Bij een titel als deze denk ik dat ik een thriller of een detective ga
lezen, maar niets is minder waar. Zelfs al is dit al een beetje verteld
in de inleiding, toch vereist het een omslag die ik zomaar niet maak.
De inleiding is een tekst van Mylou Frencken, die volgens de achterflap
de partner was van Bert Klunder. 'Was'..want daar gaat het om: de heer
Klunder was bezig met dit boek toen de dood hem overviel. Dus is zijn
debuut meteen zijn laatste boek.
Mylou Frencken legt uit waarom de titel is gebleven zoals hij is, iets
waar ik het niet mee eens ben, omdat het -zoals ik al aangaf- de lezer
die Klunder niet als cabaretier kent, op het verkeerde been zet. Verder
is het boek niet bewerkt, en dat is ook te merken. Volgens Mylou is het
'het denkwerk van een zeer originele geest".
Als de lezer dat in het achterhoofd houdt, valt de tekst nog wel te
pruimen. Nog beter als je voldoende voorstellingsvermogen hebt om er een
bepaalde toon en stembuigingen bij te denken. Jammer dat de cd die erbij
zit niet door de heer Klunder zelf is ingesproken, met Hans Dorrestijn
heb ik persoonlijk meer moeite.
Het verhaal is erg dun, en ook helemaal niet belangrijk: een man
vermoordt in een opwelling zijn vrouw en zit dan met een lijk dat hij
kwijt moet. Maar diverse ontmoetingen verhinderen zijn voornemens. Het
zijn verschillende mannen die hij ontmoet, maar allemaal hebben ze een
soortgelijke tekst, zeggen soms ook hetzelfde (dat had dus geredigeerd
kunnen worden) en wat mij
op een gegeven moment vooral ging tegenstaan, is dat het allemaal erg
vrouwonvriendelijke teksten zijn.
Gelachen heb ik er niet mee, al kan ik me wel voorstellen dat het op
toneel hilarisch kan zijn. De ontslagen leraar die al zijn grieven spuit
ten overstaan van een aula vol leerlingen, leraren en ouders sprak me
het meest aan. Het is neergeschreven cabaret, met soms aardige
woordspelletjes, en enige maatschappijkritiek, maar het werkt helaas
niet. Jammer voor de erven van meneer Klunder.
Marjo