Jan Brusse; Mijn claustrofobische bekentenissen


In 1992 publiceerde de inmiddels overleden Jan Brusse zijn ervaringen met zijn paniekstoornis onder de titel: Voor niets bang. Er is een nawoord bij van psychiater Jim van Os. Jan Brusse was bekend als tv-journalist in Parijs. Hij schreef gidsen over de stad, columns voor kranten en had een programma op de Nederlandse tv.

Door zijn werk moest hij veel dingen doen waar hij doodsbang voor was: hij durfde niet met een vliegtuig, niet in hotels te slapen zonder trappen en met een deur die 's nachts hermetisch op slot ging, niet in liften, niet naar de tandarts, kon bij diners geen hap of slok door zijn keel krijgen, had hoogte- en tunnelvrees. Ik neem aan dat hij de metro ook vermeed, maar in de auto stapte.

Hij geeft zijn angst een naam, en noemt haar Vrouw C. (Claustrofobie). Deze strenge meesteres is een onberekenbaar persoon, die hij hoopt te verslaan door over haar te schrijven. Omdat Brusse al 36 jaar aan deze angsten leed, en de antidepressiva toen nog niet werden toegepast, zoekt hij zijn heil in valium, drank en heel, heel veel smoezen. Dat maakt zijn verslagen ook erg grappig.

Een mooi verhaal is de kennismaking met de kleinzoon van Gustave Eiffel. Die gaf Brusse toestemming hem te interviewen en te filmen in het kleine kamertje, dat van zijn grootvader was geweest. Dat kamertje was in de toren, op 300 meter hoogte. Brusse gaat eerst inlichtingen inwinnen over de betrouwbaarheid van de lift. Het blijkt dat de lift bijna nooit vastloopt, maar zelfs die minieme kans is Brusse teveel. En te voet naar boven gaan redt hij niet. Hij schaamt zich om de reden te vertellen aan Eiffel, en verzint dus een smoes om het interview door te laten gaan zonder er zelf bij te hoeven zijn.

''Ik heb zo'n mateloos respect voor uw geniale grootvader, dat ik mezelf niet in dat heilige kamertje wil filmen. Daar moet u, de kleinzoon, alleen zijn, om te vertellen hoe u uw grootvader als klein kind heeft meegemaakt. Bovendien is het kamertje zo klein dat ik alleen maar in de weg zal staan.'

'Meneer Eiffel was zo nerveus omdat hij iets aan de camera moest vertellen, dat hij het kunstmatige van mijn verzinsels niet merkte.'

Brusse neemt na het interview afscheid van Eiffel op de eerste verdieping; gaat natuurlijk niet mee de lift in, zegt :

'Ik wil het gedrag van de toeristen nog even bestuderen.'

Op de eerste verdieping van de Eiffeltoren krijgt hij een paniekaanval, en durft niet meer voor- of achteruit. Een toerist gaat een fles whisky voor hem halen, zodat Brusse de angst kan wegspoelen. Zodra de toerist met de drank verschijnt, is de angst weg en kan Brusse nuchter naar beneden. Dit geeft het onberekenbare van Vrouwe C. goed weer. Aandoenlijk vond ik het slot, waarin Brusse schrijft dat de angst, die hem zo lang kwelt, een deel van hemzelf is geworden.

'Dat deel van mezelf durf ik nu niet meer van me af te scheuren. Dat is waarschijnlijk het wezen van iedere volwassen geworden fobie. De onoverwinnelijke angst om je er echt van durven te bevrijden. Wel proberen je fobie in bedwang te houden. Maar de uiteindelijke strijd toch uit de weg gaan.'
 



Trude


 

 

 
Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 30/11/05  Eisjen

Terug naar top pagina