Hella de Jonge (ja, de vrouw van Freek) heeft een boek geschreven
over haar jeugd en de invloed die dat heeft gehad op haar verdere leven.
Zij is de dochter van Eli Asser. Als ontheemde mensen komen haar ouders
uit de oorlog. Ze hebben bijna niets en niemand meer over. Kinderen
krijgen wordt hun manier om aan de buitenwereld te laten zien dat ze er
nog zijn, levend en wel. Hella's moeder is door haar oma opgevoed, omdat
haar moeder al vroeg weduwe werd en te jong en te zwak was om haar
dochter op te voeden. Haar vader zegt geen jeugdherinneringen te hebben.
Het enige dat hij kwijt wil is dat het gezin Asser op transport is gezet
en dat wat hij heeft meegemaakt het ergste is dat er bestaat.
Hella wordt als een lastpak ervaren. Als ze ziek is, valt, of
verdrietig is, wordt ze niet getroost, maar is de reactie van moeder:
Dat hebben wij weer. Haar vader schrijft grappige teksten voor de radio
(later ook tv). Thuis echter heerst er terreur als vader moet werken.
Als Hella's oudere zus de deur uitgaat, wordt Hella (dan 17) ook de deur
uitgezet: Je bent nu wel oud genoeg om voor jezelf te zorgen.
Hella ontmoet Freek. Ze krijgen drie kinderen, waarvan het tweede
kind overlijdt aan wiegendood. De reactie van haar ouders: wat wij
hebben meegemaakt, is veel erger. Ze breekt met haar familie. Op de
begrafenis van haar moeder ziet ze iedereen nog eens terug en dan komt
het voor Hella tot een uitbarsting.
Het eerste deel van het boek vond ik boeiend, onbegrijpelijk hoe je je
kinderen geestelijk zo kunt verwaarlozen. Je zou toch denken dat je wilt
dat je kinderen niet meemaken, wat je zelf hebt doorgemaakt. Maar zo
werkt dat niet. Het tweede deel, waar Freek ten tonele komt, vond ik
stukken minder. Ik erger me aan de verheerlijking van haar man. Zo
liefdevol, warm etc. etc. Waarschijnlijk heeft ze dat zo ervaren, maar
al snel had ik het gevoel: nu weet ik het wel.
Ik vermoed dat het boek in de damesbladen wel geroemd zal worden, maar
wat mij betreft ontkracht ze het beklemmende deel van het boek door haar
man zo naar voren te schuiven.
Yvon