Peter Buwalda
Bonita Avenue
543 pagina's | De Bezige Bij | september 2010



In 2010 debuteerde Peter Buwalda met de roman Bonita Avenue. Het boek deed het goed bij de nominaties voor de verschillende literaire prijzen. Het stond op de shortlist van de Libris Literatuur Prijs, de Gouden Strop, de vijfjaarlijkse KANTL-prijs, de AKO Literatuurprijs, de NS Publieksprijs en de Academica Literatuurprijs voor debuten. De laatste was de enige prijs die hij ook daadwerkelijk in de wacht sleepte.
Vijf boekgrrls lieten hun licht schijnen over dit goed ontvangen debuut. Spannend vonden ze het zeker, maar was het ook mooi?

Hoewel ik dit boek grotendeels met plezier heb gelezen, begrijp ik de tekst op de voorkant (“Een staande ovatie” – de Standaard) en de laaiende lof die er in De wereld draait door over werd uitgesproken, niet. Misschien heeft Matthijs van Nieuwkerk het wel goed gezien door dit boek te vergelijken met Underworld van Don DeLillo – dat boek sprak me zo weinig aan dat ik het niet uit heb gelezen. Maar het is, volgens Matthijs, een ‘all  American novel’, zoals dit boek van Buwalda een ‘all Dutch novel’ zou zijn, want‘alles komt erin voor’. Nou, alles? Ja, de vuurwerkramp. Op de achtergrond, en prima gedaan. En de ZX-Spectrum en Rubik – maar die zijn helemaal niet specifiek Nederlands, natuurlijk. En verder is het toch wel een hele particuliere geschiedenis van de personages die Buwalda in zijn verhaal bijeen heeft gebracht. Wel een bijzondere en interessante, en tegen het einde van het boek ook beslist spannende geschiedenis, maar helaas ook een met ontzettend veel niet al te relevante zijpaadjes. Daarom drong zich tijdens het lezen steeds vaker de vergelijking met een omgevallen boekenkast aan me op: Buwalda lijkt wel een omgevallen feitenkast - kijk eens wat ik allemaal te vertellen heb! Maar was het nou nodig dat allemaal in één boek te stoppen? Ik bedoel: was het boek slechter geweest als Buwalda die chutney verkopende Italiaan had weggelaten? Of dat meisje uit een goede familie waar de Sigerius in z’n midlifecrisis iets mee krijgt?
Volgens mij niet, en volgens mij waren er nog veel meer van dit soort zijpaadjes in het verhaal die van mij best weggelaten hadden mogen worden, en die ik dus ook allang weer vergeten ben.
Dan de stijl. Daar was men op tv ook lyrisch over. Nou ja, de zin die Matthijs voorlas was ook best leuk, maar die stond pas op ongeveer tweederde van het verhaal. Zelf heb ik helemaal geen geeltjes geplakt bij bijzondere zinnen. Wel bij twee woorden. Eerst bij gallisch: leuk, dacht ik, een spreektaalwoord dat ik zelden meer hoor.  Probeert Buwalda hiermee een tijdsbeeld te scheppen? Hm, waarschijnlijk niet, want hij gaat er niet mee
door. Tot ik stuitte op het woord spatjes (spatsies, zeiden wij indertijd). En dat vond ik eigenlijk alleen maar raar, want het paste niet bij de persoon bij wie het in de mond werd gelegd (ik weet niet meer wie dat was) en, naar me leek, ook niet in de tijd waarin  het verhaal zich op dat moment afspeelde. Meer dus een kwestie van particulier woordgebruik van de schrijver waarvan je je af kunt vragen hoeveel (jongere) lezers nog begrijpen wat er staat. Niet zo erg, natuurlijk, gelukkig begreep ik het zelf wel, dus doorlezen maar. Een ander stijlaspect vond ik aanzienlijk irritanter, maar dat vergt enige uitleg. Het boek bestaat uit zeer veel niet al te lange episodes, die steeds tussen witregels zijn geplaatst, en waarbij een volgende episode zich met grote regelmaat afspeelt in een andere tijd (jaren zestig, jaren negentig, de tijd van de vuurwerkramp, het ‘heden’), op een andere plaats (Enschede, Utrecht, verschillende plaatsen in de VS) en met een ander vertelperspectief  (Sigerius, Aaron, Joni) dan de vorige. En vrijwel nooit vertelt Buwalda er dan bij waar, wanneer en in wiens leven de lezer zich nu weer bevindt: dat moet je zelf maar achterhalen. Een verteltruc die soms best goed werkt, maar in dit boek irritant worddt omdat Buwalda hem maar blíjft herhalen. En wel zó, dat ik zelfs over de helft van het boek (op p. 346) nog drie alinea’s nodig had voor ik er – door het noemen van een rokje - achter kwam dat hier Joni aan het woord was. Jammer, want dit maakte heb boek lastig leesbaar en ik kan me niet voorstellen dat het niet vele minder ervaren lezers afschrikt. Hopelijk denken ze dus niet dat dit nu bij uitstek
Nederlandse literatuur is. Niet dat het dat niet is, maar Nederlandse literatuur kan ook veel beter geschreven en makkelijker leesbaar zijn dan Bonita Avenue. Wat – dat herhaal
ik toch nog maar even – qua verhaal zeker wel de moeite waard is.

Een verteller eerste klas is deze Buwalda!
Ademloos hang je aan zijn lippen, nou ja, pen, terwijl je dit boek leest. In het kort is dit het verhaal van een ramp die het gezin Sigerius treft, waarbij Aaron, omdat hij de geliefde van Joni is, meegetrokken wordt. Zoals dat dan gaat zijn de hoofdrolspelers natuurlijk zelf de aanstichters van al die ellende. Ze zijn wel van goede wil, maar verliezen de controle. En als de bodem onder hun bestaan wegvalt, is het maar de vraag wie van de familie
hier goed uitkomt, en wie er onder door gaat. Het verhaal speelt zich af rond de vuurwerkramp van Enschede, maar zonder dat die nadrukkelijk aanwezig is. De impact is niet groter als andere gebeurtenissen die in het leven van een mens gebeuren.
Ik ga de plot niet verklappen, ik laat dat over aan Aaron en Joni die de belangrijkste vertellers van het verhaal zijn, met Siem Sigerius als goede derde.
Bonita Avenue is de straat in Berkeley, Californië, waar het gezin van Sigerius gelukkig was. Eigenlijk wordt het maar heel af en toe genoemd, steeds als een korte verwijzing naar een verloren idylle, die langzaam maar zeker uit elkaar spat. Plastische beschrijvingen, meeslepende stijl. Langzaam opgebouwd, met flashbacks en wisselende vertelperspectieven leveren een toenemende dreiging naarmate het einde nadert. Zeker aan het eind, maar al eerder, deed het mij denken aan Grunberg. Waarschijnlijk ligt dat aan de directe manier van vertellen. Buwalda draait er geen doekjes om.
Een heerlijke meeslepende roman, dramatisch, filmisch, en vooral: het smaakt naar meer!

Ik ben tot pagina 150 gekomen en vind dat al een prestatie
Ik vind het namelijk een erg beklemmend, benauwend, akelig verhaal dat ik nu niet verder wil lezen. Ik probeer toch altijd de debuten te lezen, hoewel ik steeds vaker afhaak. Gezien de lovende recensies heb ik het toch geprobeerd. Maar ik merk dat het verhaal weerzin bij me oproept. Vooral iets erg beklemmends wat ik vaker bij Nederlandse schrijvers aantref. Geen enkele humor, geen enkele lichtheid. En de beklemming wordt steeds erger. Ook vind ik de overgangen soms te groot.
De vorige boekgrrl zal het helemaal niet met me eens zijn, zij, en gezien de recensies velen met haar, vonden het een prachtig boek.

Ik heb een duwtje in de rug nodig om aan dit boek te beginnen, maar jouw mail is dus een duwtje terug, want ik vermoedde al dat het boek geen spekkie voor mijn bekkie was. Buwalda zei in een interview: 'Ik wilde vooral het zedelijk verval tekenen binnen een keurige, maatschappelijke hoeksteen', waarop de interviewer meedeelt dat dit gelukt is in een beeldende, rijke taal, 'volgespoten met testosteron'. Geen woord over humor en die  kan ik niet missen, er hoeven geen dijenkletsers te zijn, maar wel wat relativerende humor, een plotselinge lichtheid. Is  trouwens ook een stijlkenmerk, de woorden zo kunnen hanteren dat het gezegde absurd wordt of een onverwacht perspectief biedt. Heerlijk als een schrijver dat heeft. Zo kun je een verhaal óók vertellen. Kortom: meer zin in relativering dan in testosteron en goed verbeeld zedelijk verval.
Mocht de enthousiaste boekgrrl kunnen zeggen dat Buwalda wel degelijk die lichte toets heeft, dan slik ik de testosteron alsnog.

  Op mijn schouders rust nu de verantwoordelijkheid of jij dat boek gaat lezen en ik vind dat wel erg moeilijk. Ik heb zelf het boek met plezier gelezen, en als ik het vergelijk met Grunberg dan moet er toch ook wel wat van die ironie te vinden zijn dacht ik. Voor de zekerheid heb ik het boek op verschillende plekken opengeslagen en een stuk gelezen. Helaas heb ik geen humor gezien.  Ik zou het hele boek moeten herlezen om te weten of er meer redenen tot vergelijking met Grunberg zijn dan wat ik me herinner: de wat absurde verwikkelingen, de impulsiviteit van de personages en hun niet alledaagse keuzes.
Ik weet niet of er voldoende humor in zit voor jou.

Oké, ik heb het gelezen: 543 bladzijden, behoorlijk spannend, je vliegt erdoorheen. Ik las ergens: "Bonita Avenue is 'the great Dutch novel'. Een vuistdikke zedenschets, geschoeid op Amerikaanse leest, waar Buwalda 4 jaar onafgebroken aan
werkte. Critici roemden het schrijfplezier dat van iedere bladzijde afspat, het stilistisch vuurwerk en de constructie van het verhaal, dat 'nergens uit de bocht vliegt'. Ik haakte niet na 150 blz. af door weerzin tegen de verstikkende sfeer, al moet ik toegeven dat er heel wat gruwelijks plaatsvindt, die die eerste 150 pagina's waren nog maar de opmaat. Ik ben het met eens met de grrl die vond dat  het een meeslepende roman is, dramatisch, filmisch.
Buwalda's boek doet haar denken aan Grunberg en dat is dan voor mij wel de Grunberg van Huid en Haar dat je ook kunt zien als zo'n moderne zedenschets.
Dochter Joni bezorgt haar ouders stuitende verrassingen. Wat ik daar nog het mooist aan vond was dat haar moeder glashard blijft ontkennen dat het haar dochter is die de beest uithangt. Kennelijk is haar ouderliefde letterlijk blind. Het was een klein
psychologisch hoogstandje waar Buwalda me bij uitzondering mee verraste, want wat dat betreft is hij nog lang niet van het niveau van Grunberg. Hier en daar een sublieme opmerking die iets verwoordt waarvan ik me nog maar half bewust was, zulke Aha-Erlebnisse bezorgt Grunberg me wel, Buwalda niet, maar spannend was dit boek zeker. Wie van zeer bijdetijdse verwikkelingen houdt kan hier terecht!

Jammerjammer, dat ik niet kan uitpakken over de onsmakelijke inhoud van die verwikkelingen want dat zou teveel verklappen.
Amerikaanse leest? Wat zou daar mee bedoeld zijn? Het verhaal speelt gedeeltelijk in Amerika, maar ik vind het een heel Nederlands boek met al die aandacht voor de verhoudingen binnen een harmonisch, welgesteld  gezin waar de schaduw consequent maar vergeefs wordt uitgebannen.

Is het boek van Buwalda een aanbeveling waard? Voor mensen die van spannende boeken houden zeker, dat heb ik denk ik wel duidelijk gemaakt. Zelf weet ik nog niet wat ik er precies van moet denken. Ben geen thriller-lezer, wil meer dan spanning, maar ik heb weer wel waardering voor het vuur waarmee dit boek geschreven is. Aan de ene kant wordt er teveel overhoop gehaald, lijkt er nauwelijks geschrapt te zijn,aan de andere kant blijft het verhaal ondanks alles overeind. En dat gebeurt toch wel
omdat de ontwikkelingen goed uit elkaar volgen.
De lokaties bevielen me ook, wijk-C (een volkswijk in Utrecht), de
Universiteit van Berkeley en die  van Twente, plus nog een beetje Tweede Kamer en een heel bedenkelijk bedrijfsterrein in Amerika. Het ontsporen van een dochter die tot haar puberteit een prinsesje was, dat is zeker een thematiek die me interesseert. Kortom, er was best veel wat me beviel, maar de personages bleven zo onsympathiek terwijl rotzakken ook aardige kanten kunnen hebben, maar dat hoort geloof ik bij het genre, het gaat om de gebeurtenissen en de personages mogen eendimensionaal blijven. Conclusie blijft dan denk ik toch: een goed boek voor wie van het 'spannende boekengenre houdt.

Je beschrijft het mooi maar vond je het boek ook goed?
Je schrijft dat het een meeslepende roman is, dramatisch filmisch maardan weet ik niet of je het boek goed vindt.
Ik houd ook niet van de boeken van Grunberg misschien dat dát de clou is. Overigens ben ik kennelijk een van de weinigen die niet kapot is van het boek van Buwalda. Ik heb tot nu toe nog geen slechte recensie gelezen. Het zal dus wel aan mij liggen maar ik ga altijd voor het verhaal, en dat vond ik veel te benepen. Dat gezin en die Joni, alles is zo drukkend. Dat vind ik dus wel vrij Hollands, alles is zo bloedserieus en zwaar.
Zoals ik al eerder meldde mis ik humor of wie weet zit er humor in maar zie ik die niet?

Je vroeg '' Vond je het boek ook goed?'' Wel goed, niet mooi. Humor (erg van smaak afhankelijk denk ik): de rector magnificus wordt betrapt  als hij dameslingerie heeft aangetrokken en hij wil vluchten , maar waarheen. Staat hij daar in een kanten string. Hij pakt op zijn vlucht ergens van een waslijn een theedoek voor over zijn hoofd en ligt dan op zijn buik op een balkon van een flat waarvan de bewoners nog niet thuis zijn angstig  te wachten tot het donker is. Ik zag het voor me, maar ik ging niet van de man houden, ik voelde geen medelijden, geen enkel personage in het boek is met liefde getekend. Ik vind een boek mooi als een schrijver kans ziet om aan de miserabelste figuur toch ook iets te geven wat je voor hem in kan nemen. Maar erg benépen is zo'n scène niet denk ik. Wat er allemaal volgt nog minder.

Met plezier gelezen, moet ik zeggen. Een 'vet' boek,   letterlijk (543 pg's!) en figuurlijk. Vet - want de ingrediënten mogen er zijn: porno, moord en doodslag. En dat binnen een superbeschaafd gezin. Wat heet: de mannelijke
hoofdpersoon eindigt zijn carrière als minister van onderwijs!
Toch prettig leesvoer? Jazeker. Zit 'm (natuurlijk weer) in de uiterst plesante schrijfstijl van Buwalda. Hij weet zijn personages neer te zetten.En de plot is zeer zorgvuldig uitgewerkt - dat moet ook wel als je zo lang over een roman 'doet'! Hoewel - al die tijdverschuivingen (2000 - 2008) maakten dat ik af en toe de kluts even kwijt raakte. En zo weet 'k ook nog wel een paar 'hoewellen'.
De plot? Ik grote lijnen bekend, neem ik aan. Een alom gerespecteerd wetenschapper werkt zich hopeloos in de nesten. Zijn kinderen (eigen zoon, stiefdochter) confronteren hem met zaken waarop hij geen antwoord heeft. En hij raakt de controle langzaamaan geheel kwijt. Een tragische held, deze heer? Nee hoor. Daarvoor is 't verhaal inderdaad te 'plat'. Maar wel spannend. De afronding van deze roman bezorgde me overigens een fikse kater. Te macaber, teveel over the top. Had dat nou niet wat subtieler gekund?

Ha, mij ook. Misschien nog niet eens vanwege te macaber of over the top, maar vooral vanwege te open. Die 'grande finale', om het zo maar te noemen, die je al het hele boek ziet aankomen,
wordt naar mijn smaak toch te dunnetjes verantwoord.
En verder vond ik het gewoon jammer dat de figuur Aaron - die ik het sympathiekst vond - hier als geheel onbelangrijk buiten beeld raakte. Maar ja, een happy end zat er gewoon niet in, natuurlijk...

Overigens ben ik 't in grote lijnen eens met je kritiek. Vooral de constructie bevalt me niet, omdat er teveel losse eindjes zijn. Waarom dat uitgangspunt van 2008 gekozen? Zeven jaar na die fatale data? De belangrijkste personages rommelden kennelijk voort, zonder iets aan 't verhaal toe te voegen. En ik miste Tineke, een belangrijk en sympathiek personage.

Ja, ook dat was jammer, haar perspectief ontbrak. En ik verwachtte dat me tegen het einde van het boek wel duidelijk zou worden waarom zijn in het begin van het boek (in 2008) zo
tegen Aaron uitviel. Dat heb ik uiteindelijk niet begrepen, dus of niet goed genoeg gelezen, of het is zo'n los eindje dat wat mij betreft beter vastgemaakt had kunnen worden.





Marjo, Dettie, Jop, Mart en Monalisa


 









bonita avenue





peter buwalda

Peter Buwalda


Peter Buwalda
over het schrijven
van zijn  boek
filmpje

Academica Literatuurprijs

Interview in
Vrij Nederland
Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 26/11/11  janneke