Peter Gerritse: De verzetsvrouw en de SS'er



Nu we voor het laatst met de helden van weleer uitgebreid onze bevrijding gaan vieren kan ik boeken lezen over Wereld Oorlog II. Daarvoor zaten de angst en het verdriet te dichtbij. Niet van mijzelf, maar de angst van mijn moeder, bij wie zich thuis in de hooiberg onderduikers bevonden terwijl in de boerderij een Duitser was ingekwartierd. De nachtmerries van mijn vader, tot aan zijn dood toe, over het kamp waarin hij terecht kwam wegens het organiseren van valse identiteitspapieren. Dat was allemaal te dicht bij. Liever geen boeken over die periode erbij alsjeblieft. 

Blijkbaar draaiden de berichten over de laatste grootse viering een knop om. Tessa de Loo's "De Tweeling" liet me even geleden al goed zien hoe het was om aan 'de andere kant' te leven.  Ik las mee met het maandboek van de grrls, het Stenen Bruidsbed van Harry Mullisch, en kreeg een week geleden dit boek in handen.  Terwijl ik het 'voorzichtig' doorbladerde en zag dat op één van de eerste pagina's werd gesproken over de bombardementsbemanningen en hun aanval op Duitse doelen, waar ook het boek van Mulisch over ging, las ik automatisch door en kon het daarna niet meer wegleggen.  

Was me door 'De Tweeling' al duidelijk geworden dat echt alles twee kanten heeft, nu ging mijn hart helemaal uit naar die _andere_ kant. De tranen liepen me af en toe over de wangen en ik hoorde mezelf regelmatig zachtjes kreunen;  "kind......, kind dan toch". (Als je zelf jonge, volwassen zonen hebt, dan wordt ieder jongeman een 'kind' in je gedachten.)

Het boek:

De achttienjarige Joke Folmer en haar lievelingsneef Jan Folmer zijn vanuit respectievelijk Java en Batavia  net in Nederland aangekomen als WOII uitbreekt. Joke, deel van een warm gezin, wordt de spil in een vluchtlijn voor geallieerde piloten. De verzetsgroep waar zij deel van uitmaakt, wordt opgerold en Joke krijgt de doodstraf. Haar executie wordt verhinderd door Dolle Dinsdag. Ze wordt van kamp naar kamp gesleept. 
Jan is ondergebracht  bij een familie die hem met warmte omringt, terwijl zijn ouders teruggekeerd zijn naar Indië.  De pleegfamilie is lid van de NSB. Onder hun invloed meldt hij zich aan bij de Waffen-SS en raakt gewond aan het oostfront. Hij overleeft de oorlog en brengt daarna drie jaar door in een jeugdgevangenis. Zijn  vader onterft hem. Om zich te rehabiliteren meldt hij zich aan als vrijwilliger in de Korea-oorlog. Uiteindelijk emigreert hij naar Amerika, waar hij zich ontwikkelt tot een succesvol zakenman.

Joke en Jan, die zich na lange tijd verzoend hebben, gaan samen met journalist-schrijver Peter Gerritse terug naar de jaren van 'collectieve waanzin'. Hun verhaal leest als een spannende, historische roman. Joke's deel 'ken' ik, als je dat met respect mag zeggen,  via mijn ouders. Hoe je zo maar opeens diep in een organisatie zit waarin alles geheim moet blijven en je verraden kunt worden door de mensen die je vertrouwt. Wat me verraste was haar ervaring met de verschillen tussen Amerikanen en Engelsen die ze moest begeleiden naar en op hun onderduikadressen. Ik had er nooit bij stil gestaan dat je met dergelijke problemen geconfronteerd kon worden en het bevestigde (helaas) een bij mij bestaand beeld:

"Vooral de Amerikaanse boordschutters en bommenrichters zijn soms wilde jongens die moeilijk te sturen zijn, afkomstig als ze zijn uit een vrije maatschappij. Voedselgebrek en bezetting, daar hadden ze geen idee van. Ze hebben vaak niet meer van de wereld gezien dan hun eigen omgeving. Klagen over het voedsel komt bij hen het meest voor. Zo is het verhaal bekend van twee Amerikaanse pioten in Kootwijkerbroek, die al te lang naar hun zin ondergedoken zitten. Ze willen elke dag op bezoek bij landgenoten die verderop een onderduikadres hebben. Ze worden kwaad als hun gastheer zegt dat dit gedrag gevaarlijk is. Eén van de piloten dreigt hem. Hij zal de goddammed place aan flarden mitrailleren zodra hij weer de beschikking heeft over een vliegtuig. En als het voedsel niet beter wordt zal hij zich bij de Duitsers melden zonder rekening te houden met zijn gastheer. Engelsen zullen zoiets nooit doen. "Als er duidelijk sprake is van voedseltekort, bedwing dan je eetlust!" is één van de adviezen die men aan de Britse vliegers meegeeft."

Ontroerend verteld ze over haar gevangenschap. 

"Als je elk moment kan worden doodgeschoten gaan je hersenen verhevigd werken. Aan de ene kant is er dat kosmische besef: ik maak deel uit van een universum dat jullie lekker niet onder controle hebben, aan de andere kant ontwikkel je liefde voor het detail". 

Met een paperclip krast ze in de muur van de gevangenis een tekst die ze zich herinnert van de filosofieles op de Sociale Academie:

"To see the world in a grain of sand
 and heaven in a wild flower
 to hold eternity in the palm of your hand
 and see infinity in an hour"

Voor Joke is uiteindelijk verzoening "de enige manier om met dat verleden af te rekenen".

En dan komt het verhaal van Jan Folmer. 

"(...) eens heb ik met volle teugen van de voor jonge mannen zo fatale elixers gedronken: avontuur, ideologie en wapenbroederschap." (...)

En zo leest dat deel, als een jongensboek dat je met kromme tenen leest omdat je ziet dat zo'n kind een kant op gaat, een kant op wordt gedreven, die fataal is. Maar hij kan het niet overzien. Noodlot.

Jan komt uit een gezin waar vader de baas is en moeder te bang om op te treden. Vader slaat de kinderen en verkoopt de huisbedienden klappen om de oren in een land waar  "het slaan van een mohammedaan als zeer onrechtvaaridg wordt beschouwd, en het aanraken van zijn hoofd als een belediging." 
Een vader die niet zingt en weinig lacht . Een vader die het testosteron-onweer in de hoofden van zijn puberende zonen tracht te bezweren met harde oekazes. "Dat meisje aan de overkant is misschien lief maar ze is wat ons betreft zwart. Haar moeder is een halfbloed en haar vader is ook niet schoon aan de haak. Je mag wat ons betreft met iedereen thuiskomen als het maar niet zwart, joods of katholiek is."

Als de vader van Joke bij het pleeggezin van Jan langs komt om hen te bedanken voor hun goede zorgen voor Jan, steekt hij tijdens dit bezoek zijn afkeer van de Duitsers niet onder stoelen of banken. Tot zijn verbijstering krijgt hij te horen dat de familie lid is van de NSB. Jan zelf heeft nauwelijks een idee wat dat inhoud. Hij vind Nederland een land van ruziemakers en vraagt zich wanhopig af waarom zijn ouders hem hebben achtergelaten. Joke's vader probeert Jan uit dit gezin weg te halen, maar krijgt geen toestemming van de vader van Jan. Jan mag, om nooit bekend geworden redenen, niet bij zijn familie verblijven. 

Dan komt in het pleeggezin de oproep van de Duitsers om "de Russen te verlossen van de Stalin knoet. Hollandse jongens, gezond van lijf en leden kunnen zich aanmelden bij de Waffen-SS en zullen met open armen in Rusland worden ontvangen. Als de oorlog voorbij is zullen er werk en perspectief zijn voor iedereen die heeft meegevochten tegen het bolsjewisme."

Dat klinkt je dan ook weer bekend in de oren. Jonge Amerikanen en Engelsen die met open armen in Saddam Houssein's Irak ontvangen zullen worden als brengers van de democratie........  Zij gingen naar Irak en Jan ging naar het Oostfront. 

Het boek volgt Jan en zijn "wapenbroeders". Eerst al zingend en in de pas, later verkleumd en in rommelige eenheden die proberen te ontkomen aan de Bolsjewisten. Dan zijn gevangenisjaren in Scheveningen waar zijn vader hem opnieuw een klap om zijn kop komt verkopen omdat hij het gewaagd heeft met de Duitsers te heulen en hem tegelijkertijd onterft. Vervolgens zijn jaren in Korea om iets goed te maken. Wat achter hem, achter het Oostfront, gebeurde, al die kampen en jodenvernietiging, daar had hij geen idee van. Uiteindelijk zijn 'vlucht' naar de VS omdat niemand ooit wil vergeven en vergeten.

Als hij in het tijdschrift "Opmaat" (sinds 1995 een Nederlands tijdschrift over veteranen in oorlog en vrede) het artikel van redacteur W.L. Brugsma leest over diens "zelfbevrijding van zijn haat jegens Duitsers", stuurt hij een brief die door Brugsma anoniem in het tijdschrift wordt gepubliceerd met de vraag aan de veteranen ; "Wat vindt u nu van wapenbroeder X". De meerderheid, 70%,  is positief, wil hem "schriftelijk de hand reiken". Maar Jan moet nog even "in de kast blijven". De aller belangrijkste reden tot uitstel van  publicatie van Jan's memoires zijn Brugma's plannen voor een televisieserie over door de oorlog geteisterde families. Daarin moeten Joke en Jan een hoofdrol in spelen. Het komt er niet van. Brugsma overlijdt op 5 september 1997.  Jan's laatste poging tot verzoening strandt.  

Peter Gerritse zegt aan het eind van zijn gesprekken tegen Jan: "Schluss mit der Vergangenheit, een streep onder het verleden". Om dan nog nauwelijks tien regels later in het boek, als hij, op weg naar huis, een manke man ziet die veel weg heeft van
Seyss-Inquart, onmiddellijk een vraagteken te plaatsen bij die zin en daarmee het boek te beëindigen.

Dat is iets wat mij verbijsterde. Ik was werkelijk boos. Zijn wij Nederlanders dan echt mensen die nooit willen vergeven en vergeten, zoals Jan beweert? 
Joke vindt dat verzoening de enige manier is om met het verleden af te rekenen. Zeventig procent van de veteranen is voor verzoening en de schrijver van dit boek, een kind van zes toen de oorlog eindigde, kan geen streep zetten onder het verleden? Ik wou dat ik Jan een hand kon geven en namens mijn moeder en mijn vader, daar ben ik  van overtuigd, kon zeggen: "Een streep onder het verleden Jan, anders lukt het niet in Europa, niet in de wereld en niet met ons."

Afgezien van die laatste regels is dit boek een absolute aanrader voor iedereen die wil begrijpen.




Eisjen
2 mei 2005

 


Peter Gerritse (1939) is journalist. Hij was uitgever en hoofredacteur van De Opmaat, het tijdschrift over veteranen in oorlog en vrede. Hij schreef diverse boeken waaronder Berging van de eeuw en De Mei-vliegers en hij maakte documentaires.

Joke Folmer
Als ik op scholen over de oorlog vertel, vind ik het belangrijk jongeren erbij te betrekken, anders is het zo afstandelijk. Ik wil altijd weten welk monument er in de buurt van de school is en ik vraag of hun grootouders hen iets over de oorlog hebben verteld. Dan komen de verhalen meestal vanzelf. Ik vertel geen gruwelverhalen, maar juist ook de goede dingen, over de vriendschappen en de solidariteit onder elkaar. Ik vraag ze wat zij zouden doen om de verveling in een cel te verdrijven en vertel dan hoe belangrijk zingen voor ons was in de gevangenis.
(Intervieuw Oorlogsgetuigen.nl)

Operatie Barbarossa (1941) 
In de zomer van 1941 opende Duitsland de aanval op de Sovjet-Unie, de zogenaamde Operatie Barbarossa. Het niet-aanvalsverdrag met de Sovjet-Unie uit 1939 was voor Hitler slechts van belang geweest om een tweefronten-oorlog te voorkomen. Nu Duitsland het grootste gedeelte van West-Europa onder controle had, achtte hij de tijd rijp om zijn Lebensraum-politiek in praktijk te brengen. Ondanks grote veroveringen van het Duitse leger in de zomers van 1941 en 1942 werd operatie Barbarossa uiteindelijk geen succes. De grootste vijand van de Duitser werd de genadeloze Russische winter.
(Duitslandweb: WO II)

Oostfront
De term Oostfront staat voor het oostelijke front dat de Duitsers openden in de Tweede Wereldoorlog door het Russische deel van Polen binnen te vallen en zo dus de Sovjetunie de oorlog te verklaren (22 juni 1941).

Voor het Oostfront werden talrijke vrijwilligers gerecruteerd uit de bezette gebieden. In België en Nederland deden verschillende extreem-rechtse groeperingen actief mee aan de recrutering, zoals de NSB, het VNV, Rex, de DeVlag.
(meer bij Wikipedia.org)

W.L. Brugsma was onder meer oud-hoofdredacteur van de Haagse Post. Op tv werd hij bekend als presentator van 'Het Capitool' en 'Achter het Nieuws'. Op 3-6-1995 ontving hij de 
Dr. J.P.van Praag-prijs
. Een prijs die tweejaarlijks wordt uitgereikt aan een persoon of organisatie die zich verdienstelijk heeft gemaakt op het gebied van verwezenlijking van de humanistische levensovertuiging of humanisering van de samenleving. In 1971 werd de prijs voor de eerste keer toegekend. Brugsma kreeg deze prijs Voor zijn inzet voor verbroedering en verzoening, ondanks zijn oorlogstrauma.

'Blijven haten is ongezond, je wordt er bovendien doodmoe van : de verzoening van 
W.L. Brugsma'in: Humanist, jrg. 50 (1995) nr. 5 (mei), p. 16-21

Verslag van een interview met Gerard en Karel (van het) Reve door W.L. Brugsma, waar ook WOII nog in naar voren komt.

Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 03/05/05  Eisjen

Terug naar top pagina