In januari 2007 was dit de roman die als maandboek werd gekozen.
Blijkens de citaten gaven veel lezers de voorkeur aan de uitgave in de
oorspronkelijke, engelstalige versie. Everyman.
Om te beginnen een korte samenvatting van deze roman, volgens de
aanbeveling die werd geschreven. Zodat we weten waar het ook al weer
over ging. Aansluitend zijn onze leeservaringen zoveel mogelijk
geclusterd.
***
Alleman is een kleine, sobere roman over ouder worden, aftakelen en
doodgaan. De hoofdpersoon is een amerikaanse man van joodse origine. Was
succesvol in de reclame - business. Hobby: schilderen. Drie maal
getrouwd, drie kinderen uit twee huwelijken. Geboren in New Jersey als
jongste zoon van een juwelier. Zal overlijden als hij 72 jaar is.
Het boek begint met zijn begrafenis, een paar pagina's maar. Een gewone
begrafenis op een verwaarloosd joods kerkhof met familie en wat relaties
die vriendelijke woorden spreken. Aansluitend ligt de 'hij-fguur' in een
ziekenhuisbed voor wat z'n laatste - eenvoudige - ingreep zal worden. En
hij herinnert zich al die vorige keren dat er iemand aan z'n bed zat,
als hij weer eens in 't ziekenhuis was beland. Nu zit er niemand.
Volgt het verhaal van z'n leven, geconcentreerd rond lichamelijk 'gedoe'
(vanaf een liesbreuk als kind tot langdurige problemen met hart- en
vaatziekten) en de mensen daar omheen: ouders, geliefden. Maar relaties
strandden en Alleman (hij blijft anoniem) is uiteindelijk een oudere,
langzamerhand vereenzamende man. Toch nog onverwacht zal hij in een
narcose wegglijden.
***
De mail-discussie kwam kalmpjes op gang en zou ook in de loop van de
maand geen heftige vormen aan nemen. Deze roman gaf daar kennelijk geen
aanleiding toe.
"Wat
mij trof in het boek is de eenzaamheid. De eenzaamheid van de laatste
jaren. Spijt over de spannende slippertjes die zo makkelijk gemaakt
werden (... ) Somber verhaal, intrigerend geschreven, met veel waarheid
erin, ben ik bang. Oud worden met weinig gebreken is denk ik voor niet
veel mensen weggelegd".
En :
"Het
is een mooi, weliswaar weemoedig, maar zeer aangenaam geschreven boek.
Een herkenbaar verhaal inderdaad, d.w.z. zo vergaat het vaker mensen die
wat ouder worden".
"
Het knappe van dit boekje vind ik dat de thema's, over ziektes en
doodgaan, zo zwaar als lood zijn, maar dat het nergens sentimenteel of
zwaar wordt"
Niet iedereen was onverdeeld gelukkig met deze roman.
"Zelf
miste ik wat humor in dit boek". ("Ik denk dat relativeren nou even niet
de bedoeling was".
"Ja,
humor, altijd, ook bij de dood")
" Ik geniet, eh.. genoot, want nu ben ik midden in de medische
verhandeling van alle vaataandoeningen
waaraan onze hoofdpersoon geholpen wordt. Hopelijk houdt dat snel op en
kan ik weer gaan genieten".
" Ik lees mooie zinnen, ik (h)erken rake observaties, de a-chronologie
zit gelikt in elkaar, en toch ...ik had steeds
meer moeite om verder te lezen".
Een grrl genoot van sommige passages:
"Weergaloos
vond ik de overgang op pagina 15 (Engelse versie) van zijn begrafenis
naar 'zijn verhaal':
"In a matter of minutes, everybody had walked away - wearily and
tearfully walked away from our species' least favorite activity -
and he was left behind. (...) Though he had grown accustomed to
being on his own..."
" Left behind - being on his own... Ik heb het wel 20 x gelezen. De man
kan schrijven. Maar dan. Ik vond de hoofdpersoon, de Everyman, een
vervelende vent. De eerste keer dat ik het las vond ik hem niet prettig.
Bij de herlezing werd dat nog erger. De antipathie nam per bladzijde
toe".
Een vervelende vent. Die mening werd door sommigen gedeeld.
"Ik
had vaak een enorme hekel aan de hoofdkarakter ...met zijn levenspad van
de steeds jongere vrouwen .."
Het was duidelijk: deze roman had als inspiratiebron de ME-se moraliteit
Everyman. In de Middelnederlandse literatuur bekend als Elckerlyc. Roth
in gesprek met Zeeman (Volkskrant 21/04/'06):
"De mooiste zin tussen Chaucer en Shakespeare: "O deth, thou
comest whan I had thee leest in mynde".
Dus werd de Elckerlyc er op nageslagen.
"..
ik ben eerst maar eens op gaan zoeken waar dat verhaal ook alweer over
ging. In Elckerlyc wordt een man uitgenodigd door de Dood, maar hij wil
pas meegaan als hij gezelschap heeft. Hij zoekt gezelschap voor de reis,
maar het is nogal lastig iemand te vinden die mee wil gaan. Uiteindelijk
vindt hij er toch een paar, maar helaas, te laat komt hij erachter dat
niet één ervan van plan is om de hele reis mee te maken".
Er volgde een discussie over het personage Alleman. Een man van vlees en
bloed of het verhaal van een anonieme 'male body' ? (Pag. 52: "Should he
ever write an autobiography, he'd call it The Life and Death of a Male
Body".)
"Ik
vond het schrijnend dat iemand op het eind van zijn leven, hoewel hij
dit zelf niet weet, eigenlijk vindt dat hij niets goeds tot stand heeft
gebracht. Zou je zo worden als je alsmaar ziek bent en de dood steeds
maar weer in de ogen moet kijken?"
"Mijn
gedachte: je zou in deze roman niet zozeer hoeven te personificeren. 't
Gaat hier niet in eerste instantie
om een individu, maar om 'de sterfelijke mens'".
"Jij vond dat ik niet zoveel zou moeten personificeren. Dit boek gaat
volgens mij echter niet alleen over Het Lijf als een Idee. De
Hoofdpersoon mag dan geen naam hebben,
hij is luid en duidelijk aanwezig, hij is wel degelijk iemand. Dit gaat
over vergankelijkheid, ziek zijn en sterven. Dat is een universeel iets,
maar tegelijkertijd iets heel persoonlijks. Je leest het, naar mijn idee,
vanuit je eigen belevingswereld en tegelijkertijd vanuit een algemeen
menselijk perspectief."
"Dat
leek me juist de kern van wat Roth zeggen wil: in ziekte en dood zijn we
allemaal gelijk, in 'leven' zijn we
uniek".
"
Everyman, onze Elckerlyc, is geen individu met alleen voor hem
kenmerkende karaktertrekken, maar een personage dat door universele
deugden en ondeugden
wordt begeleid. Maar deze Alleman? Zijn maker mag zijn voornaam dan
ongenoemd laten, maar verder is hij niet erg anoniem: zijn hele,
specifieke levensgeschiedenis wordt in een aantal fragmenten uit de
doeken gedaan, tot in details. (....) Het hinken op twee stijlen (het
onpersoonlijk-universele van de parabel en het persoonlijk-unieke van de
psychologische roman) maakte
het voor mij tot een wisselende leeservaring waar ik licht teleurgesteld
uit tevoorschijn kwam".
Naast de anonieme Alleman figureren een aantal vrij onuitgewerkte
personages (die overigens wel degelijk een naam kregen). Een ex, de
dochter, de broer. Dat bleef niet onopgemerkt.
"De
'platte' personages van de broer en de dochter hebben door hun
vlekkeloosheid wel iets van de allegorische figuren in de oude
moraliteit. Zij onderstrepen in hun volmaaktheid de achteloosheid van de
hoofdfiguur".
"Ik
weet niet of Roth in bv de personen van 'de broer' en 'de dochter'
allegorische figuren heeft willen neerzetten. Geloof het eigenlijk niet.
Althans zo heb ik niet gelezen. Ik zag hen meer als de mensen die ooit
aan A's ziekenhuisbed hadden gezeten en nou allemaal foetsjie zijn.
Inderdaad - geen romanfiguren. Want slechts vanuit een enkel perspectief
bekeken".
"Het
gekke van Everyman is, dat hij dus geen maatje kan vinden. Alle mensen
in zijn omgeving zijn of al dood (zijn ouders), of druk (zijn broer), of
inmiddels door hemzelf verlaten ....of anderen hebben hen nodig (dochter).
Het gekke is dat Roth de situatie eigenlijk omdraait. Zolang hij in
gezelschap is gebeurt hem niets. Hij komt immers elke keer goed door de
operaties heen? Die laatste operatie is de situatie anders: hij
ondergaat die alleen. En juist dan wacht de dood niet langer en slaat
toe".
Waardering was er alom voor de structuur van de roman. Geen citaten
daarover. Ook was er aandacht voor motieven.
"En
verder natuurlijk de symboliek van de tijd (klokken, horloges) die voor
niemand te stoppen valt. In dat opzicht vond ik het citaat over de
winkel van vader erg mooi:
"It's a big deal for working people to buy a diamond," he told
his sons, "no matter how small. (.........) His wife owns something
that is imperishable. Because beyond the beauty and the status and
the value, the diamond is imperishable. A piece of the earth that is
imperishable, and a mere mortal is wearing it on her hand!"
En natuurlijk ging het ook over die scene met de grafdelver op dat
oude joodse kerkhof. Alleman ging daar een kijkje nemen, kort voor zijn
laatste ziekenhuisopname. Zijn ouders lagen daar begraven. Dat hier
sprake was van een verwijzing naar Hamlet, werd duidelijk. Zeker na een
toelichting, rechtstreeks uit Shakespeare.
"Act
5, Scene 1: Hamlet staat met een schedel in zijn hand (hij loopt in een
kerkhof rond en komt een paar grafdelvers tegen waarvan hij vindt dat ze
een beetje slordig met de botten omgaan die ze hier en daar tegen komen
tijdens het graven) en betreurt het feit dat zo'n levenloos stuk bot
alles is dat overblijft van deze ooit zo grappig persoon. Hij gaat
verder doorfilosoferen en concludeert dat zelfs van de grootste mannen
uit de geschiedenis er niets meer dan stof overblijft."
"
Het lijkt echt een antwoord op Hamlet. Met de grafdelver voert 'Alleman'
een behoorlijk praktisch gesprek (hij krijgt uitleg over hoe het
grafdelven in z'n werk gaat), maar voordien, als hij nog alleen over het
kerkhof wandelt waar zijn ouders liggen en hijzelf niet lang daarna ook
zal liggen, formuleert hij (staande bij het graf van zijn ouders) zijn
eigen bottenfilosofie:
"Between him and those bones there was a great deal going on, far
more than now transpired between him and those still clad in their
flesh. The flesh melts away but the bones endure. The bones were the
only solace there was to one who put no stock in afterlife and knew
without a doubt that God was a fiction and this was the only life
he'd have."
Dat was het zo ongeveer. Conclusie? Gemengde gevoelens. Waardering ,
twijfel en tegenzin. Om met een grrl te spreken: "Kortom, een goed
rotboek".
Mart
maart 2007