Begin 1900
De vissers Arie Flier, Jan Bok en de zeuntjes Jaan en Zeger varen met
een botter de haven van Korendam uit. Niet wetende dat ze nooit terug
zullen keren. Het weer is niet echt goed maar toch wagen ze het erop, de
vangst was de laatste tijd niet al te best dus waren er ook weinig
inkomsten. Een goede vangst zou meer dan welkom zijn Onderweg komt Zeger
tot de ontdekking dat er een baby aan boord is, verstopt door een vrouw
die na de dood van haar man alles niet even helder meer ziet. De baby is
een meisje, Geesje genaamd volgens het briefje wat bij de baby gevonden
wordt. De schipper besluit terug te keren naar huis. Maar er steekt een
enorme storm op en het schip verliest een zeil en het roer breekt.
Stuurloos is het overgeleverd aan de golven. Via het IJsselmeer komen ze
op de Noordzee terecht en uiteindelijk lijden ze schipbreuk op een
eiland ver ten noorden van Schotland. Het schip is uitelkaar geslagen en
noodgedwongen zoeken ze hun heil op het eiland. Ze bouwen een onderkomen
en trachten een boot te
bouwen wat mislukt. De baby, Geesje, groeit voospoedig op. Jaan en Jan
verongelukken en zo blijven Arie, Geesje en Zeger over.
Later krijgen Geesje en Zeger een relatie en er worden 3 kinderen
geboren waaronder een zoon, Arie. Zij zijn gelukkig op hun eiland dat ze
Nieuw Korendam gedoopt hebben. Zoon Arie bouwt een boot en vaart hiermee
rond het eiland om vis te vangen, maar op een dag gaat het mis.... hij
kan het eiland niet meer terugvinden en wordt opgepikt door een
cruiseschip.... Onbekend als hij is
met de moderne wereld begint voor hem een bizar avontuur. Het boek is
mooi uitgevoerd en het is prettig om te lezen. Het leven op het eiland
had van mij wat meer uitgediept mogen worden zodat de personages meer
uit de verf waren gekomen. Er werden af en toe wel érg grote stappen
door de tijd genomen. Zo is Geesje nog een baby zo is ze moeder. Degene
die dit verhaal vertelt maakt af en toe vreemde sprongen. Deze verteller
reconstrueert het verhaal naar aanleiding van brieven die hij van een
vriend ontvangen heeft, maar er zijn af en toe een paar vreemde
overgangen. Het verhaal rammelt dus een beetje maar voor een debuut is
het een goed verhaal. Een volgend boek van deze schrijver zal ik zeker
lezen.
Dettie
Dit debuut pretendeert een boek voor volwassenen te zijn en nog een
historische roman ook. Het historische zit hem volgens mij alleen in het
feit dat het verhaal (niet chronologisch verteld trouwens) begint met
het uitvaren van een vissersboot. Dat gebeurt rond 1900, vanuit een dorp
aan het IJselmeer, dat toen nog niet afgesloten was. Twee volwassenen,
twee jonge jongens, en een verstekeling (een babymeisje!!) komen in een
storm terecht, drijven af, lijden schipbreuk en spoelen aan op een
onbewoond eiland. Ze kunnen niet meer weg, dus bouwen ze goed en kwaad
als dat gaat een nieuw bestaan op. Gelukkig leven er geiten. Zo'n 100
jaar later- geen historie meer- treft een cruiseboot een ronddolend
scheepje in zee aan, met daarop een schijnbaar verwarde man, die totaal
geen weet heeft van de moderne wereld. Op de cruiseboot bevindt zich ene
Ber Coster (als je dan toch de naam zo op je eigen naam laat lijken,
waarom dan niet helemaal?) die zich ontfermt over de man. Coster op zijn
beurt heeft een paar brieven geschreven aan de verteller van het hele
verhaal. Die paar brieven zijn genoeg om de verteller zo nieuwsgierig te
laten worden dat hij de hele geschiedenis uitzoekt. Dat is dus het boek
dat we lezen.
Een halfbakken historisch verhaal, dat had ik nog wel geaccepteerd als
het een volwassen verhaal was. Maar ik heb het idee dat Coltof zijn
lezers erg laag inschat..op een jaar of twaalf, zou ik zeggen. Nu heeft
hij het geluk dat ik ook graag jeugdboeken lees, en vanuit het oogpunt
dat het voor een jonger publiek bedoeld is, zeg ik: een goed verhaal.
Dan neem ik zijn simpele taal net als de opvallende toevalligheden voor
lief.
Marjo
|
Ber Coltof (Amsterdam, 1940) is vanaf zijn tweede jaar opgegroeid in
een dorp in Gelderland in de IJsselvallei. Hij heeft in zijn leven
verscheidene werkzaamheden verricht, zoals fotografie, journalistiek,
afgewisseld met perioden waarin hij werkte in de bouw en in de
bollenvelden. Hij heeft voor erschillende uitgeverijen een dertigtal
boeken vertaald, waaronder De Nevelen van Avalon van Marion Bradley, Het
Koninkrijk van het Kwaad van Anthony Burgess, het boek van de film
Platoon, een toneelstuk van Arthur Miller, en vele andere.
De Debutanten bij de Boekgrrls
|