De
katteschool
Als een poes naar school toe gaat,
leert ze enkel kattekwaad.
Ze leert er mauwen met afgrijselijke klank,
haar nagels te scherpen aan stoel of aan bank.
Ze volgt de cursus, poes is niet stom;
'Hoe gooi ik thuis de vaasjes om.'
Ze leert op school met scherp verstand;
'Hoe verniel ik de papyrusplant.'
Ze leert er ook tot schrik van de baas
biefstukjes stelen en plakken kaas.
Een geleerde kat die blijft in leven;
leert de ijskast kopjes geven.
(Hans Dorrestijn)
Hoe
noem je een kat?
Hoe noem je een kat? Geen eenvoudig karweitje,
Dat flans je niet zomaar even te saam;
Wie weet denk je: die heeft zeniet op een rijtje,
Als ik zeg; een kat vraagt om een driedubbele naam.
Allereerst dus een naam om in huis te gebruiken,
Zoals Willempie, Sambal of Jan zonder Blaam,
Zoals Tjebbe of Frederik, Droppie of Kuiken -
Allemaal hoogst acceptabel qua naam.
Er zijn chiquere namen, ze klinken wat beter,
Deels voor meneer zelf en deels voor madame;
Zoals Plato, Apollo, Electra, Demeter -
O, allemaal hoogst acceptabel qua naam.
Maar geloof me: een kat eist een naam die bijzonder is,
Een naam die een wonder is, uiterst voornaam,
Want hòe straalt hij uit dat hij geen slome donder is,
Maar juist een seigneur als hij glimt voor het raam?
Ik biedt je een selectie uit de aliassen,
Zoals Snorrescha, Xinix, of Oui-doume-ouat,
Zoals Bomballerien of, zeg, Antimakassa -
Titles, nimmer bestemd voor meer dan èèn kat.
Maar inzonderheid is daar die naam nog, die ene,
En dat is de naam die je vindt voor geen goud;
De naam door geen mensenverstand bij te benen -
Die alleen de kat zelf kent, en stug voor zich houdt...
(T.S. Eliot)
Oeloembo,
een kat
Hij had zijn kleine gewoontes
als wij, maar groter
van onverschilligheid.
Hij hield in de winter van
kachels, 's zomers van
vogeltjes.
Ziek en even onverschillig voor
de dood als voor ons.
Hij stierf zelf wel.
(Rutger Kopland)
Kattentrouw
Die altijd liep bij ons vandaan
Is thuisgekomen om dood te gaan
(Cornelis Veth)