De Bezige Bij over het boek:
"Joe Speedboot is een roman over liefde en rivaliteit, over een
verlosser zonder belofte en een heroïsche odyssee. Het toont het lot van
nieuwkomers in een Nederlands dorp, waar de last van het onverwerkte
verleden op de inwoners drukt. De tragikomische maalstroom van
gebeurtenissen geeft het ingeslapen dorp een onverwachte dynamiek waar
het niet meer van zal herstellen.
Tommy Wieringa schreef met Joe Speedboot een gedreven, aanstekelijke
ontwikkelingsroman, met een hoofdrol voor de mateloze verbeeldingskracht
van één man.
Fransje Hermans, de verteller van het verhaal, is na een ongeluk
invalide geraakt en heeft voorgoed zijn spraakvermogen verloren. Hij is
de zelfbenoemde chroniqueur van het dorp Lomark. Zijn fascinatie voor de
nieuweling Joe Speedboot is grenzeloos: Joe Speedboot, de jongen die
zijn eigen naam gekozen heeft en op zijn vijftiende al bommenlegger,
vliegtuigbouwer en bewegingsfilosoof is. Nauwgezet observeert Fransje
hoe nog een nieuwkomer de natuurlijke orde van het dorp komt verstoren:
Joe's stiefvader Papa Afrika, een zachtaardige Nubiër met gazellenogen
die een kleine scheepswerf begint op de oever van de Rijn. Dan
verschijnt de geheimzinnige Picolien Jane, een beeldschone
Zuid-Afrikaanse, aan wie Fransje zijn kronieken opdraagt en voor wie
levenslange vriendschappen op het spel worden gezet. In haar komen alle
verhalen samen, met noodlottige gevolgen.
Op originele wijze en met speels vernuft, toont Tommy Wieringa de loop
van een geschiedenis, waarin niemand aan zijn bestemming ontkomt."

Ik heb het boek voorgedragen voor deze leeslijst, mede doordat we het
ook bij onze literatuurclub zouden bespreken en ik het een heel apart en
goed te lezen boek vond.
"het was het uur dat alles blauw wordt, metalig blauw, wanneer
alle kleur zicht uit de dingen terugtrekt en ze blauw en hard en
donker maakt voordat ze langzaam wegzinken in de
duisternis."
Ik vond dit ook echt een prachtige zin. Maar deed mij denken aan een
zin uit een fantasyboek, waar ze het hadden over het violette uur. Het
uur vol magie. De magie is hier in het begin van het verhaal aanwezig.
Je weet nog niet waar de personages heen gaan. Eén voor één worden ze
van hun omhulsel ontdaan. Fransje met z'n woede-aanvallen, PJ door haar
jeugd en verwrongen zelfbeeld en Joe door z'n naam. Eingelijk blijft Joe
nog het
meest overeind, hij wordt niet overmand door PJ's verraad.
Het
las lekker weg, tot ongeveer een derde. Toen had ik even een paar
lastige stukken er tussen zitten, waarbij jik dacht, ga ik dit nu wel
uitlezen...
Aaah,
ik ben het met een stukje achterflap eens, ook dat mag in de
boekgrrlskrant, het boek heeft inderdaad de sfeer van het werk van John
Irving, maar ik dacht ook vaak aan 'de kleine vriend' van Tartt.
Personages die op hun eigen eigenzinnige manier buiten de gangbare
maatschappij lijken te staan.

De vergelijking met Irving kan ik me wel iets bij voorstellen. Hier
zitten ook van die "sagen" in, het bouwen van het vliegtuig, het bouwen
van de feluka door Papa Afrika, het bouwen van de shovel, het opbouwen
van de spiermassa van Fransje, het opbouwen van een "mannenbestand" door
PJ en allemaal op zoek naar een vluchtweg. Het boek gaf mij in eerste
instantie een beetje een triest gevoel, maar als ik er nu goed over nadenk,
zijn bijna alle hoofdfiguren die op zoek waren naar die vluchtweg ook "
ontsnapt". Ze hebben allemaal iets gevonden waardoor ze gelukkiger
werden of vrede konden vinden in hun bestaan.
Ik
had wat moeite om het juiste ritme van de zinnen te vinden, soms wilde
ik al te veel weten, en kwam er dan verder lezend achter dat ik te hard
van stapel liep. Maar soms wilde ik ook nog in de beelden blijven hangen
maar trok het boek me sneller verder.
Van
die driehoeksverhoudingen (rond PJ) klopt inderdaad. Telkens als er rond
PJ een jongen wegvalt, of gewoon vertrekt, in dit geval Joe, komt er een
andere in de plaats.
PJ heeft een nogal gecompliceerde persoonlijkheid. In de relaties (verhoudingen),
die ze op een bepaald moment heeft (schrijver, Joe, Fransje, Christof)
stel ze zich nogal dienstbaar op. Ze is misschien in zekere zin Hoer van
de Eeuw maar toch ook een zuster van barmhartigheid (in geval van
Fransje) al zijn zekere sadistische trekjes haar niet vreemd. Dan
Christof: de vraag op wie Chrisof lijkt is voor Fransje een jarenlange
obsessie geweest. Ik vind dit vreemd pas op blz. 312 te lezen. Mij
inziens is Christof door het boek heen wat kleurloos voor de dag gekomen.
Fransje weet opeens op wie Christof lijkt: Heinrich Himmler. (???????)
Wat is de overeenkomst tussen C en HH? Fransje heeft in ieder geval tot
op de dag van vandaag Plezier (ik lees; leedvermaak) over de vernedering
die Christof is aangedaan.
Heinrich
Himmler, was hoofd van de Nazi-politie en richtte in Dachau het eerste
concentratiekamp in.
Zie
in het boek hier geen overeekomst met Christof, die zo netjes gekleed
graag zoals Joe wilde zijn, met afknipte pijpen. Het is een boek over
driehoeksverhoudingen:
Het
leest wel makkelijk, maar zit toch wel heel veel in.
Vind Fransje uiteindelijk toch wel de verliezer. De vriendschap met Joe
heeft hij in moeten leveren, om af en toe even te mogen snoepen van PJ.
PJ die op de kermis de nieuwe attractie ( muizenstad) 1 muis apart zet
van de anderen. Hier zie ik Fransje in terug en de muizenstad, Lomark.
PJ Eilander ( in het boek" hoer van de Eeuw "de naam Tessel gekregen).
Is over nagedacht.
Naar
aanleiding van jou opmerkingen, om ik dan toch eindelijk tot een reactie
op dit mooie boek.
Ik kan me helemaal vinden in je vergelijking van PJ en de muis, met
Frans en Lomark. Maar Frans is natuurlijk door zijn ongeluk al een
buitenstaander, een kijker geworden. Door zijn fascinatie met de Japanse
samoerai kunst meent hij sterker te zijn dan een maaimachine - en blijkt
dat natuurlijk niet te zijn. Daarom kiest hij eerst voor de weg van de
pen - de buitenstaander, de geschiedschrijver. Pas wanneer hij ouder
wordt, en met name door zijn verliefdheid op PJ, wil hij een deelnemer
worden aan het leven. Uiteindelijk kiest hij dan voor de weg van het
zwaard ("Francois le Bras"), waardoor hij een plek in de buitenwereld
krijgt.
Joe
en PJ zijn beiden buitenstaanders die in Lomark komen wonen en hun
stempel op het dorpsgebeuren drukken. Engel, Frans en Christof zijn de
oorspronkelijke dorpers. Christof uit de familie van de notabelen, Engel
uit de familie van de jonggestorvenen, Frans uit de familie van de
hufters. Frans probeert zich te onttrekken aan het lot van zijn
bloedlijn, maar erkent uiteindelijk toch dat het bloed sterker is dan de
wil. Joe, de buitenstaander, de katalysator en inspirator, verdwijnt dan
uit beeld. Maar de herinneringen die hij achterlaat zijn die van energie
en anarchie, en enorme eigenzinnigheid. Hij heeft zijn missie, het weer
tot leven brengen van Frans (uit coma halen en later in het dagelijkse
leven betrekken), volbracht.
Vind
Fransje uiteindelijk toch wel de verliezer. De vriendschap met Joe heeft
hij in moeten leveren, om af en toe even te mogen snoepen van PJ.
Wat
al heel wat is en dat weet hij maar al te goed. Ik zag het meer als
zoete wraak. Die vriendschap met Joe was niet onvoorwaardelijk maar voor
Joe ook een manier om aan sex, spanning en sensatie te komen.
Ik
vind Frans niet een verliezer. Het was immers zijn droom om PJ als
geliefde te hebben en een gezin met haar te stichten. Na jarenlang
tevergeefs verliefd op haar te zijn geweest, krijgt hij haar dan toch
blijvend in bed en de kans dat haar kind door hem is verwekt, is niet
gering (ze blijven minnaars, ook na haar huwelijk, het kind is een
jongen zoals alle kinderen in Frans' familie, het kind is dikkig, net
als Frans'broer Dirk, het kind lijkt niet op Christof).
Het
mooie vind ik dat PJ vooral voor hem valt door zijn dagboeken, en dat ze
later steeds zo blij is wanneer hij haar met 1 hand kan optillen. Via de
wegen van pen en zwaard wint de samoerai dan toch zijn dame - ook al is
dat dan "de hoer van de eeuw"!
Dit
is een boek dat ik door titel en vooral omslag nooit zou hebben
uitgezocht, maar dat ik nu aan anderen aanbeveel. Dank aan degene die
het boek heeft genomineerd! Er zit erg veel in het boek, vandaar dat ik
een weekje heb gewacht met reageren. Ik wilde het eerst even laten
bezinken. Ik reageer nu ook "uit het hoofd" en kan geen namen
controleren en zo, want het boek heb ik vrijwel meteen weer naar de
bibliotheek gebracht, zodat een ander er van kan genieten.
Doordat
ik vorige week geen tijd had om te mailen, komt wel iets vreemds naar
voren: toen ik het boek las en net uit had, was ik erg onder de indruk.
Nu, een week later, is die indruk razendsnel weggezakt, en weet ik dus
nauwelijk hoe ik die moet beschrijven. Misschien was 't boek té
gemakkelijk leesbaar, waardoor de indruk niet is blijven hangen? Ik weet
't niet.
Ik
ervaar het boek niet als een echt feel good boek. Ik ervaarde het
verhaal, hoe luchtig ook gebracht, meer als een soort onheilszwanger:
zodra de vriendschap tussen Joe en Fransje begint te groeien, voel je
aan dat dat niet blijvend zal zijn, en denk je (nou ja, ik tenminste)
dat Fransje na deze jeugdvriendschap alleen zal achterblijven. Zo'n
vriendschap tussen een gezond persoon en een zo ernstig gehandicapte (zwaar
spastisch, kwijlend, zich alleen kunnen uiten via briefjes), die Fransje
als een soort vanzelfsprekendheid leek te
accepteren, leek mij zo bijzonder dat hij niet zou kunnen verwachten dat
na Joe nog eens mee te maken. Dat Fransje zich zijn eenzame positie ook
wel realiseert, vond ik op ontroerende wijze blijken uit sommige
passages over de lessen van de Japanse samoeraimeester Musashi.
Bijvoorbeeld als hij eraan denkt hoe verliefd hij is op het meisje PJ,
dat hem helemaal niet ziet staan:
"ik had net zo goed dood of een Chinees uit Wuhan kunnen zijn, zo
raakt mijn bestaan nergens aan het hare. Soms lijkt het of ik ga
huilen maar dat is onzin, ik zal van steen worden. Werk daaraan. Je
moet veel oefenen zegt meester Musashi. Niet PJ-dingen denken. Dat
verzwakt. Veel oefenen. Verstenen. Dat is mijn Strategie."
En de eenzaamheid in de voor mij indrukwekkendste passage van het
boek, waarin er een einde komt aan Fransje brikettenwerk:
"Pa was stil van ontreddering, ik zag mijn eigen schaamte
weerspiegeld in zijn ogen, en zo stonden we elkaar aan te gapen in
die Spiegelzaal van Pijnlijkheden."
Na dit alles viel het einde van het boek me een beetje tegen, ik vond
het niet passen bij het doemscenario dat ik erin had gezien: het loopt
naar mijn gevoel wat al te luchtig 'goed af' met Fransje.
>
Ik ervaar het boek niet als een echt feel good boek. Ik
> ervaarde het verhaal, hoe luchtig ook gebracht, meer als > een soort
onheilszwanger:
Dat was het óók in mijn herinnering maar tegelijkertijd spreekt er een
soort levenslust uit die bij mij het langst is blijven hangen. En in het
algemeen is het meer een avonturenroman waarin alles net iets bigger
than life is.
Wieringa
is geboren in Goor, Twente. Waar hij momenteel woont, weet ik niet.
Aanvankelijk dacht ik dat Lomark ergens aan de IJssel lag, in iedergeval
in het rivierengebied, later neigde ik meer naar de Rijn bij Arnhem,
omdat plaatsen als Oosterbeek en Westerveld genoemd worden. Het zou leuk
zijn als we de locatie enigszins zouden kunnen situeren.
Hij
woont dus in het Gooi. Waar zou jij de fictieve plaats Lomark situeren?
Is
mark van oorsprong geen Overijssels woord? Het komt in ieder geval uit
het oosten van het land. Ik ben nog niet aan het boek begonnen. Ligt nog
op mijn stapel. Ik zal bij het lezen kritisch letten op aanwijzingen ;-)
wie weet kan ik nog een extra suggestie doen ;-)
Of
"mark"en overijssels woord is weet ik niet precies. Komt waarschijnelijk
wel uit het Saksisch. Is een gemeenschappelijke lap grond waar de
bewoners van een dorp hun vee mogen laten weiden.
Het
fictieve dorpje Lomark ligt uiteraard aan een fictieve rivier (met
omgeving: veerhuis, veereiland, uiterwaarden), in de wisseling van de
seizoenen een decor voor het verhaal, zo beeldend beschreven dat het als
het waren tot leven komt. Maakt dat wat uit, waar het fictieve dorp van
Wieringa zou kunnen zijn? Ik bedoel voor het lezen, het beleven van het
boek?
Voor
de beleving van het boek maakt het uiteraard niet veel uit. Toch werd ik
al lezende nieuwsgierig naar waar Tommy Wieringa zijn inspiratie vandaan
haalde. Ik betrap mezelf er wel op soms op fundamentalistische wijze te
lezen: het staat geschreven, dus moet het ergens te vinden zijn (De
Bijbel heeft toch gelijk e.d. ((voor de fundamentalistische lezer
dus)). Ik vroeg me tijdens jet lezen wel af: waar gebeurde dat en dat
precies? Het gaf wel een extra dimensie aan mijn leesgenot.
Ik
heb tijdens het lezen Lomark ergens aan de IJssel gesitueerd, omdat de
sfeer van het boek goed past bij hoe ik die rivier ervaar. Ik vind het
dan ook niet zo belangrijk om te weten welke locatie Wieringa zelf voor
ogen had. Wel vond ik het leuk om een plek die ik zelf ook heb bezocht
in het boek terug te vinden, toen het ging over het eerste kunstwerk van
Engel:
"Desgevraagd wilde Engel wel uitleggen waar hij het idee daarvoor
had opgedaan: in een klein museum van de Eerste Wereldoorlog vlak
bij Ieper in de Vlaamse Westhoek. In een stereokijker had hij foto's
gezien van paarden die door de kracht van een ontploffing in bomen
waren geslingerd; dat beeld had hem niet losgelaten."
Wieringa is dus ook in het zeer indrukwekkende
Hill 60 museumpje
geweest! Maar goed, dat zegt natuurlijk niets over de kwaliteit van het
boek ;-)
elma,
die ook in het museumpje geweest is (na het lezen van De Heuvel van
Willy Spillebeen) en ook dat ene beeld van de voorkant van een paard die
in een boom hangt nooit zal vergeten
In
het boek lag Lomark in het landingsgebied van degeallieerden..<."blz.36:
"...in september waren ze voor het eerst aande beurt...toen er
een geallieerde bom op ze die eigenlijk bedoeld was voor Flak aan de
Overkant.... de rest van de familie ging naar Lomark omdat ze
hoopten dat ze daar veilig waren. Mooi niet, want eenweek later
regende het bommen op Lomark zelf en kregen ze de tweevoltreffer op
hun dak..."
Tja, en dan is de rivier zelf! weer eenmetafoor van een andere
metafoor, zegt wat er in de hoofdpersoon Fransje de Arm omgaat: blz.
258:
"Het sneed mij in tweeën als eenrivier; op de ene oever was Joe
degene die ik liefhad als geen ander,aan de overkant was hij mijn
tegenstander omdat hij mijn kostbaarstedroom had verstoord."
De plekken aan de rivier zijn zo beeldend beschreven dat ik bijna
denkdat de schrijver door een bestaande plek of plaats geïnspireerd moet
zijn...
bij
een metafoor als: "de dag rolde zich op als een krant" was het voor mij
ook wel even slikken. Maar sommige beelden verwijzen weer naar een
oplossing achter in het boek, b.v. de naam "Joe Speedboot" is een zwakke
plek van Joe. Hij wil niet dat anderen zijn doopnaam weten. Zelfs zijn
moeder verklapt die niet. Op blz 283 lees je dan
1. naam RATZINGER
2. voornamen.given names ACHIEL STEPHAAN
Zijn naam is dus zijn achillespees. Ik vind het zo vreselijk knap van
de schrijver dat er sprake is van metaforen, waaraan je aanvankelijk een
beetje geïrriteerd overheen leest en ineens ben je een eind verder in
het boek en dan krijg je ineens een "Aha Erlebnis". Ik vind het prachtig!
"....knalpijpen glansden als bazuinen.....".
Schitterend beeld, bijna apocalyptisch toch?
Bazuinen:
dat is nu net zo'n woord waar ik niet meteen een beeld bij krijg, dus
daar zal ik overheen hebben gelezen. Jammer dat ik het boek niet hier
heb want had ik een beter voorbeeld kunnen geven van een metafoor die
volgens mij nergens op slaat. Maar in het algemeen vind ik dat je
spaarzaam met metaforen moet omgaan. Zoals Ina al eerder schreef: het is
een heel 'vol' boek. Vol met verhalen en vol met kleurrijke personages
dus van mij had de taal wel wat minder bedacht gemogen.
Ik
vind het een echte aanrader. Een boek dat heerlijk wegleest en dat denk
ik niet ongelezen of half gelezen in de kast zalblijven staan.
Heerlijk, al die verschillende indrukken die het boek heeft
achtergelaten bij de lezers.