Je met tegenzin door een boek ploeteren en dan ineens verrast worden
in het allerlaatste hoofdstuk, dat gebeurt me niet vaak. Zo wel met
Elementaire deeltjes van de Franse schrijver Michel Houellebecq.
De roman verhaalt over de twee halfbroers, Bruno, de zichzelf in sex
verliezende egocentrist en Michel, de zichzelf in het wetenschappelijk
onderzoek verliezende egocentrist. In dat egocentrisme zijn ze, zo lijkt
Houellebecq te willen betogen, kinderen van hun tijd (de tweede helft
van de vorige eeuw). Vervulling van hun eigen, individuele verlangens is
dat wat hen drijft. En daarin gaan ze ver, heel ver. Zo ver dat beiden
de liefde van hun leven verliezen.
Het boek is een raar mengelmoesje van een schets van het Frankrijk van
die jaren en filosofisch geblaat met een biologisch sausje. Maar vooral
veel sex, heel veel _zeer_ expliciete en tot in de kleinste details
beschreven sex. En dat kostte mij veel moeite. Ik voelde me aangerand,
alsof Houellebecq probeerde zich tussen mijn benen te wringen. Naar. Tig
keer heb ik op het punt gestaan het boek weg te leggen. Maar omdat er
hier pas een grrl zeer lovend was, heb ik toch doorgelezen. En dan
ineens het laatste hoofdstuk! Dat zomaar hier te vertellen zou een
enorme verklapper zijn, dus ik ga nu verder onder onze beroemde
v
e
r
k
l
a
p
p
e
r
Wat een geweldig eind: de egocentrische mens verdrongen door de kloon,
in elkaar geknutseld door broer Michel: de mens bij wie verlangens zijn
uitgebannen en die dus niet leeft voor de vervulling ervan. En dus niet
meer individualistisch geörienteerd, niet meer egocentrisch is. Wat een
vondst!
Al met al zou ik dit geen aanbeveling willen noemen, laat dat duidelijk
zijn.

Else,
april 2007
|
Nl. uitgave De Arbeiderspers
22e druk, 2006
Vertaald door Martin de Haan. |