SLEUTELFIGUREN EN
ANDERE VERWIJZINGEN
De mails hierover gingen vooral over de sleutelfiguren.
-----
De karakterontwikkelingen van Max en Onno (waarin Mulisch zelf en zijn
bekende schaakvriend – van wie me nu de naam niet te binnen schiet –
model
stonden).
Jan Hein Donner (oom van huidige minister, geloof ik).
En Mulisch zelf kan me niet zo schelen, maar ik vind het optreden van
Max
en zijn vriend Onno hinderlijk sleutelromanachtig, en de stijl waarin de
familie Quist is getekend belachelijk.
Deel I vond ik een feestje om te lezen. Zoals ik me ook kan voorstellen
dat Mulisch lol had bij ’t schrijven. Een fraai portret van A’dam eind
sixties. Max en Onno = Harry en JH – je ziet ze voor je. Leuk, zoals die
heren vervolgens ook weer, samen met ‘de bekende componist’ hier en daar
in een andere functie opduiken. Vervrolijkend vond ik dus dat verslag
van
die manifestatie (hfst. 9): met Rudi Dutschke en die knakker met dat
gaatje in z’n kop (hoe heette ie ook al weer – was zelfs op de tv). En
die
Bart Bork, die ook later weer in Cuba opduikt, dat zal toch niet de
recent
overleden Bart Tromp zijn? (Je ziet – nieuwsgierig is deze lezer wel,
als
't om persoontjes gaat!)
Bart Huges, de man die wereldberoemd werd door in 1965 een gaatje in
zijn
voorhoofd te boren om zijn bewustzijn te verruimen om ‘permanent high’
te
zijn, is vorige week overleden. In alle stilte.
Er is wel één persoon die me ineens opviel deze keer tijdens het lezen
als
iemand die ik moest kennen. De slechtgeschoren man die sympathiek een
hand
op de schouder van Onno legde tijdens een crisismoment in zijn carrière.
Hij werd ook later premier. Ha! Slechtgeschoren en handtastelijk – het
kan
natuurlijk niemand anders dan Lubbers zijn :-)
Ben inmiddels een eind onderweg in deel 3. ‘Kuku’ groeit op.
Normaalgesproken een beetje een ‘creep’. Maar ja – hij is niet ‘normaal’
natuurlijk. Mooie passages over het contact met z’n moeder! Leuk ook om
die Drentse nep-archeoloog weer es tegen ’t lijf te lopen. En Jan
Schaefer
en die mislukte formatie Van Agt-Den Uyl.
Tjerk Vermaning met zijn ‘bijzondere’ vondsten die hij tevoren zelf
gefabriceerd had.
Een subplot is ongetwijfeld de beschrijving van A’dam/Het Haagse en
dergelijke uit de jaren 60/ 70. We komen het allemaal tegen: de
studentenopstanden, Cuba, ’t begin van D66, NieuwLinks, de ‘dansende
beer
met de pijp’ (hoe heette ie ook al weer), en Lubbers. Zeker een laagje
dat
in vertaling verdwijnt - maar wel erg leuk!
André van der Louw?
En wat de politieke laag betreft: die zit er zeker in! In de jaren 60
stonden in de picture: De man met de snor (Harry van den Bergh), de
nieuwe
Liberaal (Hans van Mierlo van D66), kortom de hele politieke scène van
1967 komt voorbij! En Onno is de zoon van een minister-president.
Verder heb ik de HP-special gekocht die is uitgegeven vanwege Mulisch’
tachtigste verjaardag. Door wat ik heb gelezen in de oude interviews die
daar in staan, heb ik de indruk dat de figuur van Max overeenkomsten
heeft
met Mulisch zelf (de qua nationaliteit gemengde afkomst, de rol van de
vader in de oorlog, de woning in Amsterdam). Leuk!
Las in een van de interviews naar aanleiding van de 80ste verjaardag van
Mulisch dat Onno losjes gebaseerd is op Max Euwe, en de familie Quist op
de Donners. En de seriële muziek van Peter Schat wordt ook wel degelijk
genoemd in het boek.
En ik hang nog steeds in hoofdstuk 3. Onno is vertrokken. ’t Kasteel
gaat
worden ontmanteld – conform ’t einde van de opvoeding van Kuku.
(Remember
die populaire tv-serie voor kids?) Overigens leuk hoor, die fragmenten
over de mislukte formatie ’81! Daar heb je ze weer op die boot (van
Duysenberg?). Den Uyl, van Agt, en zelfs ‘de jongeheer Wiegel’ als Koos,
Dorus en Piet. Nog steeds mis ik Marcel van Dam. En die orgelspelende
partijvoorzitter? Overigens – weten jullie nog ’t gedonder over die
comateuze vrouw die geen enkele instantie uit haar lijden wou verlossen?
Werd die uiteindelijk niet naar ‘het kasteel’ gebracht?
Q en Q jazeker, mijn kinderen zaten er iedere zaterdagavond met rode
oortjes naar te kijken. Die comateuze vrouw was Mia Versluis. Die is
uiteindelijk in 1971 overleden....
Maar bij Piet had ik me trouwens de niet te vermijden H.A.F.M.O. (Van
Mierlo) voorgesteld. Dus naar aanleiding van je mail heb ik even
gegoogled
en daarbij kwam ik erachter dat Jan Terlouw, bij mij helemaal in de
vergetelheid geraakt, waarschijnlijk een betere kandidaat is. Daar past
in
ieder geval ook wel “de verbaasd-onschuldige blik die hem zoveel stemmen
opleverde”.
Mulisch verwijst volgens mij ook naar zichzelf: “Ada had ook de
schrijver
gezien die die Amsterdamse avond in het forum had gezeten, net als de
schaakgrootmeester trouwens.” (verwijst hij hier naar Jan-Hein Donner?
Op
Cuba ontmoeten zij elkaar weer: “… ontmoette hij naast zich plotseling
de
blik van de Nederlandse schrijver, die in Amsterdam in het forum had
gezeten.” (…) “Ik fantaseer nooit iets (…). Ik herinner het mij. Ik
herinner mij dingen, die nooit gebeurd zijn. Net als wanneer je mijn
roman
leest.”
Hierop is al gereageerd dat het Piet-Hein Donner moet zijn en Max het
alter ego van Harry Mulisch zelf.
Gek, ik las dat toch anders. Want ze komen Donner en Mulisch diverse
malen
tegen. Haha, zo zie je maar weer, op confronterende momenten (dat forum
in
Amsterdam, op Cuba) jezelf tegenkomen. Meesterlijk!
Tuurlijk, de weird professor zeg maar. Maar bij Max doet hij het ook,
met
zijn pakken, die vreselijke auto, dat extreem nette appartement. Volgens
mij ook om te illustreren hoe bijzonder en ‘toevallig’ de vriendschap
tussen de twee zo uiteenlopende mannen is.
En wat ik zo mooi vond was dat toen Max en Mulisch elkaar spraken, Max
(tot dan toe geheelonthouder, net als Mulisch) dronken was, en daarom
dubbel zag. Prachtige vondst, toch?
Gevonden in hoofdstuk 17 (p. 207). Een driedubbele Harry, dus. Oef, dat
is
wel heel veel:-)
Die zwarte raaf is ook weer zoiets. Vond het volgende: zelfs Edgar de
Raaf
heet niet zomaar Edgar. Mulisch eert in deze reïncarnatie van Max de
dichter Edgar Allen Poe en diens gedicht: De Raaf. Als je bedenkt dat
Max
eerst als een soort H. Geest (meestal afgebeeld als witte duif) de vrouw
van Sint Jozef (Onno) zwanger maakt, is het wel een cynisch grapje dat
hij
als zwarte raaf terugkeert. Weer een speelse spiegeling.
Verwijzing Hooglied:
Mulish verwerkt dat in een tamelijk hilarische scène. De
dronkemanstoespraak van Onno op blz. 302: Mijn vlees geurt als ene roos
van Saron... Gelijk ene lelie onder de doornen, alzo ben ik onder de
zonen
Hooglied: Ik ben een lelie van de Saron, een wilde lelie in het dal. en
Als een lelie tussen de distels, zo is mijn vriendin tussen de meisjes.
en
Mijn bruid, je lippen druipen van honing, melk en honing proef ik onder
je
tong, Mulish: Mijne lippe druppen van honingzeem, mijne scheuten zijn
een
paradijs van granaatappelen Enz. enz. tot op blz. 303. Met dank aan het
hooglied van Leonard Lechner (1533-1606) uitgevoerd met een van mijn
koren. Ik herkende het meteen.
index boekgrrls
bespreking Ontdekking van de Hemel
|
De diverse onderdelen
van de Ontdekking van de Hemel
die de boekgrrls bespraken:
Het verhaal
De proloog
Intermezzi en hemelse plannen
Getallen, symbolen,
geometrische figuren, muziek en architectuur
Wie of wat is Quinten en wie is
zijn vader
Foutjes
Overige mails over de inhoud
Waardering
|