Grunbergs hoofdpersoon kan niet anders dan zichzelf in de nesten
werken. Je ziet Sam voor je ogen zijn ongeluk tegemoet gaan. Eerst
vreesde ik dat dit weer buikpijnkunst ging worden, maar naarmate ik me
steeds minder kon identificeren met deze man 'zonder ziekte' werd het
boek in plaats van tragisch hilarisch. Dat komt ook wel door de
lichte toon waarop Grunberg de ergste dingen vertelt.
Waarom die titel?
Samarendra (of kortweg Sam) Ambani - zoon van een Indiase vader en een
Zwitserse moeder - heeft een zwaar gehandicapte zus. Hij is het kind,
inmiddels de man, die daarentegen niets mankeert. Hij voelt er zich
schuldig over dat zij van hen twee alle ongeluk toebedeeld heeft
gekregen. Hij wil genoeg geld verdienen om Aida in Amerika een
behandeling te laten ondergaan, hij verzorgt haar, gaat zelfs bijna
dagelijks uitvoerig met haar onder de douche.
Doordat zijn verhouding met zijn vriendin Nina uiterst cerebraal
blijft, krijg je het gevoel dat zijn relatie met zijn zus misschien
iets incestueus heeft. Sams identiteit bestaat volgens hem niet uit
eigenschappen die hij zou hebben maar uit een ontbreken van de kern van
de identiteit van zijn zus.
Na lezing van het boek doen de titel en een aantal thema's me
denken aan Der Mann ohne Eigenschaften (van Robert Musil), maar ik moet
me op besprekingen van dat boek baseren, want ik heb het zelf nog niet
gelezen, er alleen maar óver gelezen.
Der Mann ohne Eigenschaften gaat over een jonge wiskundige die een
grootschalige mislukte poging doet om iets enorm groots te volbrengen,
te vergelijken met het vergeefse plan van de jonge architect Sam in De
man zonder ziekte om schoonheid in Irak te brengen door een operagebouw
in Bagdad te bouwen en later een bibliotheek in Dubai waarin van
alle boeken die ooit zijn verschenen één exemplaar bewaard zal blijven.
De hoofdpersoon in Der Mann ohne Eigenschaften heeft een incestrelatie
met zijn zus Agatha. Er zullen mogelijk nog meer overeenkomsten zijn,
maar dat Grunbergs boek een eerbetoon aan Musil zou zijn heb ik nog
nergens gevonden.
Het is zo'n boek geworden dat je aan elke ondernemende jongeling te
lezen zou willen geven om hem te behoeden voor de listen en lagen
van de boze wereld. Hopelijk is de betreffende jongeling niet zo
wereldvreemd, goedgelovig en naíef, want Sam begrijpt niet veel van
andere mensen. Was hij zo niet, dan zou zijn noodlot nog Kafkaësker
zijn. Kafka liet je geloven dat je allemáál het risico loopt verdacht
te worden van iets dat
volkomen duister blijft . Dat is enorm beklemmend.
Van Sam kun je op den duur denken dat hij het er ook wel zelf naar
heeft gemaakt, hoewel het weer vreselijk irriteert als hij dat zelf nog
gaat zeggen ook! Maar ook dat is à la Kafka. (Wanneer Josef in Het
Proces zich er tegenover de gevangeniskapelaan
over beklaagt dat hij helemaal niet schuldig is, zegt de kapelaan dat
alle schuldigen dat zeggen. Het ontkennen maakt zijn zaak alleen maar
erger. Josef laat zich dan als een mak lam 'slachten').
V
E
R
K
L
A
P
P
E
R
Sam wordt ter dood veroordeeld en het ergste is nog dat helemaal
niemand in zijn onschuld blijkt te geloven.
Zelfs zijn moeder en zijn vriendin niet. Dodelijk.

Jop
|


Arnon Grunberg
Altijd Wat NCRV
Het Gesprek
en extra materiaal
Recensie
Trouw
en
Volkskrant
|