"Het is maar goed dat je niet altijd alles van elkaar weet. Niet alles
of in feite gewoon helemaal niets? Saskia vraagt het zich af tijdens een
bezoek aan Engelse vrienden. Nietsvermoedend is ze samen met man en
kinderen naar Oxford afgereisd om een paar dagen door te brengen bij
Gwen en Vince Hazelton. Als Gwen midden in de nacht de deur achter zich
dichttrekt, blijkt alles anders te zijn dan gedacht. In de dagen erna
probeert Saskia het vertrek van Gwen te doorgronden. Door herinneringen
aan gezamenlijke vakanties, etentjes en logeerpartijen wordt de lezer
deelgenoot gemaakt van haar zoektocht naar Gwen. Maar zijn die
herinneringen ook betrouwbaar? De vertrouweling is een spannende,
broeierige roman over de paradoxale hang naar huiselijk geluk en het
verlangen om iemand anders te zijn."
De laatste zin van deze aanbeveling trok mij over de streep. Heeft een
ander dat nou ook: verschillende levens willen leiden? Ik dacht in deze
roman een antwoord te kunnen vinden hoe daar mee om te gaan. Het boek
begint nadat Gwen vertrokken is. In verschillende stukken kijken haar
vriendin Saskia, haar puberdochter Anna terug op het gebeurde en de
gezamenlijke vakantie in Alderney die er vlak aan vooraf ging. Je krijgt
ook een kijkje in hun dagelijks leven. Deze stukken worden afgewisseld
door stukken van Gwen die herinneringen ophaalt aan een vroeger leven en
gebeurtenissen die korter voor haar verdwijning hebben plaatsgevonden.
Daardoor krijg je een idee wat de reden voor haar vertrek is geweest en
waar ze nu is, maar direct gezegd wordt dat nooit. Zonder te veel te
verklappen is het moeilijk over dit boek te spreken. In ieder geval
spelen relaties buiten de deur en 'onechte' kinderen ook een rol.
Toch wordt het boek nooit "spannend en broeierig", m.i. voornamelijk
doordat de schrijfster de verschillende stukken zo kort laat zijn, aan
het eind vaak iets 'laat hangen', iets suggereert, maar niet een brug
slaat tussen de verschillende stukken. Voor mij duidt dat op het
onvermogen een verhaal te kunnen opbouwen. Een ander kan daar een heel
andere kijk op hebben, maar ik word graag meegesleurd door een boek, dat
het verhaal maar door en door gaat en dat er niet steeds een
perspectiefwisseling is. Het boek telt ruim 200 pagina's, 9
perspectiefwisselingen en daarbinnen stukjes van gemiddeld ongeveer 6
bladzijden. (In vergelijking met de thriller van Leif Persson die ik
hiervoor recenseerde vallen die cijfers nog wel mee ;-) (degene aan wie
ik het boek cadeau heb gedaan (een man) had er overigens erg van genoten).)
Misschien ben ik een zeur en/of te kritisch, maar ik zou dit boek niet
snel aanbevelen. Een antwoord heb ik dus ook niet gevonden. Pruis
schrijft niet heel slecht, maar ook niet heel goed, zo 'matter of factly'.
Een stukje als voorbeeld, vanuit Saskia (de
vriendin) geschreven:
"Ik zie hoe Anna voorin gaat zitten, met haar rugzak op schoot. Ik kon
geen andere broodtrommel vinden dan eentje met de kleine zeemeermin erop.
Ze ziet er nogal kakafonisch uit, met gele gympen en een roze
joggingbroek. Bij de overburen gaat de deur open. Een stevige jongen
komt naar buiten, hij loopt naar de auto. Ze draait het raampje aan haar
kant open, ze praten even. Het moet Matko zijn, met wie Anna al van
jongs af aan optrekt. Sinds de laatste keer dat ik hem zag, is hij zeker
een halve meter gegroeid."
Angeline
|
Marja Pruis werd geboren op 26 oktober 1959 in Amsterdam. Ze
studeerde Nederlands en Algemene Taalwetenschap aan de UvA. (Meer in
haar
biografie bij Nijgh en van Ditmar) |