Het boek begint: "Mannen gaan altijd weg. Dat is niet erg, je voelt er
niks van." Sander is de zoveelste man die haar heeft gedumpt. Hij zei
dat ze lui was, onzeker en passief. Dat ze haar leven vergooide en dat
hij daar genoeg van had. Ze neemt het hem niet eens kwalijk, want hij
heeft gelijk. Nou ja, ze vindt zichzelf niet lui, want ze heeft een baan,
maar verder vindt ze eigenlijk ook wel dat er niet veel met en aan haar
te beleven valt. Daisy treurt nog steeds over haar eerste grote liefde
Jay, al was zijn verdwijnen het beste wat haar had kunnen overkomen. Jay
was haar eerste vriendje, hij trok haar mee in de wereld van kraakpanden
en drugs. Ze raakte haar ouders kwijt, de school, en de moed om opnieuw
te beginnen.
Nu, jaren later heeft ze een baan en woonruimte, maar zonder Jay is er
geen lol meer in haar leven. Het enige vaste punt is haar vriendin
Colette. De vriendin die zelf nooit iets meemaakt, en zich laaft aan
Daisy's avonturen. En die er steeds is als Daisy het te bont maakt.
Literaire chicklit denk ik dat je dit kunt noemen. Het is goed
geschreven, er wordt niet gezeurd, er zit humor in en niet al te veel
expliciete seks.
Marjo van T.
> Literaire chicklit denk ik dat je dit kunt
noemen. Het is goed
> geschreven, er wordt niet gezeurd, er zit humor in en niet al te veel
expliciete seks Aardig debuut. >zei Marjo van T.
Dit is een van de weinige debuten die ik ronduit slecht vond. Reviaanse
chicklit staat op de achterkant, grotere belediging naar Reve toe kan je
niet bedenken. Reviaans omdat er een brute, dominante man en veel drank
in voorkomt?
Het is een verhaal over een vrouw die alles met zich laat doen, vriendje
dumpt haar en ach nou ja, ze stelt ook niet veel voor dus waarom zou ze
treuren, hij heeft gelijk. Dan gaat ze een relatie aan met een arrogante
man die haar vreselijk behandelt en het (seksuele) beest in haar los wil
maken. Op het eind ziet ze Jay en wordt er even tussen neus en lippen
zijn verdwijning verklaard. .
Het verhaal is slap, totaal niet spannend, heeft soms humor maar zeker
geen Reviaanse humor. Samenvattend: veel drugs, drank, feestjes en seks
en dat is het. Ik zal niet gauw zo over een boek schrijven en zeker een
debuut niet snel afkraken maar dit boek is echt drie keer niets.
Dettie
|
Ik (1967) ben een laatbloeier. Toen ik een jaar of zesentwintig was
begon ik met schrijven. Samen met mijn vrienden Danny en Marieke (nu
samen met Erwin de Experimental Jetset) maakten we een blaadje. Zij
waren allebei grafisch vormgever (ik trouwens ook, maar zij waren ECHT
goed) en we deden alles met z’n drieen. Bedenken, schrijven, illustreren,
vormgeven, kopiëren en nieten. Het blaadje heette PHK, het is ongeveer
drie keer verschenen. We werden een soort cult-hit. Het schrijven ging
soepel en mensen raadden me aan er eens iets mee te doen. Ik stuurde
mijn stukken naar Blvd. waar Frank Bierens na een paar weken steggelen
mij een kans durfde te geven. Vervolgens schreef ik ongeveer acht jaar
een column in Blvd. Ik overleefde Frank en nog een heleboel
hoofdredacteuren.
(meer op de schrijfsters website:
Cindy Hoetmer)
De Debutanten bij de Boekgrrls |