Al vrij snel lees je in
De zus van Freud het trieste levenseinde van Adolphine
Freud. Zij wordt op 29 juni 1942 samen met haar zussen Pauline, Rosa en
Maria op transport gezet naar Theresienstadt en later omgebracht in de
gaskamers van één van de vernietigingskampen van de nazi's. Het was
misschien anders gelopen als haar broer, Sigmund Freud (1856 - 1939) de
grondlegger van de psychoanalyse hen in 1938 op de lijst gezet had voor
een visumaanvraag waarmee ze Wenen hadden kunnen verlaten. Freud had
geen moment aan zijn zusters gedacht toen hij voor zijn vertrek naar
Groot Brittannië een lijst mocht opstellen met namen van personen die
hem dierbaar waren. Freud zelf ging alleen maar omdat een aantal
buitenlandse collega's er op aandrongen én om zich opnieuw te laten
behandelen tegen een al vergevorderd carcinoom in zijn mond. Op de
lijst van dierbaren stonden naast zijn vrouw en kinderen met hun
gezinnen wel de namen van zijn schoonzus, twee bedienden, zijn huisarts
en diens gezin en zijn hondje. Hij vond het niet nodig dat zijn zussen
vanwege de toenemende antisemitische dreigingen ook het land zouden
verlaten, overtuigd als hij was dat de 'waanzin' van Hitler snel
voorbij zou zijn, althans zo herinnert Adolphine het zich.
In het kamp raakt Adolphine bevriend met
de zus van Franz Kafka, Ottla. Het zal niet de enige 'zus van' in De
zus van Freud zijn, eerder in haar leven ontmoette Adolphine een
zus van de schilder Gustav Klimt, die net als Adolphine een moeilijke
relatie met haar moeder had. Aan het begin van mijn
leven waren er liefde en pijn. (...) Mijn hele leven gingen ze met
elkaar samen, liefde en pijn; de ergste pijn deed mij de haat van mijn
moeder, en tegelijkertijd hield niemand zoveel van mij als zij.
Niemand, zelfs niet mijn broer Sigmund. Als kind was Adolphine vaak
ziek en angstig. Haar moeder reageerde beurtelings bezorgd en kwetsend
op haar gedrag. Adolphine zag zo tegen haar eerste schooldag op dat ze
haar ouders smeekte om thuis te mogen blijven. Dat lukte, waarna
Sigmund degene werd die haar onderwees uit zijn schoolboeken. Via hem
kwam ze in contact met de schilderkunst en haar eerste en enige liefde
Reinier, die als kind al aan depressieve buien leed. Adolphine bleef
als enige van het gezin Freud ongehuwd en dat versterkte haar moeder
in de overtuiging dat ze maar beter nooit geboren had kunnen worden. Na
de zoveelste kwetsende opmerking besluit Adolphine zich vrijwillig te
melden in Het Nest, het Weense krankzinnigengesticht waar ze intrekt
bij haar vriendin Clara Klimt. Voor Clara, 'gek' werd was ze een
fanatiek voorvechtster voor vrouwenrechten en de eerste vrouw die met
een broek aan in het openbare leven van Wenen verscheen. Samen
verblijven ze er zeven jaar en hun beschrijvingen geven een kijkje in
wereld van de geesteszieken en de othodoxe behandelmethode van hun
geneesheer-directeur. Na Adolphine's vertrek uit het gesticht neemt ze
opnieuw haar intrek in het ouderlijk huis, waar ze na het overlijden
van haar moeder zal blijven wonen tot de dag waarop zij voor de laatste
keer de bloedvlek naast haar bed kust, en daartoe gedwongen, samen met
haar drie zussen Wenen voorgoed verlaat.
Dromen en herinneringen spelen in De zus van Freud door elkaar.
Of de jonge Sigmund met een appel haar wang beroerde weet Adolphine aan
het eind van haar leven niet meer zo precies. Wel herinnert ze zich een
droom waarin ze hem - hoe Freudiaans - de borst geeft en een droom
waarin hij vergeving vraagt voor wat hij nagelaten had te doen toen hij
een lijst mocht samenstellen met personen die hem dierbaar waren. Maar
het zijn niet alleen dromen en herinneringen die door elkaar lopen,
hetzelfde geldt ook voor feiten en fictie. Het is een onmiskenbaar feit
dat Adolphine in een concentratiekamp om het leven is gekomen, ze
stierf echter niet samen met haar zussen in de gaskamer, maar op 5
februari 1943 aan de gevolgen van ondervoeding. Haar zussen werden op
23 september 1942 in de gaskamers van Treblinka omgebracht. Voor het
overige is er maar heel weinig bekend over Freuds zusters. Het is dus
maar zeer de vraag in hoeverre het verhaal in De zus van Freud
met de werkelijkheid klopt. Ik zou het wel prettig gevonden hebben als
dat aan het eind van het boek in een 'verantwoording' zoals je wel
vaker tegen komt wat duidelijker geworden was. Ondanks dat schetst Goce
Smilevski een mooi vrouwenportret tegen de achtergrond van het Wenen
aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw.
Met name de positie van vrouwen en de onderdrukking van de joden nemen
in deze roman een belangrijke plaats in. En met de keuze voor één van
Sigmund Freud zusters heeft hij ook de
mogelijkheid een deel van (het ontstaan) van diens gedachtegoed onder
de aandacht te brengen. Ik ben benieuwd of het eerder verschenen Conversations
with Spinoza nog in het Nederlands vertaald zal worden. Na het
lezen van De zus van Freud zou me dat niet verbazen.
Janneke
|
Goce Smilevski
|