Ach grrls, wat een prachtboek is Het huis van de moskee van Kader
Abdolah. Bij deze beveel ik het alvast aan voor de
leeslijst van van
de zomer!
Het boek beschrijft een 'familie' die in het huis bij een moskee woont,
ergens in Iran. Het boek start in de tijd van de Shah en eindigt in het
'nu'. In een stijl die typisch is voor Abdolah, sprookjesachtig alsof
het gaat om de onschuldige vertelsels van Sherazade, schetst hij het
leven en de veranderingen daarin in de Iraanse maatschappij van de
afgelopen 40 jaar. De kraai die de trouwe vriend is, de vissen in de
vijver, de blinde knecht die zijn tijd voornamelijk besteed aan het
maken van aardewerken potten, de beschrijvingen van de tapijten die de
hoofdpersonen Aga Djan en zijn vrouw Fagri Sadat ontwerpen, de
gehandicapte zoon die 'Hagedis' wordt genoemd dragen allemaal bij aan
deze sfeer.
Een prachtig plaatje van een boom voorin het boek (de boom van de
binnentuin van het huis) laat je de verschillende leden van deze familie
zien. In het begin heb je dit plaatje wel nodig om de personen uit
elkaar te halen, maar ze worden allen zo levendig beschreven dat ik deze
'stamboom' al snel niet meer nodig had om de figuren uit elkaar te
houden.
Allereerst is er Aga Djan, aan het begin van het boek de meest
invloedrijke man van de stad. Hij is immers hoofd van het huis van de
moskee en ook nog hoofd van de bazaar. Hij heeft het geestelijke en
economische leven van de stad dus in zijn hand. Zijn macht brokkelt
echter af als de ayatollahs aan de macht komen. Die zijn van een andere
Islam en daarmee wordt Aga Djan eerst een wat invloedloze figuur en
later balanceert hij zelfs op het randje van een 'persona non grata'
status. In de loop van het boek heeft de de belangrijkste moskee in de
stad diverse imams. Ten eerste is er Alsaberi, een oude man die zijn
tijd voornamelijk doorbrengt met lezen. Daarna komt er Ahmad, die mooi
kan praten maar door de ayatollahs in de val wordt gelokt. Dan krijgt de
moskee Galgal, een knappe spreker, maar een zeer gevaarlijk en
machtsbelust mannetje.
Gelukkig besteedt Abdolah minstens even veel aandacht aan de vrouwen van
het huis. Zo worden de dienstbodes, de 'grootmoeders' Golbanoe en
Golebeh uitgebreid beschreven. Zij zijn als jonge meisjes komen dienen
in het huis en vertrekken er pas als zij oud en grijs zijn, om op
bedevaart naar Mekka te gaan. Een reis waarop ze zich al veertig jaar in
alle stilte hebben voorbereid! Ook Zinat, de vrouw van Alsaberi, die
zich eigenlijk meesteres over het huis voelt, maar die positie met lede
ogen moet overlaten aan Fagri Sadat, de vrouw van Aga Djan, wordt in
kleurrijke teksten neergezet. Haar tijd zal nog komen, en inderdaad: die
komt. En hoe! Ze ontwikkelt zich tot een vrouw, die door iedereen
gevreesd wordt.
Het was puur genieten. Ik had het boek geleend, maar heb direct voor
mezelf nog een exemplaar aangeschaft. Dat herlees ik GRAAG, en dan het
liefst met jullie, zodat we samen kunnen nagenieten.
Else.
December 2006
|
Uitgeverij De Geus,
2006
Shah Mohammed Reza Pahlavi
regeerde Iran tot 1979. Daarna kwam Khomeiny aan de macht.
|