Deza werkt bij een organisatie die op de een of andere manier is
verbonden aan de geheime dienst in Engeland. Wat die organisatie nu
precies doet en in opdracht van wie, is Deza (Spanjaard van origine)
eigenlijk niet bekend. Hij is gevraagd om voor deze organisatie te gaan
werken door Wheeler, een vriend (inmiddels op leeftijd) die hij heeft
overgehouden aan zijn eerste verblijf in Engeland. Deza was toen docent
aan de universiteit in Oxford, evenals Wheeler. Deza is toen weer naar
Spanje gegaan en heeft daar Luisa ontmoet, getrouwd, 2 kinderen. Maar
Jaime (voornaam Deza) en Luisa zijn gescheiden van tafel en bed en Deza
is weer naar Engeland vertrokken. Veel figuren die in deze roman aan de
orde komen, speelden ook een rol in de eerdere boeken van Marias. Deza
is al enige tijd de hoofdpersoon van de diverse boeken van Marias.
Het werk van Deza bestaat uit het analyseren van mensen en hun
gedragingen en dat te vertellen aan Tupra (zijn baas bij deze
organisatie). daarom ook "Jouw gezicht morgen". Deza weet haarfijn te
vertelen en nog beter dan de betreffende personen zelf waarom ze op een
bepaalde manier handelen en hoe ze gaan handelen.
De roman begint vrijwel waar deel 1 is opgehouden. Vrouw achtervolgt
Deza de hele avond en belt uiteindelijk bij hem aan. Maar eigenlijk zijn
de gebeurtenissen niet relevant, maar de beschrijvingen van die
handelingen, gedragingen en emoties zelf. Dat is de kracht van Marias.
Zoals jullie weten, ben ik een grote fan van Marias. Over
deel 1 van Jouw gezicht morgen was ik
lyrisch, maar nu knaagt er wat. Dat ligt waarschijnlijk niet aan de
auteur doch aan mij. Ik had dusdanig hoge verwachtingen, maar er zitten
wat kleine minpuntjes aan deze roman:
Vrijwel het gehele boek rust op een gebeurtenis van een avond,
waarin Tupra redelijk gewelddadig is. Het intrigeert om te lezen hoe
dat uitwerkt op Deza, die angst heeft om zelf gedood te worden door
Tupra. Marias beheerst als geen ander de kunst om dan te beschrijven
wat dan door iemand heen gaat, maar de gebeurtenis zelf stuit mij
(en Deza) tegen de borst.
Er lijken meer dialogen (gesprekken tussen de personen in de
roman) in te zitten dan in deel 1 en in de andere boeken van Marias.
Wellicht zit ik daar naast en heb geen goed beeld meer van de andere
boeken op dit punt, maar het viel me op en ik vond het jammer. Geef
mij maar die lange dialogen die Deza in zichzelf voert en
uitstrekken over pagina'ssssssssss.
Het einde van deel 1 schiep verwachtingen tav deel 2 (wie is die
vrouw, waarom loopt ze uren in de stromende regen achter Deza aan?).
Deel 2 begint hier ook mee, maar de ontwikkeling hiervan stelt wat
teleur. Af en toe komt dit terug in de roman. Bijv.. waar Deza
nadenkt over zijn relatie met Tupra en hoe de gedane belofte de
relatie Deza-Tupra beïnvloedt. Te zwak.
Af en toe komen beschrijvingen van de tijd aan de orde, die in
alle romans van Marias terug komen. Af en toe had ik: oh, ja, nou,
dat weet ik nu wel.
Maar ach, ik moet niet zeuren, Marias heeft weer een fantastisch boek
afgeleverd!! Voor mij niet het toppunt van zijn oeuvre, dat blijft: "Denk
morgen op het slagveld aan mij".
Mijn nieuwsgierigheid voor deel 3:
- De ontwikkelingen van het einde <hoe zet zich dat voort
- Komen Luisa en Deza ooit weer bij elkaar? (hier komt mijn
romantische aard naar boven....)
Ik kijk er naar uit. Hieronder nog het e.e.a. over het boek, maar dat
valt onder een "verklapper".
V
e
r
k
l
a
p
p
e
r
De vrouw die Deze achtervolgt is een collega van het werk (Perez Nuix)
en ze vraagt hem een gunst. Dit betreft een kennis van haar die
binnenkort wordt geanalyseerd door de organisatie waar ze beiden voor
werken. Ze vraagt Deza deze persoon niet al te kritisch te analyseren.
Wat zijn de motieven van Perez Nuix? Deza stemt uiteindelijk toe, maar
waarom eigenlijk? Vanwege haar mooie benen en de scheur in haar panty?
Hij weet het zelf ook niet. Maar voordat Perez Nuix aanbelt volgt eerst
een verhandeling van Marias over hoe mensen verstrikt raken in de netten
van anderen door het doen van beloften en toezeggingen, waar ze
eigenlijk niet achter kunnen staan. Het eenmaal geven van een aalmoes
aan een zwerver verlicht tot het dagelijks geven.
"Richtte maar nooit iemand een verzoek tot ons, vroeg men ons
maar nauwelijks iets, geen enkele raad of gunst of lening, zelfs
geen aandacht, vroegen anderen ons maar niet naar hen te luisteren,
naar hun armzalige problemen en hun pijnlijke conflicten die zozeer
gelijk zijn aan de onze, hun onbegrijpelijke twijfels en hun
onbeduidende verhalen, zo vaak onderling verwisselbaar en altijd al
beschreven (het scala van wat verteld kan worden is niet zo breed),
of wat men vroeger smarten noemde, wie heeft ze niet en wie ze niet
heeft zoekt ze wel, "ongeluk is een verzinsel", citeer ik vaak bij
mezelf...............".
Het grootste gedeelte van de roman speelt zich af in een nachtclub, waar
Tupra (voor die gelegenheid Reresby genoemd) en Deza naar toe gaan.
Reresby doet daar zaken met Manoia. Deza moet de vrouw van Manoia (Flavia)
vermaken en wat vertaalwerk doen tussen Reresby en Manoia. waar de zaken
over gaan en wie Manoia precies is (Italiaanse geheime dienst) is voer
voor Deza om daar pagina's over te speculeren. Deza komt daar De la
Garza tegen, die werkt bij de Spaanse ambassade in Engeland.
De la Garza is een volstrekt idioot en over het paard getilde dandy. De
la Garza probeert Flavia te verleiden en ze "ontsnappen samen". Deza
gaat op zoek naar hen (op bevel van Reresby) en maakt nog een komisch
avontuur mee in het toilet. Bij een vrouw in het toilet (hij inspecteert
alle toiletten op zoek naar de vrouw van Manoia) ligt een bloeddruppel.
Op deze manier komt ook weer het verhaal van de bloeddruppel in het huis
van Wheeler uit een eerder boek van Marias aan de orde (die Deza in het
holst van de nacht koortsachtig verwijdert). Wat leuk is, dat in deze
roman die situatie uit een ander roman van Marias weer wordt opgepakt en
verder uitgediept. Dat is de stijl van Marias.
Het boek speelt zich vrijwel geheel in een paar uur af, maar gaat heen
en weer in de tijd. Ook het overleg met Luisa over die bloeddruppel (kan
bij een vrouw dit het begin van haar menstruatie zijn?) en over wat
botox is, vindt feitelijk later in de tijd plaats. Uiteindelijk vinden
Reresby en Deza de la Garza en de vrouw van Manoia. De wang van de vrouw
blijkt geschaafd te zijn door een loshangend haarnetje wat De la Garza
op zijn hoofd heeft. Wat uiteindelijk volgt, is een marteling van De la
Garza in het invalidentoilet. Reresby dreigt hem te onthoofden met een
zwaard (waar komt dat in hemelsnaam vandaan?), dompelt hem onder in het
toilet keer op keer en gooit hem tig maal tegen de stangen van het
invalidentoilet. Deze uitbarsting van Reresby (Tupra) is voor Deza een
onthutsende ervaring: waarom doet Tupra dit, waarom met een zwaard,
waarom onthoofd hij De la Garza uiteindelijk niet? Uiteindelijk verlaten
Tupra en Deza de nachtclub. Deza is vol walging en wil alleen naar huis.
Tupra brengt hem thuis, maar ze stappen daar niet uit de auto. Het boek
eindigt ermee dat Tupra in het holst van de nacht Deza uitnodigt om in
zijn appartement nog eens haarfijn uit te leggen waarom Tupra meende zo
gewelddadig te moeten optreden tegen De la Garza. Wat gaat Tupra met
Deza doen?
e i n d e v e r k l a p p e r
En oja, heeft iemand toevallig van Marias zijn uitgave "Allerzielen" nog
op de plank liggen??? Dit is het enige boek wat ik zelf nog niet in
bezit heb. Ben graag bereid het tegen