Ik heb vlak voor de kerstdagen Alle namen van Saramago
uitgelezen. Sommige van de grrls hadden het in de tussentijd ook over De stad der blinden
van hem (dat nu ook op de nominatie voor de leeslijst staat) en dat heb ik vandaag ook
maar meteen uit de bieb meegenomen, toen ik Alle namen in ging leveren. Want ik heb echt
genoten van Alle namen.
Het gaat over meneer José, ambtenaar bij de Burgerlijke Stand (waar nog met inkt en
kroontjespen wordt gewerkt). Meneer José heeft de hobby om knipsels van beroemdheden te
verzamelen. Op een dag komt hij op het idee om zijn verzameling uit te breiden met de
persoonsgegevens van de beroemdheden uit het archief van de Burgerlijke Stand. Hij neemt
dan per ongeluk een persoonskaart mee van een onbekende vrouw. Hij raakt daarna door haar
geďntrigeerd en gaat op onderzoek uit naar deze vrouw.
Er gebeurt dan van alles en hij wordt steeds avontuurlijker, voor zijn doen. Het is
heel goed geschreven, met een knappe spanningsboog - want wat er feitelijk gebeurt is niet
echt spannend, maar toch ook weer wel.
Saramago heeft een ongewone stijl (zoals iemand al opmerkte) waar je even aan moet
wennen. Dialogen (in dit boek) bijv. schrijft ie gewoon achter elkaar door, zodat je goed
moet opletten wie wanneer wat zegt. Maar er zit wel systematiek in. De zinnen worden
gescheiden door komma's en als de zin na een komma begint met een hoofdletter, wisselt
degene die aan het woord is.
Ik vond de zoektocht van meneer José heel mooi en overtuigend. De beschrijvingen van
het haast middeleeuwse Archief en de ambtenarij met alle regeltjes e.d. zijn ook prachtig.
En meneer José zelf is tot slot een ontroerend personage.