Hier volgt de beloofde bespreking van een in het
Bibliotheektheater in Rotterdam, op 7 oktober j.l. De avond was georganiseerd door Poetry
International, in het kader van 400 jaar Nederland-Japan, en stond in het teken van de
_renku_, oftewel het kettingvers.
Wat is precies een renku?
Een renku is een versvorm waarbij verschillende dichters telkens een strofe aan het
gedicht toevoegen en dit volgens zeer strikte regels wat betreft vorm, metrum,
lettergrepen, interpunctie en zelfs onderwerp. De basis van de renku is overigens de (voor
ons bekendere) haiku (5-7-5 lettergrepen). De Renku bestaat al eeuwenlang en kwam met name
in de 17e eeuw tot grote bloei, dankzij de dichter Basho. Een Renku ontstond in een vaak
dagenlange sessie, waarbij een dichter (de gastheer) een aantal andere uitnodigde om
gezamenlijk een Renku te schrijven. In de uiteindelijke, klassieke vorm telt de Renku 36
verzen van altererend 3 (haiku) en 2 regels.
Het bestuderen van alle voorschriften waaraan de strofen telkens moeten voldoen vereist
al een wekenlange studie (volgens de inleider van de avond, een zekere Jean Pierre Rondas,
een bijzonder welbespraakte Belg, wat een genot om naar hem te luisteren!). Nog steeds
worden er in Japan volgens deze stricte regels verzen gemaakt. Maar er zijn ook dichters
die de vrije versvorm beoefenen, dus wel de basisvorm (het kettingvers) maar zonder alle
stricte vormregels in acht te nemen.
Tot zover een inleidend woord over de renku.
Speciaal voor de bewuste avond in Rotterdam hadden de 4 uitgenodigde Japanse dichters
een renku gemaakt. Zij waren "uitgedaagd" door 4 nederlandse dichters: de
initiator, Huub Beurskens, had 3 andere nederlandse dichters (Joke van Leeuwen, Wiel
Kusters en Peter van Lier) (de laatste was mij overigens onbekend), uitgenodigd om met hem
een renkute schrijven. In Japan deed Makoto Ooka hetzelfde: hij nodigde Chimako Tada,
Junko Takahashi en Shuntaro Tanikawa uit. (jullie begrijpen, dat ik het programmaboekje
erbij heb gepakt voor de namen:-))
De avond begon met een lange inleiding door voornoemde Rondas. Wat kan die man boeiend
vertellen! Hij hield een betoog over ontstaan en wezen van de renku. Het was mij daarna
glashelder. Daarna kwamen de nederlandse dichters op het podium, en Huub Beurskens
vertelde over de ontstaansgeschiedenis van de door hem en Joke, Wiel en Peter geschreven
renku. Zij hadden daarbij getracht zo dicht mogelijk bij de klassieke vorm te blijven, hoe
moeilijk dat, met al zijn beperkingen, voor nederlanders ook is.
Toen kwam het moment waarop de renku werd voorgelezen. (telkens las ieder zijn/haar
eigen stukje). Wat mij toen parten speelde (dat heb ik áltijd als gedichten worden
voorgelezen:) Het gaat zo snel! Je kunt niet na een strofe even je gedachten erover laten
gaan, want dan mis je de volgende strofe weer. Gelukkig kan ik ze nog nalezen in een
speciaal nummer van De Gids, die ik daar heb aangeschaft. Na de inleidingen, van bij
elkaar zo'n 3 kwartier, was het voorlezen in een paar minuten gebeurd.
Enfin, daarna kwamen de Japanners op het podium. Een hilarisch moment, toen Rondas Ooka
in het engels aansprak: de man sprak nauwelijks engels. Gelukkig was er een tolk in de
zaal. En na weer een uitvoerige inleiding werd de renku door de japanners voorgelezen. (de
vertaling verscheen telkens op een scherm). Ook dit voorlezen was in een paar minuten
gepiept.(jammer).
Het meest opmerkelijk van de 2 renku's vond ik: Terwijl de Nederlandse dichters zo
dicht mogelijk de klassieke vorm trachtten te benaderen, hadden de japanners juist gekozen
voor de vrije vorm! Een van de aspecten van het maken van een renku is dat vroeger de
dichters (soms dagenlang) bij elkaar kwamen. (fysiek dus, bij iemand thuis of in een café
of zo). Het lijkt mij, dat dit samenzijn ook van invloed is op het ontstaan van de renku,
en zelfs in belangrijke mate. Terecht vroeg Rondas dus aan beide partijen of zij ook op
deze wijze, in een café bv., de renku hadden gemaakt. Dit bleek niet het geval, bij beide
partijen niet. De japanners hadden het per fax gedaan, omdat 3 van hen weliswaar in Tokyo
wonen maar de 4e in (euh, weet ik niet meer, maar enkele dagreizen ver van Tokyo). De
nederlanders hadden het ook zo gedaan, per fax of email. Dit vond ik wel teleurstellend,
en ik had dienaangaande nog wel wat vragen willen stellen. Helaas, ik was er met een
collega die in Hoorn woont. Het programma voor de pauze duurde zo lang dat we eigenlijk in
de pauze direct weg moesten! (Er gaan geen nachttreinen naar Hoorn..).
Van de Japanse lekkernijen in de pauze hebben we dus ook niets geproefd...
Om een indruk te geven volgen nu van beide renku's de eerste 4 strofen.
Nederlanders: (Wiel-Huub-Peter-Joke)
De koperen schijf
aan de slinger van de klok
beweegt het zonlicht
Hoe zal na het onweer straks
het warme asfalt geuren!
Bijna niets meer blijft
van de vliegenzwerm over
op het keukenblok.
Mieren marcheren binnen
om kruimels te versjouwen.
De japanners: (beoefenen dus het vrije vers en laten zich weinig gelegen liggen aan de
vorm) (Makoto-Junko-Shuntaro-Chimako)
Alles wat goed is, zoals de smaak van kaas die op je tong prikt
en druppels wijn die door je keel glijden,
is een geschenk van mikroben, nooit van de mens.
Wellicht is de blauwe schimmel ook in woorden heimelijk werkzaam.
In de schaduw van een boom ligt een halfopen boek waar
mieren in colonne dwars overheen marcheren.
'Eureka' riep ik in een doezeldroom, maar
ik open mijn ogen en het ware is gehuld in ongemerkt opgekomen mist.
De oren vernemen vertrouwde vogelstemmen,
de vinger wordt door een trouwring omkneld.
Kom, met een stethoscoop om mijn nek
trek ik het bos in om de hartslag van boomsap te beluisteren.
----------
Zaterdagochtend,
wind doet regen kletteren,
Liduine groet Boekgrrls.