"Hoe was de nacht?" vroeg ik.
"Druk,vol ,warm en veel humor.
Joop Visser bracht in een onaangekondigd optreden een
drietal liederen over het koningshuis. hij zong onder andere:
"Ik waarschuw hierbij Maxima en alle Argentijnen:
Je mag hem hebben meid-
maar laat hem niet verdwijnen".
Was de leeftijd van de gemiddelde dichter vorig jaar 57
jaar, nu lag dat veel lager. Er waren vond ik minder bekende dichters maar daarom niet
minder.
Eind goed al goed zegt men dat vond ik ook van de laatste
dichter ,hij was jong en vol enthousiasme en had bovendien mooie gedichten. Hij mag zoals
de traditie het wil volgend jaar de 22 ste nacht van de Poëzie openen.
Ik heb genoten."
"De 21e Nacht van de Poëzie was wederom een gedenkwaardige, met een
rijk geschakeerd dichtersveld. Ilja Leonard Pfeijffer, die de avond opende, had m.i. de
beste voordracht. En dat terwijl hij in interviews zich afzet tegen performance-dichters.
Zijn gedichten heten nogal "ontoegankelijk" te
zijn. Dat heb ik ook zo ervaren. Maar als hij ze voordraagt worden zijn gedichten een stuk
begrijpelijker. Lang niet alle dichters kunnen met zo'n flair voordragen.
Zo was de voordracht van André Verbart ronduit
slaapverwekkend. Ik kon, nee wílde mijn aandacht er niet bij houden. Wat een
prutsdichter! dacht ik. Toch heeft de bundel waaruit hij voorlas allerwegen lof
toegezwaaid gekregen. Dus toch maar aanschaffen en zelf lezen.
De hoofdprijs voor "mooi voorlezen" gaat dit jaar
naar C.O. Jellema. Een dichter die ik niet kende, maar o wat heeft deze man een
uitstraling, én een prachtige melancholieke stem. De zaal was doodstil toen hij in een
gedicht verhaalde over een jeugdherinnering, waarin hij, telg uit een jagersfamilie, met
vader en ooms mee moet op drijfjacht, tijdens welke hij besluit om een haas niet op te
jagen maar een vrije aftocht te geven. Om daarna nooit meer mee te gaan.
De bekendste dichter, Cees Nooteboom, "waar iedereen
voor komt" (hoorde ik naast mij iemand zeggen. Nou ik niet hoor!), doet mij eerlijk
gezegd niet zoveel. Ik vind zijn poëzie nogal afstandelijk. Ik bedacht vandaag dat dat
woord precies aangeeft wat ik ervan vind, maar goed verklaren kan ik het (nog) niet.
Ramsey Nasr stal mijn hart. En te oordelen naar de bijval
ook dat van menig ander. Wat een ontzettend leuke jongen. Was ik maar jonger (of mijn
dochter al wat ouder :-)). Hij stond voor te dragen alsof hij bij je thuis op de bank zat.
Toen hij vroeg of hij nog wat moest voorlezen joelde de hele zaal. Of misschien alleen het
volk dat zoals ik op de grond zat (de die-hards?) En hij was toch echt de allerlaatste, om
3 uur 's nachts.
Er was veel humor dit jaar. Alleen Patty Scholten werd
uitgelachen. Toon Hermans-versjes, en dan ook nog eens mislukt. Het leukste gedicht is van
Frank Koenegracht:
Vooruitgang
Van alle auto's in de regen
die suizen langs mijn raam,
koplampen aan,
en die passeren
door de bocht van de weg.
hoop ik maar dat ze ergens heegaan
en dat het telkens andere auto's zijn
en niet een reeks
die zonder reden telkens opnieuw
wordt rondgezonden
door steeds dezelfde onzichtbare gek.
Dan heb ik nog met geen woord gerept van de entr'acts. Hoe
krijgen ze die bij elkaar verzonnen! Alle dichters ten spijt, was voor mij het hoogtepunt
het onaangekondigde optreden van Joop Visser. Met een lied over Maxima.
Als dieptepunt een of andere limbo met een heel fanfare
orkest. Die bloosmuziek met toeters en bellen blééf maar in mijn hoofd rondzingen.
Bijzonder irritante man met stomme liedjes. Ik heb wel wat rondgelopen maar geen andere
Boekgrrl gezien (tenminste niet Edith, de enige die ik van gezicht ken).
Omdat ik André Verbart alleen beoordeeld heb op zijn
performance (niet eerlijk) volgt hier een fragment van hem:
UB
In een beeldscherm gedoken of een gesprek,
maar in een moment
aandachtig.
Denkvee trekt langs.
Overbrugbare afstand.
O dames, professioneel
warmhartig,
geachte collegae:
ook informatie vragen
is een kunst.
Het was een fijne Nacht."
Je hebt het over Gé Reinders, één van de limburgers die me met zijn liedjes
wel enigszins kan bekoren. In zijn liedjes duiken voor mij de bekende limburgse taferelen
op. Alhoewel, ik geef toe, je moet z'n liedjes niet al te vaak horen want dan gaat het ook
wel weer snel vervelen. Mijn zeeuwse buurmeisje beschreef hem als het hoogtepunt van de
avond en vond het een enorm grappige man. Je ziet, hoe smaken kunnen verschillen ;-).
"Het is leuk om weer eens te zien hoe smaken verschillen; alleen over Visser als
hoogtepunt zijn we het eens, hoewel ik ook Trijntje Oosterhuis verrassend goed vond.
Om Patty Scholten, dit jaar genomineerd voor de
VSB-poëzieprijs, van Toon Hermans-versjes te betichten lijkt me een misvatting. Dat ze
werd uitgelachen is me niet opgevallen, misschien omdat ik het zelf niet deed. Om haar een
herkansing te bieden, heb ik het volgende uit het Meanderarchief geplukt:
Fort Amsterdam te Hila
De ritselende golven hebben koppen
die aldoor jagen naar de overkant;
een witte streep met palmen, bounty-strand.
De wolken rusten uit op heuveltoppen.
En aan mijn voeten voelen en bekloppen
de golven keien, slijpen ze tot zand.
Hier staat het fort, het houdt al eeuwen stand.
Er drijven prauwen heen als kokosdoppen.
Hun vracht niet langer foelie, nootmuskaat,
die Rumphius als koopman keuren moest,
maar vissen, krabben, eigen mondvoorraad.
Er zijn geen heersers in de legerstee.
Kanonnen wachten op verval en roest
en mos begroeit de letters VOC.
O ja, over Jellema zijn we het ook eens, hoewel ik er meer
van had verwacht. En dat het een mooie Nacht was: ook dat onderschrijf ik, wat inderdaad
iets zegt over de breedte van het gebodene, als het zulke heel verschillende opvattingen
beide kan bevredigen!"
Nog even over die "één of andere limbo"
"Ik denk ook dat het Gé Reinders was, en ik vind zijn teksten, voor zover ik ze
kan verstaan juist vaak erg mooi. Ontroerend in de eenvoud, het beeld wat ik krijg van
Limburgs leven (ik ben zelf een overtuigd uit de polderklei getrokken meid, die met een
Noordelijk accent is opgegroeid). Vorig jaar een concert van hem bijgewoond in Vredenburg,
en hij is op een wat onbeholpen manier grappig. Zo zie ja maar weer, smaken verschillen."
Eisjen