Dit boek komt zeker in aanmerking voor een plaats in mijn top 3 voor dit
jaar. Tot mijn eigen grote verassing overigens - ik heb eerder wat van
Durlacher gelezen en kon me op basis daarvan niet echt een fan noemen.
(En samen met Leon de Winter vormt ze zeker een van de irritantste
echtparen onder de BNers ;-o) Maar ik weet nog dat Eisjen ooit erg
enthusiast was hierover en haar mail van toen wekte mijn
nieuwsgierigheid. (Als iemand die nog heeft trouwens wil ik hem graag
nog lezen - in mijn archief zit ie niet meer.) En dan heel soms valt het
juist boek in je handen op het juiste moment. Dit was zeker zo'n geval.
Het verhaal vindt plaats (meestal) in Israel in 2001. Een vrouw
die wat tijd in een kibboets doorbracht begin jaren 80 gaat terug. De
tiener zoon van haar beste vriendin gaat voor het eerst om
vrijwilligerswerk te doen daar. De lezer maakt ook kennis met een
opstandig Palestijns meisje. Het verhaal springt eerst wat heen en weer
in de tijd en voor mij waren de stukken over de kibboetsleven in 1983
erg herkenbaar allemaal (altijd leuk). Maar dit boek is zeker niet
gewoon een geval van 'herkenningsplezier'. Het lukt Durlacher verbazend
goed om beide kanten van het konflict daar te bekijken. Zonder dat het
pamfleterig wordt. De karakters zijn geloofwaardig en sterk neergezet.
En eigenlijk was dit voor mij genoeg geweest - een boek over relaties en
ingewikkelde politieke vragen, meer dan genoeg om op te kauwen zou je
denken. Maar dan werd het ook nog erg spAnnend!
Ik kan niet veel meer dan dit vertellen zonder van alles te verklappen
maar het is lang geleden dat ik een boek in handen heb gehad waarvan ik
_moest_ doorlezen om te weten hoe het af zou lopen. Terwijl eigenlijk
kon je het ook allemaal vanaf het begin aan zien komen... maar ik leefde
zo met de karakters mee dat ik bleef maar met ze hopen dat het allemaal
mee zou vallen. Nee, ik kan echt niet meer vertellen zonder het verhaal
te verraden, maar het is erg indrukwekkend opgebouwd allemaal. Bijna als
een kort verhaal zo strak - iedere kleine onderdeel is achteraf
belangrijk; alle kleine jaloezieën, misverstanden, karaktertrekken,
alles speelt mee om iedereen naar het onontkombare einde te leiden.
enkele citaten:
Nog niet kon ze zich meten met een sjahid, een martelaar, wel
voelde ze, zo rijdend, een schim, een zweem, een flard van wat een
sjahid zou kunnen voelen, op weg naar zijn doel. Zuiver, precies,
hemels, als een brandende pijl, een ijlings levend vuur, alleen ogen,
alleen oren, een hoge fluittoon in het hoofd van de God van de
rechtvaardigheid.
---
De eindeloze weken van woordeloze hofmakerij
---
Inmiddels wist ze: naarmate er werkelijk een verhaal ontstond, zweeg
het dagboek. Haar meest extreme en dus interessantste
herinneringen aan die tijd stonden uiteindelijk nauwelijks op
papier.
---
Een land aan het eind van zijn Latijn, [...] zoveel dreiging en
zoveel beveiliging putten een land uit - daar gebeurde
dagelijks net iets te veel en al zo lang.
---
Achttien jaar geleden had Israël het ultieme luilekkerland geleken
voor een jonge, niet al te overmoedige avonturier - mooie,
kleine, chaotische steden, exotische dorpen en wijken, zowel
Arabisch als joods, woestijnen en meren, zeeën en bergen, en alles
in luttele uren te bereiken door aan de kant van de weg te gaan
staan met de duim omhoog. De dreigingen van nu bestonden al, maar
hadden voor haar nog iets onwerkelijks gehad, hoogstens bijdragend
aan het avontuurlijke van deze woeste wereld, zo binnen handbereik,
en zo beschermd door soldaten.
---
De oude stad van Jeruzalem. De plek die iedereen van oudsher maar
steeds als het historische en topografische geweten van de mensheid
scheen te beschouwen.
---
Heel even keken ze elkaar aan, niet langer spottend, maar met de
dodelijke ernst van een afspraak, een bezegeling die onuitgesproken
bleef.
---
Hoop ik op een soort alleswetende strandjutter die de flessen
met mijn boodschappen zal vinden.
---
Lola was de enige vriendin die moeilijk genoeg was gebleken,
weerbarstig, onderhoudend en gemeen genoeg om _ongekend_ te blijven.
Tussen hen woedde een strijd die ze vriendschap noemden, maar wat
het werkelijk was - dat wisten ze geen van beiden meer. 'Lola is
mijn beste vijand,' zei Ester soms voor de grap.
---
Dacht terug aan haar allereerste indruk van Jeruzalem, toen ze met
een trein de stad in was gereden en met onweerstaanbare
onherroepelijkheid het oude verhaal in werd gezogen - de torens en
minaretten, kerken en synagogen waarvan het bewind niet bij mensen
maar uitsluitend bij goden leek te liggen. De stad had een
vrouwelijke schoonheid gehad, een sprakeloze zeggingskracht,
alsof hij in die tijd dichter bij de onschuld stond.
---
Aantrekkingskracht kwam voort uit genetica [...] je had er
nauwelijks invloed op.
---
Was Lola zo-even nog uitsluitend dienstig geweest aan de geboden van
haar eigen lichaam, had ze het voor iedereen zichtbaar laten persen,
bloeden en bevoelen door vreemden - als een abstract schilderij in
wording, dacht Ester, dat steeds voller en natter en chaotischer
wordt van all dikke klodders verf - nu was ze ineens geworden tot
wat ze worden moest, een voltooid kunstwerk, helemaal droog, glad,
compact en prachtig, een madonna met kind.
---
Het tegendeel van een gesprek leek het, een _ontsprek_ dacht Ester.