Zeer gefascineerd en
vol bewondering gelezen, deze meest recente roman van Brouwers. Tju!
Wat kan die man toch schrijven! De plot is in vijf volzinnen samen te
vatten:
De heer Hammer (81 jr.),
ex-rechter, - minister, - auteur, is na een hartklap en coma door zijn
bazige dochter 'hakbijlgezellig' op een cruise in de Middel.zee
gestuurd. Hij háát alles en iedereen daar; tot hij oploopt tegen
Paerlene (Leentje) - zijn droommeisje van ooit, die daar een baantje
heeft. Zij neemt de naar adem snakkende, zwetende en struikelende man
onder haar hoede. Aan land bij Ajaccio (hij wil sigaartjes kopen) neemt
ze hem achter op een Vespa
mee naar een set, waar een SF-film wordt opgenomen. Daar trekt een
vroegere Bergman-acteur, De Dood uit Het Zevende Zegel, zich zijn lot
aan en brengt hem terug naar de boot.
En dat was vijf. Hoe 'plat' wil je een samenvatting
hebben? Maar Brouwers levert geen 'platte' verhalen. Hij vervlecht het
feitelijke heden met herinneringen en oude beelden. Met symbolen en
dubbele bodems. En hier hebben we te maken met een oude man op de grens
van zijn leven. In een verzengende hitte en in permanente ademnood. En
met zijn rondspokende demonen.
De roman begint feitelijk en beschrijvend. Hammer zit in een dekstoel,
dut wat, snurkt, z'n sigaartje valt uit z'n vingers, droomt. Ziet een
bizar plafond uit een museum waar hij ooit was. Ziet zich als docent
voor een schrijfgroep, waarin een meisje met parel-zwarte ogen. Zakt
door de ligstoel, bezeert zijn stuit, kan niet overeind komen. ' Laat
mij u overeind helpen, excellentie'. Een lid van de crew pakt hem bij
zijn oksels en zet hem rechtop. 'Dank u. Ik dank u zeer'.
We hebben 13 pag's achter de rug. Niets aan de hand, het verhaal kan
beginnen. Pas gaande de roman blijkt, dat we de kern al in grote lijnen
te pakken hadden.
vgl. op pag. 48: ' Als luchtspiegelingen vertoonden zich taferelen in
zijn hoofd. Schilderijtje van Cranach. Het daarop afgebeelde meisje.
Waar ben je liefste. Een plafond waar menselijke ledematen uit
tevoorschijn komen. Dat zijn die van zijn moeder'. En op pag. 190 e.v.
' Hij staat onder het grauwe zaalgewelf (in een museum in Gotha) als op
een moment dat het scheurt: er
puilen lichaamsdelen uit de zoldering, armen, schouders, handen,
rompen, heupen, borsten. (..........) Naar dit dodenmasker staat Hammer
te staren als een Tränentroddel van veertien, toen de keukendeur (..)
uit haar hengsel scheurde en hij (..) zijn moeder, opeens helemaal
rood, naar het plafond zag
opstijgen. Door het plafond zag vliegen als een vogel in vrouwenkleren'.
Het werd googelen. Zoeken in het werk van Cranach. Rondkijken in dat
museum in Gotha. Speuren naar beroemde plafonds. Niets spectaculairs
gevonden.
Herlees nu. Met een potloodje erbij - ik hou wel van al die
signaaltjes. Vraag me tegelijkertijd af: zou het hele verhaal een
herbeleving kunnen zijn van een stervende? Of de uitdovende beelden van
een net-dode? Sommige passages wijzen in die richting. Ach, dat doet er
allemaal niet toe. Ik heb deze roman van Brouwers gevroten.
Laat deze 'bemoste stronk' vooral nog doorschrijven.

Mart
Smaken verschillen. Ik kwam hier echt
niet doorheen. Zo overdreven en wollig van taal. Dat had ik ook met
enkele andere boeken van hem, het is duidelijk mijn schrijver niet.
Ik heb dat ook bij deze schrijver en
ben er dit keer niet meer aan begonnen. Na drie boeken kan ik mijn
tegenzin geen vooroordeel meer noemen.
Het gekke is dat ik een Brouwers fan
ben. Net als Mart houd ik van zijn Bloemig Taalgebruik. Zijn "
Verborgen Kamers " had me in tranen. Toch heb ik dit boek niet helemaal
uitgelezen..
Ik werd zo moe van die bibberende oude man, die in gedachten zijn
geilheid op de veel jongere vrouw loslaat. Roth doet dat ook veel
tegenwoordig, en één keer is leuk, maar het wordt me allemaal teveel.
Roth heb ik ook hoog zitten, maar wat vroeger toen hij jong was grappig
was, begint de impotentie/incontinentie mij de keel uit te hangen. Ik
had gaarne wat levenswijsheid en relativerings vermogen bij de oude
bokjes gehad. Maar ze kunnen nog steeds maar aan eén ding
denken..Vergane potentie. Ze lopen nog steeds hun p-k achterna, maar
klappen steeds voorover. Jammer...
Jawel jawel. Maar 't gaat hier om de
kern van 't verhaal. De moeder is bij een bominslag (oorlog)
'ontploft'. Hammer was een kind en stond erbij. Trauma. Later was hij
in museum met een 'ruig' plafond - hups - trauma. Daar ziet hij
tegelijk een miniatuurtje van meisje met orchideeën. De combinatie is
geboren: onheil (t/m zandstorm) + het gesnak naar dat meisje. Vandaar
ook die 'kleertjes' van het meisje - ik ergerde me er ook aan: ze horen
bij een miniatuurtje.
Overigens vind ik Brouwers stijl niet 'bloemig'. Die is voor mij
aanstellerig-mooi. Brouwers schrijft wel zeer beeldend en vooral
associatief. Ja,ik hou daar wel van.
Allemaal verschillende smaken bij de grrls. Lekker toch?
Pakkend boek en in prachtige stijl
geschreven.
Het boek maakte echt indruk op me. Ik werd meegezogen in het drama van
de ellendigheid van die oude, bijna seniele man.
Mij trof de gelijkenis met het personage Sierk Wolffensberger in De
Weldoener van Thomése. Kent iemand van jullie dat boek? Ik had echt de
gewaarwording dat ik over hetzelfde thema las als in De
Weldoener.Hierin een oudere man even voorbij de middelbare leeftijd
(dacht ik?), bij Brouwer een oude man voorbij de tachtig, die beide
mesjokke worden van een mooi jong meisje en die beide in hun adoratie,
of in dat wat voor hen liefde is, zielige figuren worden. Ook de
ronduit hatelijke relatie met echtgenoten en de slechte relatie met
kinderen (zoon bij Wolffensberger, dochter bij Hammer) komen sterk
overeen. Zou voor deze gemoedsgesteldheid in de psychologie een naam
bestaan??
Minpunten die er voor mij zeker ook zijn:
- Er is een alwetende verteller die in het hoofd van het hoofdpersonage
zit, dus je hebt één perspectief, en toch gebeurt het regelmatig dat de
verteller ineens overgaat in wij en ons en zo de lezer erbij betrekt.
Ik weet niet of ik dat verspringen nou zo mooi vindt.
- Tegenwoordig ongebruikelijk en in mijn ogen té overdadig, vind ik het
gebruik van verkleinwoordjes.
- Naar het einde toe wordt Brouwers stijl toch wel té overdadig,
te wollig, te veel van wat al veel was. Het wordt haast surreëel, een
kakofonie van beelden zowel als van taal, samen met de parallelle hete
en stormachtige weersgesteldheid. Alles gaat in een doldraaiende
mixer naar een noodlottige, onafwendbare
climax toe. Ik vraag me daarom af of het de bedoeling van Brouwers zou
kunnen zijn dat deze stijl gelijke tred houdt met de snelle
verslechtering (door alles wat hij meemaakt) van Hammers lichamelijke
en geestelijke conditie? Als dat zo zou zijn, dan wordt het voor mij
daar niet mooier van, wel knap en op een
bepaalde manier toch bewonderenswaardig. In ieder geval merkte ik dat
ik vanaf ongeveer de scènes (sommige nog hilarisch) in de caravan op
het terrein van de filmset steeds minder geboeid raakte. Het sloeg een
beetje om.
- Tenslotte het rare niezen dat erger en erger wordt. Waarom? Heb ik
ergens gemist dat Hammer een allergie zou hebben? Mij stoorde het, ik
denk omdat het geen enkele functie lijkt te hebben. Ik vond het ook
smerig.
Er waren ook enkele mooi in het verhaal verweven motieven
- Gebroken halskettinkje van zijn moeder dat hij z'n hele leven
meedraagt in een hoekje van z'n portefeuille en uiteindelijk aan
Pearlene cadeau wil geven.
- Schilderijtje van Lucas Cranach van een mooi meisje.
- De orchideeën die Hammer kweekt in zijn serre. Hij denkt eraan als
hij de wrangheid van zijn hele leven, uiteindelijk tegengevallen,
overziet: Stinkende smaak van verdorring. Als van verwaarloosde
orchideeën. Als van bittere bloemen. p. 114
Ik vond het eigenlijk toch helemaal
niet leuk, dat ik een schrijver, die ik zo zie zitten, veel van gelezen
en genoten, zo in de hoek had gesmeten. Gelukkig stond het in mijn e
reader, en nog op de pagina, waar ik hem eenzaam achter had gelaten..
En wat bleek? Daar was hij weer, mijn Brouwertje, ik had gewoon even
pauze moeten nemen. Het was me iets teveel geworden.
Ik genoot weer, van oh die zinnen.
Nee bloemig is inderdaad het verkeerde woord Mart, komt vast door de
titel.Barok, zeggen ze vaak over hem..laten we het des Brouwers noemen.
Niemand schrijft zoals hij, en dank jullie wel, blij dat ik het toch
uit ga lezen, en dan nog genietend ook!
En ik denk dat ik het boek nóg eens
moet lezen, want door de uitgebreide en doorwrochte beschrijvingen ga
ik echt twijfelen of ik het wel gelezen heb. Sommige passages komen me
helemaal niet bekend voor. Het kan zijn dat ik teveel slaap had op die
momenten, want ik heb het voornamelijk gelezen na twaalven. Ik
hou van Brouwers, waardoor weet ik niet precies te zeggen, maar de
boeken die ik gelezen heb (o.a. bezonken rood, datumloze dagen,nog lang
niet alles) smaken naar meer.
Leuk dus dat jij het toch gaat uitlezen, een kleine pauze kan soms
nuttig zijn! Ik denk dat ik dat even ga doen, pauzeren, met het boek
waar ik nu mee bezig ben. Sprakeloos, van Lanoye. Op dit moment kom ik
er niet doorheen, terwijl ik er zo gretig benieuwd naar was. Zoveel
goede recensies ook. Het boekenweekgeschenk Heldere hemel vond ik wel
goed en prettig om te lezen. Sorry Tom, even niet!
|


Jeroen Brouwers
interview in
VPRO boeken
(uitzending gemist)
|