Het geschenk van Harry Mulisch.
Allereerst de buitenkant. Er staat een
boekenkast op.
> Dat boek van Escher was volgens 'Zeeman met
boeken' met opzet de enige herkenbare titel op de achtergrond omdat het verhaal van M. als
een van de beroemde onmogelijke tekeningen van Escher in elkaar zou zitten.
> foto is ook te zien op andere boeken van hem
dus het slaat niet alleen op het boekenweekgeschenk.
> Op de voorkant staat
trouwens een afbeelding van de onmogelijke driehoek in spiegelbeeld.
> vond ik wel mooi gedaan ja - wat lijkt
onmogelijk in de spiegel is in feite makkelijk te verklaren als je het van een andere hoek
bekijkt - verwijst inderdaad naar zijn verhaal.
En toen de inhoud:
> Heeft iemand het trouwens al uit en
zo ja: wat vond ze ervan?
> Ik heb het in een ruk uitgelezen. Knap in elkaar
gezette tweeluik - 2 versies van "zo had het kunnen gaan" naast elkaar gezet.
Hieronder mijn 'favoriete stukjes'.
"zijn uitgestreken gezicht, verteerd door
beroepsmatige smart, moest de droefenis van de nabestaanden uitbeelden, wat niet erg
lukte. --- ..kaalgeschoren neo-nazi. <...> in de concentratiekampen werd dat kapsel
niet gedragen door de SS, maar door de gevangenen. De neo-nazi's waren romantische
jongelui met heimwee naar het verleden, maar de echte nazi's hadden daar geen last van
gehad. --- Het verschil was alleen dat Herbert zijn verhaal niet bedacht en geschreven
had, maar bedacht en gedaan. Maar was hij dan eigenlijk wel een kunstenaar? En zo niet,
wat dan? Een kunstwerk? --- Het was volstrekt idioot wat hij had gedaan, maar hij had het
gedaan, - en dat niet voor zijn eigen glorie, maar om iemand te helpen: de moeder van zijn
kinderen. --- Hij was geen emotioneele neo-nazi, die weet dat het slecht is wat hij wil,
maar een kille nazi, die dacht dat het goed was wat hij deed. In die zin was hij
onschuldig. --- 'Veel weten zou alleen maar gevaarlijk zin als mijn talent kleiner was dan
mijn kennis'
Met daar tussen de opmerking
"haha - hoezO arrogant ;-)"
n.a.v. onze mails over de heer Mulsch zelf.
"Inzicht is geen geneesmiddel --- Dood zijn altijd de
anderen. --- Niemand weet meer wat het woord 'tragedie' inhoudt: de botsing van 2
onverenigbare waarheden."
Tijdens het lezen moest ik op een gegeven moment aan dat
oude verhaal denken waar de oude arme man en vrouw allebei een kerstkado voor elkaar
willen kopen. Geld hebben ze niet - dus verkoopt de man zijn horloge om een mooie kam te
kopen voor de prachtig lange haar van zijn vrouw. Tegelijkertijd verkoopt zij haar haren
om een mooie nieuw horloge ketting te kopen... trAAAgisch natuurlijk...;-) Maar ze hadden
elkAAr nog...
Mulisch' verhaal heeft ook zoiets - 2
onverenigbarewaarheden. --- En dan uit het nawoord van Mulisch over de Croiset affaire:
'Mijn tekst is geen beeld of interpretatie van zijn even
fantastische als reële onderneming, die destijds veel opzien baarde, maar uitsluitend de
aanleiding tot mijn eigen literaire avontuur.'
Dat lijkt me dus duidelijk, en mensen die gaan schreeuwen
dat het boek 'niet kan' zijn simpelweg niet in staat om de term 'fictie gebaseerd op
feiten' te begrijpen. (He - wAcht ff... als ik die geciteerde zin hier boven nog een keer
lees dan klopt er iets niet....grammatisch bedoel ik dan... hij zegt hier dat ... mijn
tekst was de aanleiding tot... Of niet? Dit kan ik niet uitstaan - ben ik gek of is het
inderdaad een hele kromme zin waarvan je weet wat hij bedOEld te zeggen, maar als je het
goed leest is de zin gewoon fout...)
> Doen jullie dat trouwens
ook: als op een foto een boekenkast als decor is gebruikt proberen om de
titels te ontcijferen?
> but of cOUrse!!
Van een andere grrl de volgende reactie.
> De novelle boeide me tot het midden. Als het verhaal
wordt overgenomen door de vrouwelijke toneelschrijver die de vrouw Magda in de actieve rol
plaatst, vind ik het vervlakken en uiteindelijk was ik teleurgesteld. Dat komt mede
doordat Mulisch in het eerste stuk de man, Herbert, zijn hele verhaal zelf laten
vertellen, terwijl dat van Magda wordt naverteld, wat het dramatische effect drastisch
reduceert. Zou dat nou wel of niet te maken hebben met des schrijvers moeite met het
kruipen in een vrouwenhuid, vraag ik me af. Zoals ik me ook afvraag of het gedicht dat de
vrouwelijke toneelschrijver in haar tekst inlast met opzet zo slecht is. Wat me ook te
denken geeft, is dat Mulisch de mannelijke toneelschrijver in de lach laat schieten als
Herbert beschrijft dat hij zich voorstelt dat vooral zijn zelfbedachte vrouwelijke
ontvoerder antisemitische taal tegen hem uitslaat. Die lach wordt verklaard uit het feit
dat hij ook dit weer een "verbluffende salto van de verbeelding naar de
werkelijkheid" vindt.
Waarom dit er zo speciaal uitgelicht? Jan Bontje, die het
boekje recenseert op de site van Omslag, ziet er een aanklacht tegen oplaaiend
antisemitisme in. Die zie ik niet. Mulisch zelf had het op de radio over een "ode aan
de liefde". Als dat zo is, dan een aan de tragische liefde: in beide gevallen
overleeft de geliefde het voor haar/hem gedane offer niet. De geliefden blijven het
goed bedoelde maar verkeerd uitpakkende bedrog tegenover elkaar volhouden tot de dood van
de ander erop volgt. 't Is maar wat je liefde noemt.
In zijn verantwoording, waarin de geciteerde, die inderdaad
zo krom als een hoepel is (knap, ik had er volledig overheen gelezen), heeft Mulisch het
over een literair avontuur in het tegenover elkaar zetten van twee elkaar uitsluitende
verhalen. Hij breit die twee verhalen aan elkaar door een "tussenspel" te
schrijven, waardoor de verhalen gaan werken als twee bedrijven van een toneelstuk.
Daardoor valt het verrassingselement weg. Ik kan me met gemak een toneelavond voorstellen
waarin in twee eenacters een zelfde gebeurtenis op een andere manier wordt verbeeld. Niks
verrassends aan. Nee, jammer. 't Leek meer dan het is. Althans, dat vind ik.
> De novelle boeide me tot het
midden. Als het verhaal wordt overgenomen
door de vrouwelijke toneelschrijver die de vrouw Magda in de
actieve rol plaatst, vind ik het
vervlakken en uiteindelijk was ik teleurgesteld.
> ik begon toen pas rechtop te zitten (letterlijk
- ik heb het in een keer uitgelezen vroeg 's ochtends in de grote leesstoel met de hond
snurkend naast me met de bank nog in bezit - halverwege dacht ik aan opstaan om meer thee
in te schenken maar ik ben niet verder gekomen dan rechtop zitten - ik bleef in die stoel
tot ik het uithad) en terug te bladeren van "Hè - wat gebeurd hier? Heb ik wat
gemist?'
> Dat komt mede
doordat Mulisch in het eerste stuk de man, Herbert, zijn
hele verhaal zelf laten vertellen, terwijl dat van Magda
wordt naverteld, wat het
dramatische effect drastisch reduceert.
ik vond het eerst verwarrend en dan had ik door dat
dit een Andere versie was van de ... verzonnen versie van .... hoe de waarheid had kunnen
zijn gegaan (huh?), en dat vond ik... interressant
> Zou dat nou wel of niet te maken hebben met des schrijvers moeite met het kruipen in
een vrouwenhuid,
zoals bij 'Twee Vrouwen' bijvoorbeeld? Want dat was
ongeloofwaardig Onzin tuurlijk.
> Mulisch zelf had
het op de radio over een "ode aan de liefde".
dat vond ik ook (zie oude man/oude vrouw verhaal waar ik
aan moest denken - Eigenlijk gaat het hele verhaal hierom ja)
> Als dat zo is, dan
een aan de tragische liefde:
Maar natUUrlijk! alle beste liefdes verhalen zijn
tragische.
En over de kromme zin:
Slordig. Of missen we toch wat ??- het kan bij mij bijna
niet in dat de schrijver van De Ontdekking van de Hemel zo'n foute zin de wereld in
stuurt. En zeker niet dat er niet eerder een of ander regisseur/editor/redacteur(??) dat
gezien heeft.
Volgend stuk is een beetje een verklapper - dus niet lezen
als je het boek nog moet lezen.
N
I
E
T
D
O
E
N
!
!
OK.....
ok....
jij je zin....
Het eerste "schok moment" was in het eerste deel
toen de man zei "Die brief was echt". Toen draaide de wereld om. Tweede grote
moment is toen de vrouw uitlegde dat ZIJ het geschreven had. Om precies dezelfde redenen
dat HIJ de ontvoering in scene zette. Op dat moment wordt het een liefdes verhaal - meer
niet, maar zeker ook niet minder.
Een ander komt nog even terug op de zin "Veel
weten zou alleen maar gevaarlijk zijn als mijn talent kleiner was dan mijn kennis'. De
zin dus die de kreet "haha - hoezO arrogant" had uitgelokt.
> jA, bij dit stukje staan bij mij vette vraagtekens,
zin die erop volgt is minstens zo arrogant: 'wees dus maar blij dat je minder weet dan ik'
... dat zat er wel een beetje errug in vond ik : eerste stuk geschreven door wijze oude
man (door alle aandacht van de laatste tijd zag ik Harry's hoofd daar echt tussen de
regels doorkijken) en tweede stuk door onzekere jonge vrouw
grappige zin vond ik:
'Goed, ik droomde dus mijn onvertelbare droom, en ik werd
wakker van gemiauw'
verder nog iets dat aansluit bij een discussie van de
laatste tijd:
"'Een schrijver moet zelf ook een verhaal zijn,
misschien moet je het zelfs een mythe noemen, anders blijft ook zijn werk in een mist
hangen.'
'Wat een mediamieke onzin. Het gaat om het werk, en verder
nergens om.'"
ook mooi vond ik:
"'Als het over mensen gaat, blijft er altijd een
raadselachtige rest.' 'Die rest is dan misschien, wie iemand is, zei ik, toen we ons
opstelden bij het graf.' 'Misschien is precies dat het verhaal van Herbert en Magda
Althans'"
ik vond het de moeite waard om te lezen en bleef in
verhouding tot lengte (of kortte) lang nasudderen. ook de moeite waard om te hebben, want
het ziet er toch errug mooi uit van buiten en van binnen. vwb de pen in de binnenzak van
Mulisch op de foto op de achterkant en dat ie toch op de computer schrijft (ik weet ff
niet meer wie dat opmerkte)... even cowgrrls... lopen met een pen op zak, OK ik geef toe,
in de achterzak dan (met gevaar voor een spijkerbroek met inktvlekken) (waarom hebben
kOEIen eigenlijk vlekken?) want ik heb niet zo vaak een binnenzak aan ;-) in ieder geval,
zelfs in het computijdperk valt er nog genoeg met pen te schrijven, al is het maar op je
hAnd, maar ik geef toe, dat zie ik hAr niet zo snel doen.
> Vlot geschreven boekje met zinnen om over na te
denken. De twee verhalen vullen elkaar wel enigszins aan. Ik vond het alleen een beetje
jammer dat het verhaal verteld vanuit Magda zoveel korter is, veel minder uit de verf
komt, dan Herbert's versie.
Ik kreeg ook sterk het gevoel
dat Felix model staat voor Harry. Harry moet even via Felix zijn ideeën aan ons als
lezers kwijt. Het volgende citaat heb ik met grote verbazing gelezen. Bepaalde
eigenschappen worden weer als typisch vrouwelijk of mannelijk gezien. En dan het zinnetje:
"ik begrijp er eigenlijk niets van, en dat zal wel komen omdat ik vrouw ben".
Het lijkt wel een stereotiep antwoord uit de jaren 50 :-( , we leven inmiddels in 2000!.
Lees even zelf:
"Maar dat geldt eigenlijk voor de hele techniek. Met
haar kunnen wij wat wij niet kunnen, - praten met iemand op de maan bij voorbeeld, of de
allang vergane lijkenbergen in de concentratiekampen zien: en dat is allemaal nog maar het
begin. Bijna iedereen vindt het doodnormaal, maar ik vind het wonderbaarlijk. Ik begrijp
er eigenlijk niets van, en dat zal wel komen omdat ik een vrouw ben. Daarmee wil ik mij en
mijn soort niet afvallen, in tegendeel: ik sla de filosofische verwondering niet lager aan
dan het technische vernuft. Misschien vormen zij de twee polen van de menselijke geest,
zoals vrouw en man die van het menselijk lichaam".
Ik herken het gevoel wel van die verwondering over de
mogelijkheden van de technische apparatuur van tegenwoordig (had dat ook met de fax, toen
ik een blaadje in mijn apparaat stopte en dat enkele seconden later in Australië daar uit
de fax rolde) maar heb dat nog nooit met mijn sexe in verband gebracht. En gelukkig ken ik
ook veel mannen die de verwondering nog niet kwijt zijn ;-) en technische vrouwen genoeg.
Ik vind het wel een knap geconstrueerd boekje met een hoop
ideeën erin, maar geef mij toch maar een gevoelsmatiger gecomponeerd boek. "De
ontdekking van de hemel" staat hier al 1,5 jaar in de kast om door mij ooit nog eens
ontdekt te worden. Misschien dat ik de moed nog eens bij elkaar kan rapen.
Over het feit dat het verhaal verteld vanuit Magda zo
veel korter is en zo veel minder uit de verf komt kwam de volgende reactie..
Vond ik ook. Ik heb het met plezier gelezen en zou
hier bijna de dodelijke kwalificatie gebruiken dat het voor een boekenweekgeschenk zeer
goed is. Ik snap trouwens nu helemaal niet hoe F. de J. hier in hemelsnaam een
rehabilitatie van Jules C. kan zien, nog afgezien van het feit dat het niet de versie van
Jules C. ìs. Hooguit heel erg in het begin kwam mij de gezette en gezwollen persoon van
Croiset voor de geest maar al snel was ik die hele man weer vergeten, totdat Mulisch er in
zijn nawoord zelf op terug kwam. Herbert wordt bovendien niet echt als een aangenaam mens
neergezet: het is een zeer egocentrische ijdeltuit en hoezeer je zijn gedachtengangen ook
kan volgen: je krijgt hooguit begrip voor zijn daden maar geen sympathie voor de persoon.
En hoe zit dat nou met de twee versies die elkaar zouden uitsluiten? Ik vind ook dat ze
elkaar eigenlijk wel aanvullen, alleen is de een echt gebeurd en de andere alleen maar in
iemands fantasie: Magda heeft de brief ècht geschreven en Herbert heeft dat nooit
geweten, zij weet uiteraard wel dat Herbert ten onrechte haar brief als de zijne opeist
(dat verklaart ook haar hevige reactie) maar heeft dat nooit kunnen zeggen omdat zij zag
hoe zeer hij zelf in zijn eigen versie geloofde en er zich aan vast klampte.
Nu we toch aan het hineinintepretieren zijn geslagen: Magda's verhaal is de waarheid,
Herbert's versie is het theater, de versie die hij eindeloos in zijn eigen hoofd heeft
laten afspelen en perfectioneren tot hij er niet letterlijk meer tegen kon dat de waarheid
geheel anders was. Het past ook helemaal bij Herbert, die 'niet langer kunstenaar maar
kunstwerk is', om -terwijl zij nog steeds springlevend is- haar dood te situeren op een
moment dat hem goed zou zijn uitgekomen en de begrafenistoespraak voor zijn vrouw tot in
de perfectie te oefenen, waarbij hij niet alleen had kunnen gloriëren in zijn zoveelste
rol maar ook zijn geweten meteen was ontlast. Maar wie weet zit het wel precies andersom.
Dat vind ik dus wel het knappe van Mulish: het zijn maar 80 bladzijden maar zo rijk van
taal en ideeën dat je nog uren kan hineinintepretieren.
Dat is nog eens een boek waar wat over te mailen valt! Ook
al stoorde me nu weer een beetje wat me altijd bij hem stoort en waarom ik Mulish al jaren
oversloeg: het is alsof je bij elke mooie zin of gedachte de schrijver zelfgenoegzaam
hoort gniffelen, het is allemaal net iets teveel een bouwpakket dat vakkundig in elkaar is
gezet. En toch, en toch heeft Mulish mij aan het denken gezet over van alles en nog wat en
is dat niet een taak van een schrijver? Ik begin zowaar spijt te krijgen dat ik indertijd
'De ontdekking van de hemel' heb overgeslagen (ik kreeg het zelfs kado en heb het
geruildvoor iets anders), maar dat kan natuurlijk alsnog.
Even nog een verwijzing naar een eerdere discussie over
De ontdekking van de Hemel.