstand.
mooi dat boenwas! zo luisteren vlamingen naar ons van het ABN? de taal
die afstand schept. hoewel taal altijd afstand schept
of niet al naargelang etc
> Een met boenwas behandeld Nederlands, dat is het
zeker niet
> geworden in dit boek. Was onze taal maar zo. Zo wat? Moeilijk dus
> om een passend woord te bedenken. Vitaal misschien? Feinfühlig-
> feurig is al beter.
grin, ;-)