Ik heb ontzettend genoten van dit boek. Ik wil het op mijn plank hebben,
om het terug te kunnen lezen. Het sluit aan bij mijn eigen ervaringen bij
oudere mensen, waardoor ik wel bevooroordeeld was. Hoe zou iemand die geen
enkele affiniteit met ouderen en/of de thuiszorg heeft dit boek lezen?
Het is een verhalenbundel, maar omdat het de belevenissen zijn van een
arme kunstenaar in opleiding, die zijn geld verdient door te werken voor
de thuiszorg, vormen ze toch een geheel. De verhalen zijn realistisch,
weergaven van een harde werkelijkheid. Ik denk niet dat Valens het bedoeld
heeft als een kritiek op de thuiszorg, maar het zit er wel in. Zijn
hoofdpersoon, Bonne, is een man met hart voor de mensen. Hij werkt voor
ze, maar probeert ze ook te helpen voorzover ze het toelaten. Het is een
schrijnende wereld waarin de oudere het moet zien te redden, maar met een
hulp als Bonne zijn ze goed af. Dat is meteen het probleem van Bonne: hij
raakt teveel betrokken bij zijn cliënten, zijn persoonlijke leven lijdt
eronder. En hij heeft het al niet makkelijk: zijn vriendin gaat bij hem
weg en zijn schilderkunst loopt niet altijd op rolletjes. Hij vertelt vol
humor over zijn werk, vooral het stuk dat gaat over ramen lappen..ik doe
dat werk nu met heel andere ogen!! Hij vertelt over zijn cliënten, over de
eigenaardigheden van de individuen, over hun goede en slechte
eigenschappen en hoe hij daar mee omgaat. Hij laat de mensen in hun
waarde, probeert erachter te komen waarom mensen zijn zoals ze zijn, het
zijn prachtige schetsen. Je gaat als lezer van de mensen houden.
Mijn favoriete verhaal gaat over de hoogbejaarde meneer Ripmeester,
ex-PTT-er met een apart taalgebruik. Hij was op aandringen van zijn nu
overleden vrouw met haar verhuisd naar een aanleunwoning, maar voelde zich
er helemaal niet thuis. 'ik hoor hier niet thuis, stelde hij onomwonden.
Een man van eenennegentig die zich niet thuis voelt in een bejaardenhuis
heeft bij mij een streepje voor. 'nee. Het is net een gevangenis'(--)hij
gebaarde naar buiten. 'Het is een dooie boel hier. Er is niet veel animo.
Als je hier loopt, je ziet geen sterveling. Moet je op de winterdag
kijken: dan sta je naar de lucht te zien en naar de aarde te luisteren.
Bah, het is zo wisselvallig. Ik woon hier doodsaai, bah.'
"De wc-pot verspreidde een penetrante stank. Ripmeester leek het niet te
deren, evenmin als de bruingevlekte lakens op het bed. Een aanbod tot
verschoning werd resoluut van de hand gewezen. "de werkvrouw heeft er
anderweeks nieuw goed opgelegd." Ripmeesters persoonlijke hygiëne was, nou
ja, persoonlijk te noemen. Hij leek me een knorrige, licht aangebrande man
en om hem niet meteen tegen me in het harnas te jagen, liet ik het
voorlopig bij het oude."
Op een dag heeft Ripmeester een opmerking over de stank in de wc en Bonne
oppert dat hij misschien zou kunnen gaan zitten bij het plassen. "hogelijk
verbaasd keek hij me aan: 'zitten? 'ja. Ze doen de bril omlaag en daar
gaan ze op zitten. Dat is beter, in het kader van de hygiëne.' Ripmeester
zweeg. Ik wees hem ook op het nut van de doorspoelknop. Even meende ik een
schaduw achter de brillenglazen waar te nemen, maar misschien beeldde ik
het me in. 'dus ik moet de gedachte in mijn hersenpan houden?' vroeg hij
na een tijdje. 'als u van de stank af wil... 'Ik zal uw wensen vervullen.
Ik zal u tegemoet komen.' Na deze verklaring draaide hij zich langzaam om
met de bedoeling zich uit de voeten te maken. Maar hij bedacht zich, hield
halt en onderwierp mijn gestalte wederom aan een indringend onderzoek.
'Zo,' sprak hij, 'dus u bent ook al een dokter, of een meester in de
hygiëne...'
Marjo
Bonne is kunstschilder in opleiding. Om geld bij te verdienen werkt hij bij de Thuiszorg. Dit houdt in dat hij veelal schoonmaakt bij
bejaarde mensen die allemaal hun hebbelijkheden hebben.
De studie wil niet erg lukken evenmin het vinden van een vriendin. Het
werk ziet de tobbende Bonne als een welkome afleiding. Gefascineerd
luistert hij naar de verhalen van de bejaarden zoals mevrouw Wagtho die
zelf haar hele leven schoongemaakt had. Wagtho is een onverwoestbare
sterke en nuchtere vrouw waar Bonne langzamerhand enorm respect voor
krijgt. Zij op haar beurt laat heel langzaam Bonne toe in haar leven en
vertelt bij stukjes en beetjes over haar werkzame leven. Of de verhalen
van Ripmeester een oude, zich slechtverzorgdende man. Die een ware held is
geweest voor zijn moeder. Of mevrouw Nieuwklap met haar dwergparkiet
Peter. Nieuwklap converseerde via haar parkiet, als zij iets moeilijk vond
om te zeggen dan zei ze : "Petertje vind deze meneer niet echt goed
stofzuigen, hè Petertje". Kortom bejaarde mensen in soorten en maten,
vrolijke, depressieve, zorgelijke, pientere, dementerende, heldere,
slonzige mensen. Ondertussen lees je mondjesmaat over het privéleven van
Bonne en zijn schilderwerk.
Op zich is het goed geschreven, het zijn leuke verhalen maar het komt veel
op hetzelfde neer. Een enkele keer wordt uitvoerig het schoonmaakwerk
beschreven, uniek is het verhaal over ramen lappen en de technieken die
Bonne zich aangeleerd heeft. Soms weten de mensen de boel sneller vuil te
krijgen dan Bonne kan schoonmaken. Alle middelen die hij gebruikt bij het
schoonmaken worden besproken en de strijd tegen de soms behoorlijke stank
die in de woningen hangt. Het zijn goede verhalen, in mooie stijl
geschreven maar ik merkte wel dat ik moeite had met verder lezen. Het is
een boek dat je oppakt, een paar verhalen leest en weer even weglegt.
Persoonlijk denk ik dat Valens heel goed een hele roman kan schrijven. De
personages zijn daar interessant genoeg voor maar nu begon je net de
hebbelijkheden van iemand te waarderen en werd je nieuwsgierig naar het
leven van de cliënten en dan was het verhaal afgelopen om aan de volgende
cliënt te beginnen. Ook erg beeldend waren de beschrijvingen van de huizen
van de cliënten, je zag ze zitten aan hun tafel met pluche kleed, of de
kasten volgestopt met dozen met herinneringen, de vele prullaria. Het
waren veel verhalen over oude mensen en hun aftakeling, Thuiszorg zal daar
ook veelal voor nodig zijn, maar een beetje meer afwisseling aan cliënten
was het boek ten goede gekomen.
Dettie
|
ISBN 9045703912
Ingenaaid,
285 pagina's
Verschenen: mei 2004
Uitgeverij Augustus
antonvalens.com
Anton Valens (1964) volgde de opleiding schilderen aan de Rietveld Academie en aan de Rijksacademie. Hij combineerde zijn studie met werken in de Thuiszorg in Amsterdam. Meester in de hygiëne is zijn eerste boek.
Portret van Mevrouw M
Doe
mee en stem op uw debutant
|