Boek uit 1977. Ik kende Brakman helemaal niet, dus ik weet niet of zijn
andere boeken in eenzelfde soort stijl geschreven zijn. Maar deze is
zeker leesbaar. (Gek, ik verwacht altijd dat oudere boeken saai en
hoogdravend zijn, zou dat een erfenis van de middelbare school zijn?)
Dit boek bestaat uit zeven hoofdstukken, waarvan de eerste een vooraf
door Brakman zelf is. Hij legt uit wie de blauw-zilveren koning is.
Ludwig II van Beieren (1845-1886) was bij uitstek de romantische vorst,
zelfs qua uiterlijk:
"een fondantzacht gezicht, een weke mond, later wat aarzelend
bepluisd, een glanzende, sterk geonduleerde en overdadige frisuur
vorm,en de entourage van de halfgeloken, dedaigneuze, even boven de
horizon wegstarende ogen."
'Onversneden romantiek', zegt Brakman. Volgens de annalen zou
Ludwig homoseksueel geweest zijn, maar behalve de tijdsgeest had hij ook
zijn geloof -zwaar katholiek- tegen. Uit de kast komen was er toen niet
bij. Hij is verloofd geweest, maar hij heeft die verloving verbroken en
nooit voor opvolging gezorgd. Zijn fascinatie voor Wagner en diens
muziek is bekend. Hij heeft Wagner zelfs gefinancierd bij de bouw van
een eigen theater in Bayreuth.
Deze historische feiten gebruikt Brakman, maar hij heeft er verzonnen
waarheden aan toegevoegd 'zo had het kunnen zijn'. En zo beschrijft hij
'scènes uit het leven van Ludwig II', het zijn geen verhalen met kop en
staart. Brakman benadrukt vooral Wagner en de homoseksualiteit in dit
boek.
Het eerste verhaal gaat deels over Ludwigs jeugd, hoe hij door de
strengheid van zijn vader en een altijd afwezige moeder een zwak
ontwikkelt voor 'de lakei'. Niet alleen de toenmalige, maar eigenlijke
iedere lakei. Maar hij moet zijn vader Maximiliaan ook dankbaar zijn
omdat deze hem kennis heeft laten maken met de muziek van Wagner. Zogauw
Ludwig zelf koning is, nodigt hij de componist uit, en legt hem danig in
de watten. Wagner moet daarvoor een prijs betalen, en het blijft dan ook
niet goed gaan. Toch zal de bewondering voor Wagner en zijn muziek
intact blijven.
In een later verhaal vertelt Brakman over een acteur/zanger, Kainz. Ook
deze wordt gepamperd, tot de koning handtastelijk wordt en Kainz met een
hartgrondige vloek (in het Duits!) verdwijnt.
Tevoren lezen we een verhaal over Versailles en de Lodewijken van
Frankrijk. Ludwig was daar weg van en bouwde paleizen als die van
Versailles, nog groter, nog mooier. Kort wordt hier ook de verloofde
genoemd.
Dan is er een verhaal over Ludwigs broer Otto, altijd al labiel, en nu
woonachtig in een gesloten inrichting. Ludwig is bezorgd maar ook bang
dat hij zelf aanleg heeft tot psychische kwalen.
In het hoofdstuk dat gaat over zijn dood, wordt zijn vrees bewaarheid.
Brakman zet Ludwig meer als een eenzaam, beklagenswaardig figuur, die
ondanks zijn geld en zijn macht, nauwelijks vreugde in zijn leven had.
Hij had last van dromen, en waanbeelden, nam daar chloraal voor. Eenmaal
in deze vicieuze cirkel, was het einde daar al snel. Feit is dat de
koning en zijn psychiater samen verdronken zijn, of dat gebeurd is op de
manier van Brakman
zullen we nooit weten.
Ik heb wel een kritiekpuntje: Brakman citeert vaak en in het Duits.
Afgezien van het feit dat deze citaten ook wel door Brakman verzonnen
zullen zijn, stoort het mij omdat mijn kennis van het Duits niet
denderend is.
Marjo
van T.
November 2006