Ik had al een poos niets meer gelezen van haar, was op de trilogie
over dat Amerikaanse jochie en zijn oma vreselijk afgeknapt. Maar van
dit boek heb ik weer met volle teugen genoten.
In 17 hoofdstukken licht Allende op haar eigen bekende manier
(anekdotisch, tikkeltje ironisch, maar heerlijk weglezend) de volksaard
van de Chileen en de Chileense maatschappij toe. Althans, zoals zij zich
die denkt te herinneren. Ze is immers bannelinge en heeft daardoor
vooral
in haar hoofd een beeld gemaakt van het land waar ze opgroeide. Of dit
met
de werkelijkheid overeentemt, weet ze eigenlijk niet. En of het dus
verstandig is dit boek te gebruiken als je meer over het Echte Chili te
weten wilt komen, is te betwijfelen. Maar het beeld in haar hoofd is
Allende's belangrijkste hoevast bij het schrijven van haar boeken en
daarmee ook interessant om te lezen. De oorspronkelijke titel van het
boek
luidt overigens 'Mi país inventado', mijn verzonnen land. Eigenlijk dekt
dat de lading beter dan de Nederlandse titel.
In de inleiding schrijft Allende een interessant iets over identiteit en
nationaliteit:
'Door het vele afscheid nemen zijn mijn wortels verdord
en
heb ik andere moeten ontwikkelen die zich, bij gebrek aan een
geografische
plek om zich te hechten, in mijn geheugen hebben vastgezet (...). Tot
voor
kort had ik op de vraag waar ik vandaan kom zonder lang nadenken
geantwoord: nergens vandaan, of dat ik Latijns-Amerikaanse was, of
misschien diep vanbinnen Chileense. Maar tegenworodig zeg ik dat ik
Amerikaanse ben, niet alleen omdat mijn paspoort dat vermeldt (...),
maar
ook omdat in september 2001 de tweelingtorens van het World Trade Center
door een terroristische aanslag zijn vewoest en er sindsdien een paar
dingen zijn veranderd. In een crisis kun je niet neutreaal blijven. Die
tragedie heeft mijn gevoelens ten aanzien van mijn identiteit
aangescherpt' ik besef dat ik tegenwoordig een van de velen ben binnen
de
bontgeschakeerde Noord-Amerikaanse bevolking, in dezelfde mate waarin ik
vroeger Chileense was.'
Mooie stelling om over te discussiëren: wat is
identiteit. Jammer genoeg neemt ze er in de rest van het boek eigenlijk
alweer afstand van, dan praat ze over 'ons', en 'wij Chilenen'.
Ik probeer hieronder een paar voorbeelden uit het boek te geven waaruit
de
manier waarop zij naar Chili en zijn bewoners kijkt naar voren komt.
In het hoofdstuk over 'goede en slechte eigenschappen' over de manier
waarop in Chili met regels wordt omgegaan:
'Zonder de duimschroeven van
de
wet zouden we elkaar met stokken te lijf gaan. De ervaring heeft ons
geleerd dat we, wanneer we onze zelfbeheersing verliezen, tot elke
wreedheid in staat zijn, en daarom proberen we behoedzaam te zijn door
ons
te verschansen achter een stapel papieren met zegels' 'Kafka was een
Chileen.'
Over de puberteit:
'..., maar ik geloof dat hij (haar opa, ES) mijn verlangen om even sterk
en onafhankelijk te zijn als hij, en geen slachtoffer van de
omstandigheden zoals mijn moeder, begreep en misschien wel bewonderde.
Het
was me bijna gelukt net zoals mijn opa te worden, maar de natuur stak er
een stok voor: ik kreeg borsten (...). Die hormoonexplosie betekende
mijn
ondergang. Binnen een paar weken veranderde ik in een meisje met
complexen, met een hoofd vol romantische dromen die vooral ten doel
hadden
de andere sekse te bekoren (...).'
Over de pessimistische volksaard:
'Toen ik op mijn vijfenveerstigste (...) naar de Verenigde Staten
emigreerde, (...) was het eerste verbazingwekkende voor mij het
optimistme
waarvan de Noord-Amerikanen steevast blijk geven en dat zo sterk
verschilt
van de houding op het zuidelijke gedeelte van het ocntinent, waar de
mensen altijd het erste vrezen. Wat dan uiteraard ook gebeurt.'
Over de politieke situatie in het hedendaagse Chili:
'Sinds de onafhankelijkheid van 1810 is Chili bestuurd door de sociale
klasse die de economische macht had. Vroeger waren dat
grootgrondbezitters, nu zijn het ondernemers, industriëlen en bankiers.
(...) Tijdens de eerste honderd jaar van de republiek kwamen de
presidenten en politici uit de hogere klasse, maar daarna ging ook de
middenklasse deel van het bestuur uitmaken. Slechts weinigen kwamen uit
de
arbeidersklasse. Maatschappelijk betrokken presidenten waren mensen die
waren getroffen door de ongelijkheid, het onrecht en de ellende van het
volk, al hadden ze die niet zelf ervaren.'
Over de leider van de militaire junta, José Toribio Merino, in de jaren
'80:
'Zo stelde hij met betrekking tot de grondwetswijziging waarmee men
in
1980 de machtsgreep van de militairen wilde legaliseren doodserieus dat
'het voornaamste belang dat ik daarvan zie is dat het heel belangrijk
is.'
Over de dictatuur van Pinochet:
'Ze geloofden dat de militairen het land zouden 'zuiveren'. "Het is
afgelopen met graffiti, alles schoon en dankzij de avondklok komen onze
mannen op tijd thuis," zei een vriendin me. Voor haar woog dat op tegen
het verlies van de burgerrechten, want dat verlies raakte haar niet
rehtstreeks; ze had het geluk dat geen van haar kinderen was
gearresteerd
of zonder schadeloosstelling ontslagen.'
Over het schrijven van haar boeken:
'Ik heb van Chili een romantisch beel d dat aan het gebin van de jaren
zeventig is bevroren. Jarenlang dacht ik dat wanneer de democratie zou
worden hersteld alles weer als vroeger zou zijn, maar zelfs dat bevroren
beeld was een illusie. Misschien heeft de plaats waar ik naar
terugverlang
wel nooit bestaan. (...) Ik heb het beeld van mijn land als een puzzel
in
elkaar gezet, waarbij ik die stukjes heb uitgezocht die in mijn ontwerp
passen en de andere heb genegeerd.'
Een aanrader voor diegenen die van Allende houden, om haar boeken en
verhalen in haar perspectief te kunnen plaatsen.