In Memoriam Matris
-voor mijn moeder-
Je hebt alles afgelegd, je weg,
de pijn, bezit, zelfs je naam
in delen doorgegeven
als gebroken brood.
Gebarsten is het glas van het veld
waarin ons eeuwig nu, met wat
slechts dagelijks telde en sneed
mij bloedend met gemis.
Wij spraken weinig over dood,
vraag en antwoord lagen al
in onze ogen. Jij bent eeuwig,
maar de dag is heen, de herfst komt
en ik ben opgeschoven in de tijd,
zo onbegrijpelijk
logisch zijn de dagen.
Het is valtijd, moeder, fruit
uit je tuin is aangetast,
ik heb nog niet geoogst.
Catharina Boer
Gerard Reve: Graf te Blauwhuis
Van zijn plots moest hij het in zijn prozawerk niet hebben, Gerard Reve.
En zijn poëzie moest het niet hebben van een vloeiend ritme of van
vernieuwend taalgebruik. Of hij nu romans, reisboeken, brieven of
gedichten schreef, wat Reve groot maakt is één ding: stijl.
Een bespreking van dit gedicht op een
Woensdag Gedichtdag
Freek de Jonge: Dood kind
Waarom vind ik het trouwens zo mooi? Het is zulk rauw, zulk ongepolijst
verdriet, maar niet over de top. Dat komt doordat leestekens ontbreken,
waardoor het de indruk geeft dat het op papier gekwakt is. Ook de
herhaling van de boodschap (Nee nu valt een kind) en de switch naar het
ineens persoonlijke (Ach God hou me staande) waardoor er een appel
gedaan wordt op de steun door ook de lezer zijn voor mij krachtige
stijlfiguren in dit gedicht.
Een bespreking van dit gedicht op een
Woensdag Gedichtdag
Rim Sartori
Illustratie
Ivo Winnubst
gelachen hebben we...
maar we zouden niet vergeten dat
we hebben gelachen, gelachen hebben
we veel en dat zal ik niet vergeten
want we hebben gelachen en veel hè?
en dat zullen we nooit vergeten om-
dat we zoveel gelachen hebben en dat
niet vergeten gvd wat hebben we gelachen
en niet en nooit vergeten dat we zo
hebben gelachen omdat we samen waren
en zoveel gelachen hebben dat we
het nooit zulen vergeten
Bert Schierbeek (1918-1996)
De deur (1972)
(Gedicht
dat Schierbeek schreef na het ongeluk dat hij samen met zijn echtgenote
had en waarbij zijn vrouw overleed.)
Je partirai
Demain, dès l'aube, à l'heure où blanchit la campagne,
Je partirai. Vois-tu, je sais que tu m'attends.
J'irai par la forêt, j'irai par la montagne.
Je ne peux demeurer loin de toi plus longtemps.
Je marcherai les yeux fixés sur mes pensées,
Sans rien voir au dehors, sans entendre aucun bruit,
Seul, inconnu, le dos courbé, les mains croisées,
Triste, et le jour pour moi sera comme la nuit.
Je ne regarderai ni l'or du soir qui tombe,
Ni les voiles au loin descendant vers Harfleur,
Et quand j'arriverai, je mettrai sur ta tombe
Un bouquet de houx vert en de bruyère en fleur.
Victor Hugo
(3
septembre 1847)
Essentie van het missen
Ik mis de linkshandige, schitterend
spiegelbeeld naast mij aan tafel, ik mis
haar tot brakens toe dagelijks. Het is
de kern van gemis, het missen zelf,
zegt men. Dat zal ik, met gestrekte
hals, fijntjes ontkennen. Dat zal ik
schuimbekkend tegenspreken. De tijd
is een ruimte, je bent altijd bij haar,
zegt men. Ik kijk in de lege spiegel.
Geleerde onzin, schandalige troost.
Ze reed weg met mijn goud, mijn geluk
in haar fietstas, hief haar smalle hand
en verdween tussen de weiden. De kern
van gemis laat mij koud, geen wijsgerige
held gaat mij helpen. Ik mis
het vlees, het linkshandige lichaam.
Anna Enquist
Uit: De tussentijd (2004)
'In memoriam voor een vriend
Rust nu maar uit je hebt je strijd gestreden.
Je hebt het als een moedig man gedaan.
Wie kan begrijpen, wat je hebt geleden.
En wie kan voelen, wat je hebt doorstaan?
Rust nu maar uit - je taak is afgekomen;
vandaag heeft God de kroon op 't werk gezet
dat je eenmaal in Zijn kracht hebt ondernomen.
De zin was af. God heeft een punt gezet.
Maar 't valt ons moeilijk om de zin te vatten
van 't zwijgen van je laatste harteklop.
Misschien alleen maar dit: De afgematten
en moeden varen als met arendsvleug'len op...
Nel Benschop
(1918 - 2005)
De gestorvene
Zeven maal om de aarde gaan,
als het zou moeten op handen en voeten;
zevenmaal om die éne te groeten
die daar lachend te wachten zou staan.
Zeven maal om de aarde gaan.
Zeven maal over de zeeën te gaan,
schraal in de kleren, wat zou het mij deren,
kon uit de dood ik die éne doen keren.
Zeven maal over de zeeën te gaan -
zeven maal, om met zijn tweeën te staan.
Ida Gerhardt
(1905 - 1997)
De ruimte in
Mij zijn de dingen
als bloemen: bedoeld
tot openspringen
van bewijs dat woelt
overal in;
zelfs in mensen
die het einde wensen
woelt begin.
Ik kan in mijn handen
de wereld voelen:
als vlees krioelen
de vastelanden
en tintelen van de bommen,
rimpelen van de rampen,
huiveren van de drommen.
Onder nauwe dampen
in het aardse zonlicht
drukken lichamen
zich zo dicht tezamen,
zo eenzaam en
zo dicht, zo dicht.
Trek de kou in van
de lege maan.
Blijf even staan
luisteren, trek dan
door de lange nacht
naar een planeet
(plotseling heet),
mompel zacht,
en tuimel maar voort.
Wat heb je na jaren
dan gezien, ervaren
en gehoord?
Snik maar, want
van hier tot God
snikt om ons lot
niemand, niemand.
De melkweg? Bleek zand
dat traag nadraait,
eens opgewaaid
van een leeg strand,
en...
Een ogenblik!
Wat hoor ik daar?
De wind.
Niemand.
Snik maar.
Leo Vroman, uit Gedichten 1946-1984
ik denk
als het regent
laat ze niet nat worden
en als het stormt
vat ze geen kou
en ik denk ook
dat dat denken
niet helpt
want je wordt nooit meer
nat noch vat je een kou
want het regent
noch waait ooit
meer voor jou
Bert Schierbeek.
Uit De Deur, 1973. Uitg. Bert Bakker
Geef me je hand en houd me vast
want het is nu zo donker om me heen.
Ik voel me soms zo mateloos alleen
het leven draag ik als een last.
Wees stil, want woorden gaan verloren
in een orkaan die mij nu overspoelt.
Ik weet dat je het goed bedoelt
maar soms kan ik die woorden niet meer horen
Geef me je schouder om op uit te huilen
en luister naar mijn eindeloos verhaal.
Vertaal mijn tranen in onuitgesproken taal
geef me je armen om in weg te schuilen.
Wanneer je mij met warmte blijft omringen dan zal de wereld niet zo
koud
meer zijn en zal ik - ondanks alle pijn - toch op een dag weer vogels
horen zingen.
Anoniem
Soms, een enkele keer,
met heel veel moeite en voornamelijk toevallig,
lukt het iemand
om met beide armen zijn verdriet te omvatten.
Hij tilt het op.
Laat de deur niet op slot zijn, nu...
Hij duwt hem open met zijn knie
en loopt met grote breedsporige passen naar buiten.
Kijk uit! roept hij
want het verdriet is zo groot dat hij er niet overheen kan kijken,
en doorzichtig is het nooit.
Ver weg, in een sloot of op een drassige plek
onder populieren
of achter een scheve schutting tussen oude autobanden,
speelgoed, resten van vuur,
gooit hij het neer
en fluitend loopt hij terug naar huis.
Toon Tellegen
Wanneer alles diep van binnen pijn doet
Wannneer alles
diep van binnen pijn doet
En je alleen, tegenover je eigen beeld,
Ziet dat
het vervormd is door ontbrekende spiegels Wanneer de dingen voor je
schaduw wijken
Wanneer je woord dat van een ander lijkt
En je hartslag uit
je lichaam vlucht
Wanneer je handen ver van je weg zijn
En je de afdruk
van je voeten niet herkent
Wanneer je het gezicht dat nadert bent vergeten
Wanneer je niets meer waarneemt dan dode buitenkant
Ga dan
Als de zalm
Tegen de stroom in
Met alle razernij van je woede
Wanhoop niet
Het water zal de stenen breken
Michelle Najlis
Als ik doodga
hoop ik dat je erbij bent
dat ik je aankijk
dat je mij aankijkt
dat ik je hand nog voelen kan.
Dan zal ik rustig doodgaan
Dan hoeft niemand verdrietig te zijn
Dan ben ik gelukkig
Remco Campert
Nu
nu moeten wij aan veel meer traagheid wennen,
aan liefde die verdween en aan wat nog resteert
aan teerheid in wat najaarslucht en geur van dennen
en aan hoe-het-kon-zijn-gedachten die je nooit verleert.
aan bijna-niets, en aan voortdurend vier dezelfde muren
en aan een belsignaal dat nooit weerklinkt,
aan twintig keer per dag door ramen naar de verte turen
en altijd jezelf met wie je 's avonds drinkt.
en wat ik overhou is niets om weg te geven:
wat ik nog ben, ben ik alleen voor mij.
Herman de Coninck
De dood komt immer onverwacht;
Al sterven wij ook maanden, jaren,
Al ligt de wanhoop uit te staren
Naar 't dalen van den laatsten nacht,
Het leven met verbeten kracht
Wil nog zijn murwe buit bewaren:
De dood komt immer onverwacht.
Geliefde, maak mijn uren zacht,
Leg stille handen op mijn haren,
Spreek woorden, die de pijn bedaren,
Want weet: het is nog niet volbracht,
De dood komt immer onverwacht.
H.W.J.M. Keuls
Sotto voce
Zoveel soorten van verdriet
ik noem ze niet.
Maar één, het afstand doen en scheiden.
En niet het snijden doet zo'n pijn,
maar het afgesneden zijn.
Nog is het mooi, 't geraamte van een blad,
vlinderlicht rustend op de aarde,
alleen nog maar zijn wezen waard.
Maar tussen de aderen van het lijden
niets meer om u mee te verblijden:
mazen van uw afwezigheid
bijeengehouden door wat pijn
en groter wordend met de tijd.
Arm en beschaamd zo arm te zijn.
M. Vasalis
SUB FINEM
En nu nog maar alleen
het lichaam los te laten -
de liefste en de kinderen te laten gaan
alleen nog maar het sterke licht
het rode, zuivere van de late zon
te zien, te volgen - en de eigen weg te gaan.
Het werd, het was, het is gedaan.
M. Vasalis
Psalm 4631
In mijn nood roep ik
niet en tot niemand, ik zwijg; wie na zoveel
zand erover nog leeft, heeft het schreeuwen
verleerd. Laat de eik maar kreunen
en klagen, om blad dat voortijdig
te gronde, de tak van zijn stam
afgerukt, laat mij woordeloos
staan in zin schaduw. Laat
mijn zwijgen niet klein en gebukt
zijn maar waardig hoog
en breed als de kroon van de boom
nu zijn wortels en stilte zich
hechten aan hem en all gebed
wordt gesmoord in de aarde.
Hester
Knibbe
Uit: "Verstoorde grond", uitg. De Prom, 2002
NRC 2.8.2
Ik ben niet
dood, ik ben slechts naar de andere kant.
De dood is niets
Ik ben maar aan de andere kant
ik ben mijzelf
Jij bent jijzelf
Wat we waren voor mekaar
zijn we nog altijd
Noem me zoals je me steeds genoemd hebt
spreek tegen mij,zoals weleer
op dezelfde toon
niet plechtig,niet triest
Lach om wat ons samen heeft doen lachen
Bid, glimlach
denk aan mij
bid met mij
Spreek mijn naam uit thuis
zoals je altijd gedaan hebt
zonder hem te benadrukken
zonder zweem van droefheid
Het leven is wat altijd geweest is
de draad is niet gebroken
Waarom zou ik uit je gedachten zijn?
Omdat je me niet meer ziet
Neen,jij bent niet ver
Juist aan de andere kant van de weg
Zie je,alles is goed
Je zult mijn hart opnieuw ontdekken
en er de tederheid terugvinden
zuiverder dan ooit
Dus droog je tranen
en ween niet als je van me houdt
Aurelius Augustinus
Augustinus Website NL
Augustinus of
Hippo
Voor
een dag van morgen
Wanneer ik morgen doodga,
vertel dan aan de bomen
hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan de wind,
die in de bomen klimt
of uit de takken valt,
hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan een kind,
dat jong genoeg is om het te begrijpen.
Vertel het aan een dier,
misschien alleen door het aan te kijken.
Vertel het aan de huizen van steen,
vertel het aan de stad,
hoe lief ik je had.
Maar zeg het aan geen mens.
Ze zouden je niet geloven.
Ze zouden niet willen geloven dat
alleen maar een man alleen maar een vrouw
dat een mens een mens zo liefhad
als ik jou.
Hans Andreus
Als ik straks dood ben
Als ik straks dood ben, dans jij dan _een_ keer op mijn graf?
Dankbaar dansje op mijn graf
Niet huilen, niet huilen, ik heb _geleefd_
Als ik straks dood ben,
leef jij dan alsjeblieft voor twee?
Neem mij in je leven mee
Geen wanhoop, geen wanhoop,
ik leef met je mee
Denk vaak aan mij, denk vaak aan mij
Maar alsjeblieft geen bloemen en geen rouw
Denk vaak aan mij
Maar alsjeblieft onthoudt: ik leef door in jou
Jan Rot
(Op muziek van Henry Purcell - Dido en Aeneas - )
What is dying?
I am standing on the seashore.
A ship sails and spreads her white sails to the morning breeze
and starts for the ocean.
She is an object of beauty and I stand watching her
'til at last, she fades on the horizon.
And someone at my side says, "She is gone."
Gone where?
Gone from my sight, that is all.
She is just as large in the masts, hull and spars
as she was when I saw her
And just as able to bear her load of living freight to its destination.
The diminished size and total loss of sight is in me, not her;
and just at the moment when someone at my side says,
"She is gone,"
There are others who are watching her coming
and other voices take up a glad shout
"There she comes!"
And that is DYING.
Anoniem
(Een
zoektocht naar de schrijver - Engels)
Mamma
Mamma is het woord
waar het leven mee begint
mamma is het woord
dat hoort bij ieder kind
een woord om zacht te zeggen
niet om luid te schreeuwen
het hoeft niets uit te leggen
en gaat door alle eeuwen
mamma is het woord
waar de mensheid mee begint
mamma is een ander woord
voor liefste
Toon Hermans
"Vingerafdruk van verdriet" van Manu Keirse. Dit boekje heb ik gekocht
toen anderhalf jaar geleden mijn broer is overleden. Ik heb het toen ook
cadeau gegeven aan zijn vrouw en aan een andere broer van mij. Ik vind het
een lief klein boekje,
mooie omslag, niet groot en mooie foto's; tekeningen staan er in.
Hier een klein gedichtje uit het boekje:
Met open ogen
staar ik
in de spiegel van het verleden
naar het troosteloze heden
Glansloos
zijn de dagen nu jij er niet meer bent,
alles heeft zijn kleur verloren,
eenzaamheid trekt diepe sporen
in de kamers van mijn hart,
Doris Dorné
Do not stand at my grave and weep
I am not there, I do not sleep
I am a thousand winds that blow
I am the diamond glints on snow
I am the gentle autumn's rain
When you awaken in the morning hush
I am a swift uplifting rush
of quiet birds in circled flight
I am the soft stars that shine at night
So do not stand at my grave and cry
I am not there, I did not die
- onbekend auteur -
Als je mij nog iets wilt geven
dan zou ik vragen:
sterf niet met mij,
omhels het leven.
Je mag bedroefd zijn
maar wanhoop niet,
verdrink niet in te groot verdriet.
Als je mij nog iets wilt schenken
dan zou ik willen
blijf toekomst zien,
blijf hoopvol denken
zodat je uitgroeit
en voluit leeft
het leven alle kansen geeft.
-onbekend auteur-
De Wolken
Ik droeg nog kleine kleren, en ik lag
Lang-uit met moeder in de warme hei,
De wolken schoven aan ons voorbij
En moeder vroeg wat ik in de wolken zag.
En ik riep Scandinavië, en eenden,
Daar gaat een dame, schapen met een herder -
De wond'ren werden woord en dreven verder,
Maar 'k zag dat moeder met een glimlach weende.
Toen kwam de tijd dat 'k niet naar boven keek,
Ofschoon de hemel vol met wolken hing,
Ik greep niet naar de vlucht van 't vreemde ding
Dat met zijn schaduw langs mijn leven streek.
-Nu ligt mijn kind naast mij in de heide
En wijst me wat hij in de wolken ziet,
Nu schrei ik zelf , en zie in het verschiet
De verre wolken waarom moeder schreide -.
M Nijhoff (1894-1953)
Bevroren verdriet
Voor duizend dingen zijn geen woorden
de horizon verdwenen in het niet.
De tijd gaat ongemerkt verloren, ik ben gevangen in bevroren verdriet.
Verdriet is tijdloos, zonder maat.
De dagen van niets tot niets.
De klok die al zo lang stilstaat,
wil verder , maar kan het niet.
De mensen om mij heen gaan door.
De tijd heelt alle wonden!
Niemand begrijpt wat ik verloor,
toen we verslagen bij jou stonden.
Dement
Je dag heeft geen uren meer,
geen naam, geen gezicht.
Zo slibt heel langzaam en teer
verdriet je denken dicht.
De toekomst is wat gister was
al neemt de tijd een keer
en verdwijnt wat toen bestond,
het doet ons beiden zeer.
Buiten spelen kinderen.
Vandaag schijnt de zon door de ruit.
Jij hebt de strijd verloren.
Jij staart weerloos voor je uit.
Niet vergeten
Ik denk niet soms aan je.
Ik denk elke dag aan je.
Ik mis je niet minder, maar meer.
Je bent er steeds langer niet.
Ik denk aan je als ik wakker word.
Ik denk aan je als de kraan lekt.
Ik denk aan je als de koelkast leeg is.
Ik denk aan je als de zon schijnt.
Als ik zo graag met je wil fietsen,
als ik zo graag met je buiten wilde zitten
Ik denk aan je als ik wil vertellen:
van een kleinkind dat komt.
Van onze zoon die gaat scheiden,
van de auto die verkocht is.
Ik denk aan je als iemand zomaar zegt: ''alles goed....?''
Nooit meer is alles goed.
Soms gaat het beter dan anders.
De ene dag is mijn gemis zachter dan de andere.
Sinds anderen zeggen: ''het is maar beter zo, hij is goed af,
zij heeft niet veel geleden ,het was niet veel meer...?''
verlang ik nog meer naar je.
Mijn dag is beter als je naam wordt genoemd.
Als ik merk: je wordt niet vergeten.
Eens
Eens zullen allen die tussen ons kwamen
zijn weggevallen, wie weet nog hun namen....
Eens zal de vete zijn bijgelegd en zal
vergeten zijn ons bitter twee gevecht.
Eens zal het weer regenen stil, zoals toen aan zee
kom mij dan tegen en ga met mij mee.
Heimwee
Heimwee naar vervlogen tijden,
naar iets dat niet meer is.
Heimwee naar al dat lieve,
heimwee naar wat ik mis.
Heimwee is een raar gevoel,
het is niet te omschrijven.
Heimwee naar de tijd van toen,
naar iets dat niet kon blijven.
Heimwee, voelt U wat ik bedoel?
Heimwee naar een gelukkige tijd,
gewoon, naar zijn ''lieve blik''.
Heimwee naar een ''aai en een kus''
en een beetje naar mijn ''eigen ik''.
Heimwee naar je arm om mijn schouder.
Geen aandacht meer van hem.
Heimwee naar dat ''onvergetelijke'',
omdat ik dat alleen van hem maar ken.
Heimwee, je voelt je verloren,
je hebt alleen herinnering.
Heimwee, wat moet je er mee beginnen?
Niets, anders ''stik je er in''.
Heimwee voelt ongezond,
er is niet mee te leven.
Heimwee is verlangen naar iets,
dat zelfs geen mens je terug kan geven!
het is niet te omschrijven.
Heimwee naar de tijd van toen,
Leven en dood
Wanneer voor een ander het leven ophoudt,
blijft voor jou veel verdriet,,
daar gaat het leven voor verder,
ook al wil je het niet.
Tijd heelt alle wonden
en vergeten kost tijd,
het houdt je maar bezig,
je raakt het maar niet kwijt.
Zou het verdriet nog slijten,
en de gedachten verdwijnen?
Nee, waarschijnlijk niet,
daar zul je mee moeten leren leven.
Dat zijn voor jou de feiten.
Je mag er aan blijven denken.
Soms met een scheutje pijn,
maar je moet toch verder leven,
wanneer de ander er niet meer zal zijn.
Vroeger
Ik herinner me de koffie op het lichtje,
m'n Moeder altijd thuis met warme lach,
haar hartelijkheid, haar stem zo hoog en helder,
die vroeg naar alle dingen van de dag.
Ik herinner me de kat lui op een kleedje,
de sjoelbak op de tafel naast de krant,
de schijven hooggestapeld en bruinglanzend,
een schaaltje Weesper Moppen bij de hand.
Ik herinner me het mouwschort dat ze aan had,
haar haren grijs boven haar jonge gezicht,
haar stille zorgzaamheid in alle dingen,
haar lopen snel en verend-vederlicht.
Ik herinner me de veiligheid, de warmte,
soms zong ze bij de afwas zacht een lied,
en keek ze even om of wij het hoorden,
want echt gemakkelijk was haar leven niet.
Ik herinner me de keuken en de geuren,
van opgebakken broeder, kaantjes spek,
en met z'n allen verse pinda's pellen
en je te goed doen, want je had steeds trek.
Ik herinner me dat ze me naar bed bracht,
ze gaf een zoen en keek me even aan,
nog zie ik - want ze was altijd wat mager-
haar smalle lichaam in de opening staan.
Ik herinner me dat ze mijn handen warm wreef
wanneer ik van het ijs kwam, moe en koud,
de schemerlampen boven de kast en de divan;
de wereld was eenvoudig en vertrouwd.
Ik herinner me haar stem en die van Vader,
de sfeer van rust en gezelligheid,
de chocolademelk heet op de kachel,
Zo ben ik soms even terug in vroeger tijd.
|
Relevante
Links:
Nog
enkele titels:
"Graag
veel bloemen"
"Zeg zacht mijn naam "
Nederlandstalige gedichten over de dood, samengest. door Henk van
Zuiden.
"Als het donker wordt, wat zal ik dan nog zeggen...
"
Samengest. door Leo Derksen. ISBN 90-6010-809-4.
Een bloemlezing van gedichten van bekende en
onbekende dichters die in rouwadvertenties in Nederlandse kranten
geciteerd werden.
Death
is nothing
Henry Scot Holland
Pauline van de Ven:
De Ziel van Putter
Een fabel over de dood
(Meer relevante links toe te voegen?
Schrijf even naar Eisjen)
|