|
Een
tekening in houtskool, krijt of potlood: door bestuiving altijd
voor uitvlakken behoeden! Met een persoon als voorwerp: dat
voorwerp strak aankijken, goed opnemen. Als een jong timmer zich
eens op 't poseren vastleggen zou laten en gevankelijk in het vel
sluiten, mij als het ware tot tekenen uitlokkende.
Daar waren dus onweerstaanbare ogen
en allesveroverende taille bij! Gepramd gemoed, wat al te
bekrompen in de breedte (478). Ach! Eerst: ik kwam haar dikwijls
tegen. 't Papier roept zo'n vrouwentimmer op, als vanzelf. Daarop
gauw gemerkt dat zij zich gans en zo helemaal prijsgeeft.
Heer en dienstmeid des Heren.
Achtmaal ook vanachter, schertsenderwijze met binocle getekend.
Rijzing en daling der ingrediënten. Een aardige, gebroken kleur.
Struikje,
wateren en dergelijke tekenachtige dingen.
Tekenstuifspuit niet vergeten:
aantekenen.
Henry Fix II dixit. |
|
Wat boven
niet van ons is:
Regenlichamen, drijvende
Baardman, oud als God
Zwerkschichten (kunnen ongerijmde dingen aanrichten)
Hozen (idem.)
Homunculi (meestal andemans, komen met de wind mee)
En dientengevolge; Wind
Mist (die óók om ons is)
Hoeden (alleen de eigenhoed afnemen!)
Verwarmingslichamen (zoals bij voorbeeld de zon)
Pinkelwerk (In een zwart nachtkamerscherm teveel exemplaren om op
te sommen)
Geest (daarvan is er heel wat in mijn bezit)
Vogelen (fladderwerk, snavels die onmenselijk krijsen kunnen)
Lucht (ter kosteloos verbruik der adempompen)
Vliegtuig (muzen en andere hemelse lichamen)
Wat boven niet van ons is: het
meeste.
Dat we zijn overgeleverd aan krachten
die ons aan de klei houden.
Aantekenen ! (Dixit II Henry Fix) |