Het verhaal gaat over de schrijver Toshio Oki, een man van in de
vijftig. Ruim twintig jaar geleden heeft hij een verhouding gehad met de
toen zestienjarige Otoko Ueno. Over deze relatie heeft hij een boek
geschreven: "Een meisje van zeventien". Dit werd en is nog steeds een
bestseller en in feite het begin van zijn carrière als schrijver. De
verhouding met Otoko is vrij abrupt geëindigd. Zij was vroegtijdig
bevallen van een doodgeboren kind en raakte daar zo van in de knoop dat
ze is werd opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Toen ze daaruit
ontslagen werd is ze met haar moeder verhuisd naar Kyoto en Toshio Oki
en Otoko hebben elkaar nooit meer gezien.
Twee jaar later schreef Oki zijn boek en werd beroemd.
Nu twintig jaar later besluit Oki om naar Kyoto te gaan. Elk jaar
luistert hij met Oud en Nieuw op de radio naar de tempelklokken uit
Kyoto. Dit jaar wil hij ze in het echt horen. Bovendien, of is dat toch
de echte reden, wil hij Otoko opzoeken. Otoko is intussen een gevierd
schilderes in Kyoto.
Eenmaal aangekomen in Kyoto laat hij Otoko weten dat hij haar graag wil
ontmoeten. Otoko stuurt haar leerling ( en minnares) het zeer jonge
meisje Keiko om hem af te halen voor een ontmoeting in een restaurant.
Otoko zorgt ervoor dat zij en Oki geen moment met zijn tweeën zijn en op
Nieuwjaarsdag gaat Oki weer terug naar huis, naar zijn gezin.
Oki's vrouw, Fumiko, is altijd jaloers geweest op Otoko. Ten tijde van
de verhouding tussen Oki en Otoko was Oki al met haar getrouwd en hadden
ze een zoon. Aangezien Fumiko altijd de manuscripten van Oki uittypte,
heeft ze toentertijd ook het manuscript van "een meisje van zeventien"
uitgetypt. Ze was toen zwanger en kreeg tijdens dit uittypen een
miskraam.
Ook nu vermoedt ze dat Oki alleen maar naar Kyoto is gegaan om Otoko te
ontmoeten.
Keiko, de leerlinge van Otoko, vindt dat haar geliefde meesteres zeer
slecht behandeld is door haar toenmalige minnaar Oki. Hoewel Otoko dat
helemaal niet zo ziet, wil Keiko wraak nemen op Oki. Bovendien is Keiko
jaloers op de genegenheid die Otoko nog steeds lijkt te voelen voor Oki.
Keiko zoekt Oki bij hem thuis op. Hij is niet thuis, maar zijn zoon
Taichiro wel. Deze zoon, een wat zonderlinge dertigjarige vrijgezel,
komt zeer onder de indruk van deze Keiko. In de daaropvolgende maanden
lukt het Keiko om zowel de vader als de zoon te verleiden.
Haar ultieme wraak is Taichiro zover te krijgen dat hij, zeer tegen
de zin van zijn ouders, zegt met haar te willen trouwen, waarna ze samen
een boottocht maken op een meer, met rampzalige gevolgen.
Tot zover dit verhaal over liefde, jaloezie, wraak, macht en
schoonheid.
Ik vond het mooi in heldere taal geschreven. Steeds komen de parallellen
tussen de diverse relaties tot uiting.
Bijvoorbeeld in de volgende scène waarin Otoko, die een hekel heeft aan
de ontharingscrème die Keiko gebruikt, haar wil helpen met een scheermes.
Otoko's oog viel op die ranke hals. Kwetsbaar, zacht, fraai gevormd,
ongerept, in schril contrast met Keiko's temperament. De jeugdigheid
straalde ervan af. Otoko liet het scheermes rusten.
"Wat is er mevrouw?"Keiko opende haar ogen.
Als ik het scheermes in deze bevallige nek zet, gaat Keiko dood, dacht
Otoko plotseling. Op dit moment zou het zo eenvoudig zijn haar te doden
op het lieflijkste plekje van haar lichaam.
Otoko's hals was nooit zo mooi als die van Keiko geweest, maar ook de
hare was ooit meisjesachtig en slank. Om die hals had Oki eens zijn
handen gehouden. "Ik heb het benauwd. Ik ga dood,"had ze gezegd, en toen
had hij nog steviger geknepen en was haar ademhaling gestokt.
Die benauwdheid herleefde nu, en terwijl ze naar Keiko's hals keek,
duizelde het Otoko.
Dit was de enige keer dat Otoko Keiko's overtollige haar schoor.
Ook wordt er vaak in of naar aanleiding van het landschap gemijmerd.
Bijvoorbeeld:
De tijd gleed voort, meer niet. Maar de loop des tijds is voor
een mens niet noodzakelijk één constante baan, toch? Binnen in een
mens verloopt de tijd in verschillende banen. Net als bij een rivier
vloeit de innerlijke tijdstroom op bepaalde plaatsen snel, kabbelt
op andere plaatsen en stagneert op nog andere plaatsen compleet. De
kosmische tijd verloopt voor alle mensen met dezelfde snelheid, maar
de menselijke tijd verloopt bij iedereen anders. De tijd stroomt
hetzelfde voor alle mensen, maar mensen stromen elk op hun manier
door de tijd.
De zeventienjarige Otoko was veertig geworden. Maar stond haar
innerlijke tijdstroom niet stil op de plaats waar Oki zich bevond?
Of was het juister te stellen dat bij Otoko de tijd was meegevloeid
met de Oki in haarzelf, zoals een bloem eindeloos op het
rivieroppervlak blijft meedrijven?- Otoko wist niet hoe zij meedreef
in Oki's tijdstroom. Vergeten was hij haar vast niet, maar de tijd,
die bij Otoko met Oki meevloeide, was bij Oki hoe dan ook anders
verlopen. Zelfs bij twee geliefden in het heden vergleed de
tijdstroom niet hetzelfde, dat is een onvermijdelijk lot.
Marjo
N.
|
De Japanse schrijver Yasunar Kawabata (
1899-1972) ontving in 1969 de Nobelprijs voor literatuur. Een aantal
boeken van hem zijn al eerder in het Nederlands vertaald onder andere
Sneeuwland, De meesters van het go-spel en Duizend kraanvogels.
Schoonheid en verdriet is nu voor het eerst in het Nederlands verschenen.

Portret van Reiko - Ryusei Kishida. De schilder die Otoko beinvloedt bij
het maken van het portreit van Keiko.
|