Het boek is een verslag van ruim 450 pagina’s van een tweetal reizen door
Rusland
die de schrijfster maakte met de jongvolwassen dochter van een
Russische vluchteling die zich in Nederland vestigde. In die reizen krijg
je een vergezicht voorgeschoteld op de geschiedenis van Rusland van de 20e
eeuw, op het Russisch landschap en de Russische maatschappij van nu.
Fascinerend!
In een heldere, gedetailleerde (maar zelden onnodig uitgesponnen) stijl
beschrijft Anna Brouwer om en om de gesprekken met de familie van Polina
(Polja voor intimi) die ze tijdens de eerste reis bezochten (de
hoofdstukken heten dan ook veelal naar mensen) en de treinreis dwars door
Siberië
die ze de tweede keer samen maken (die hoofstukken heten in zowel
Russisch als Nederlands naar de vertrek en aankomstplaats van de etappe).
De familiegeschiedenissen uit de eerste reis opgetekend volgen de
vrouwelijke lijn: de overgrootmoeder Olga (bijna 100 jaar oud!), die de
Russische revolutie meemaakte, de grootmoeder Tamara, een overtuigd
communiste (Stalinistische periode), de moeder Lara, die de periode van
glasnost en perestroika van
Gorbatsjov benutte om stinkend rijk te worden
en als gevolg van bedreigingen door de Russische maffia besloot naar
Nederland te vluchten en tot slot de dochter Polina die in Nederland
opgroeit, vrij van de Russische zwaarmoedigheid. Hier is de duik in een
eeuw Russische geschiedenis aan opgehangen. Deze duik wordt verder
uitgediept en onderbouwd met feitenmateriaal uit allerlei andere bronnen,
waardoor je een redelijk goed beeld krijgt van wat er allemaal in Rusland
is gebeurd de afgelopen eeuw.
Polina wil Anna graag het Rusland zoals zij het zich kan herinneren, waar
zij als kind gelukkig is geweest, laten beleven, vandaar de tweede reis:
van Moskou naar het Bajkalmeer. Tijdens die treinreis dwars door Siberie
wordt Polina echter steeds geconfronteerd met het feit dat het Rusland van
nu niet spoort met het Rusland uit haar herinneringen en met de verbazing,
nee, verbijstering van de schrijfster die zich haast niet kan voorstellen
dat een volk zich zo laat leven/leeft, zo corrupt is (en dat gewoon
vindt!) en zo verschrikkelijk zuipt. Maar ook de keerzijde: de
superhartelijkheid van de Russen die aan de twee vrouwen die ze nog maar
net ontmoet hebben zomaar onderdak verlenen en zelfs hun enige bed aan hen
afstaan, hen van alles laten zien. En daarnaast het ongeloof van de Russen
over de verhalen over Nederland: het kan simpelweg niet zo zijn dat er een
land bestaat waar je niet tig jaar op een appartement moet wachten, of
uren op brood (tenzij je connecties hebt natuurlijk).
Ter illustratie van beide verhaallijnen een aantal fragmenten:
p.51: Over de alomtegenwoordige corruptie:
(Anna en Polja willen naar het mausoleum van Lenin maar er staat een
lange, lange rij. Polja weet wel hoe ze kan ritselen zodat zij niet hoeven
te wachten): Deze soldaat blijkt het Engels machtig te zijn. You go –
you put the money in bag – I check bag – nobody see,’ zegt hij. We lopen
een eindje samen op. Hij wroet in Polina’s handtas, goochelt een biljet in
zijn mouw en kijkt nijdig. 'This only ten dollars, not twenty’. ' Take it
or leave it’ zegt Polina. 'Tien is meer dan genoeg. Zie ik er soms uit als
een halvegare Amerikaan?’ De soldaat draait zich om en draagt zijn
verlies als een man. 'Deze vrouwen moeten begeleid worden,’ roept hij naar
zijn kameraden en wenkt dat we hem moeten volgen. We marcheren met z’n
drieen naar de ingang van het mausoleum. 'Vertel over Amsterdam,’
commandeert hij. 'Het is daar zeker onleefbaar met al die misdaad en die
drugs’.”
p. 86: (Anna en Polja zitten in de trein met twee mensen, [trouwens
fantastische verhalen over het treinsysteem van Rusland, maar daar ga ik
nu maar even niet op in] Volodja en Victoria): ‘Ik vraag Volodja hoe hij
vroeger dacht over de communisten en hun heilsleer. Geloofde hij in de
leugen? Hij wil het geen leugen noemen. 'Je werkt niet voor je individuele
geluk. Daar ging het leven niet over. Je werkte voor de toekomst. Dat werd
ons altijd gezegd en dat was ook de waarheid. "
p. 135: (over het einde van de Tsarentijd):
‘Daar was hun laatste gevangenis een villa die bekenstond als het Ipatjev
Huis, of ook wel als het Huis met het Bijzondere Doel. Wat het bijzondere
doel was is aan Nicolaas voorbijgegaan, hetgeen valt op te maken uit zijn
dagboekaantekeningen (...) Eind mei, drie weken voor de fatale datum
schrijft hij: De contacten met de buitenwereld zijn onlangs gewijzigd.
Onze gevangenbewaarders proberen ont te ontwijken en praten niet meer met
ons. (...) Onbegrijpelijk!’ Maar de werkelijke reden voor de
gedragsverandering van de bewakers is tot niemand van het gezin
doorgedrongen.”
p. 181: (over het systeem, waardoor angst diep wortelde in de Rus):
‘Lara’s verklaring klonk nogal religieus. 'In mijn jeugd was elk mens
schuldig, alleen al omdat hij geboren was. Want elk kind dat geboren werd,
was een mond om te voeden. Het systeem zorgde ervoor dat er net niet
genoeg voedsel was, zodat de mensen van elkaar moesten stelen om in leven
te blijven. Iedereen voelde zich schuldig en iedereen was ook schuldig.’
Ze zuchtte. 'Maar in mijn leven is het rare dat mijn moeder haar hele
leven nooit iets gestolen heeft. En dat is gewoon gek. Ik zou mijn moeder
moeten beschuldigen van het feit dat ze niet gestolen heeft toen ze de
gelegenheid had. Want ze had mij veel meer kunnen geven. Maar mijn moeder
weigerde te stelen, uit principe. Zijzelf was namelijk opgevoed in de tijd
van Stalin. Zij was de perfecte vrouw voor het communistische systeem.”
Dit krijgt een vervolg op p. 190: ‘Hoe geraffineerder je het systeem te
pakken kon nemen, hoe trotser je was op jezelf. Maar je werd ook banger.
De risico’s waren enorm.” [Lara verwijst hier naar de altijd op de loer
liggende kans om te worden gedeporteerd, ES]
p. 190: over het drankgebruik van de Russen (Lara):
‘Waarom denk je dat de Russen zoveel drinken? Omdat ze al vier eeuwen bang
zijn. Als mensen niet opgewassen zijn tegen de angst kiezen ze de
gemakkelijkste weg: alles vergeten.”
p. 262: over de wetenschap (Tamara)
‘Wij leefden voor het debat. Leraren en wetenschappers werden gezien als
de ideologische voortrekkers. Een van de leuzen was ook: 'De Partij is het
Intellect, de Trots en het Aangezicht van ons tijdperk’ (...) Maar als je
een afwijkende mening had, gaven ze je gelegenheid die te uiten. Je kon
natuurlijk geen meningen verkondigen die strijdig waren me de beginselen
of voorschriften. Als je overdreef werd je naar de goelag gestuurd, of
erger. (...) Het was een sinistere paradox. Er waren altijd en overal
debatten en disputen en dat was ook heel goed. Maar tegelijkertijd was je
doodsbang om de verkeerde dingen te zeggen.”
p. 264: de dood van Stalin, in 1953 (Tamara):
”Om halfzeven waren alle leerlingen op school. De directeur zette iedereen
in de paradestand en daar stonden we, terwijl we bijna door de knieen
gingen van verdriet. (...) Er is een einde gekomen aan het leven van onze
grootste vriend en leraar, onze machtige vader, onze geliefde Stalin. We
dachten echt dat het einde van de wereld nabij was.”
p. 311: over de Koude oorlog, 1956 (Anna):
"Voor mij is 1956 het jaar dat de wereld in tweeen werd gespleten. De
tegenstellingen tussen de twee supermachten Amerika en de Sovjet-Unie
waren daarvoor ook als onverzoenlijk, maar na de Hongaarse opstand
nam de
rivaliteit krankzinnige vormen aan. (...) Het arme Russische volk kon er
niets aandoen. het bestond uit dode, want ongedoopte zielen en was
verdoemd tot eeuwige duisternis. Wij, rooms-katholieke kinderen in het
zuiden van Nederland vreesden de Russische beer meer dan de duivel zelf."
p. 365: over Irkoetsk:
"De mondaine uitstraling van de stad moest iedere vreemdeling wel
verbazen, zo volkomen in tegenspraak als die was met het bestaande beeld
van de verbanningsoorden in Siberie: sinistere godverlatenheid over de
rand van de beschaving, 'de vrieshel waaruit geen terugekeer mogelijk is'.
Maar de ironie is dat het juist de tsaar en zijn genadeloze regime zijn
geweest die de opmaat hebben gegeven voor de tomeloze ontwikkeling van de
stad." [Volgt een schitterend verhaal over verbannen opstandelingen die in
Parijs waren geweest en het Parisienner wereldje wisten te kopieren in hun
verbanningsoord.]
p. 383: over vergeten:
"In de krant stond een bericht dat de graafmachines [die bezig zijn het
vliegveld van Irkoetsk uit te breiden met het oog op de verwachte/gehoopte
toename vn het toerisme naar het Baikal-meer, ES] vorige week op een
onbekend massagraf zijn gestoten. Ze vonden de overblijfselen van
duizenden slachtoffers van de Goelag. 'Duizenden! Wat gebeurt darmee?' De
mannen voorin hebben geen idee. 'Staat Irkoetsk op zijn kop? Wordt er een
ceremonie gehouden? Komt er een gedenkteken?' Nee, niet dat ze weten. Ze
hebben er nog niet over nagedacht. Niemand denkt daarover na. Die botten
worden gewoon ergens anders begraven. Het is verdomme altijd hetzelfde. De
Russen zijn blij als ze werk hebben en het hoofd boven water kunnen
houden. Het liefst zouden ze als die geschiedenissen van vroeger
doodzwijgen."
p. 386, bij het Baikalmeer, het einde van de trip door Siberie:
"Ik ben gelukkig' zegt Polja plechtig, samenzweerderig. 'Het is mooi en
prachtig. Dit is onze beloning.'"
p. 400, evaluatie (Polja):
"Ik heb echt geen spijt van onze reis. Misschien lijkt dat soms zo, maar
ik vind vertalen niet erg. Toen we net onderweg waren vond ik het juist
interssant, als die verhalen van dit is hier zo slecht, en dat moet beter.
Ik wilde dat jij precies wist wat er er werd gezegd, zodat je ons zou gaan
begrijpen. Ik wilde je ook alles vertellen zoals ik het me herinnerde.'
Maar, zegt ze, ze had zich gerealiseerd dat ze weinig hoogte kreeg van wat
de mensen bezielde (...) Ik kon er niet genoeg van krijgen om naar de
Russen te luisteren. Maar tegelijkertijd ergerden hun verhalen mij. Het
was mijn eigen schuld, natuurlijk. Ik had nooit opgelet. Ik had altijd
alles als vanzelfsprekend aangenomen. (...) [ik heb ook lang gedacht] dat
Rusland na het communisme veranderd was. Maar dat is niet zo. De Russen
waren vroeger net zo. Dat is het hem nou juist. Dat ik dat heel goed wist
natuurlijk."
Al met al een boek over een interessant land, een interessante familie en
nog op een onderhoudende manier geschreven ook: een aanbeveling! Soms
herhaalt Anna zichzelf, dat is jammer, zo wordt tijdens een bepaald deel
van de treinreis twee keer vlak achter elkaar gemeld dat ze Russische thee
gaan drinken, met bessen erin en dat dat een bepaalde naam heeft (heb het
niet aangestreept dus kan het nu natuurlijk niet meer terugvinden, dus
kennelijk is het niet zo storend geweest dat ik het nodig vond een potlood
te gaan zoeken). Het enige dat ik echt jammer vond is dat er wel een
historisch feitenoverzicht achterin is opgenomen, maar nergens een
kaartje. Ik heb tijdens het lezen regelmatig de atlas erbij gepakt. En dat
leest niet zo lekker in bed....
Else, juni 2005
|
Anna Brouwer (1946) werkte jarenlang in
de filmindustrie. Haar passie is echter de documentaire, gefilmd dan wel
geschreven. Zij woonde lange tijd in Los Angeles en Tanger, en reisde
onder meer door de Sahara, Brazilië, Suriname, Bangladesh, Bhutan en
Zuid-Afrika. Eerder schreef zij reisverhalen voor de Volkskrant
en Marie Claire. Het verslag van haar reizen door Rusland, Land
van gebroken beloftes, is haar eerste publicatie in boekvorm
Baikal-meer
Communisme
Glasnost
Goelag
Gorbatsjov
Hongaarse opstand
Irkoetsk
Koude oorlog
Perestroika
Rusland
Siberië
Stalinistische periode
Tsarentijd
verbanningsoorden/strafkampen
|