Als hij zesenzeventig is emigreert Andreas naar Canada. Tegen de zin van
zijn kinderen, maar zijn lievelingszoon, Wolfgang, woont daar en heeft hem
gevraagd te komen. Nu Elizabeth, zijn vrouw dood is, wil Andreas het liefst bij deze zoon zijn. Terwijl hij in de wildernis van Canada ouder
wordt (90 tenslotte) verliest hij langzaam het contact met de andere
kinderen; hij verzet zich tegen de slijtage van zijn lichaam en hij verzet
zich tegen de houtkap, die op den duur een milieuramp voor het land zal
betekenen, maar nu nog ecomomische voorspoed betekent.
Als zijn 90e verjaardag nadert nodigt hij iedereen uit voor een
groot feest... Intussen hebben we in flashbacks het verhaal van zijn veelbewogen leven min of meer
meegekregen: als zijn ouders in Rusland musiceren, wordt hij geboren, meer
de veroorzaker van last dan van vreugde. Als ze terug naar huis gaan, de
Bohemen, Oostenrijk dus, wordt hij min of meer opgevoed door zijn tante Anna, tot hij met zijn nieuwe slee een levensgevaarlijke val maakt. Zijn
moeder komt meteen terug uit Rusland, en steunt hem terwijl hij herstelt
Zo ontstaat er alsnog een moeder-zoonband, terwijl hij tegelijk zijn vader
haat. Zo'n zelfgenoegzaam, volgevreten lamzak wil Andreas nooit worden!
Hij wordt jachtopziener op Hauenstein, trouwt daar met
Hannelore, maar het is een huwelijk zonder liefde. Pas als de tweeling geboren wordt, Wolfgang
en Benno, kan hij zijn genegenheid kwijt. Maar het is oorlog, en in 1944
vallen de Russen binnen. Omdat ze Duits staatsburger zijn worden ze uit de
Bohemen verdreven, naar West-Duitsland. In 1958 ontmoet Andreas Elizabeth,
zijn grote liefde. Zij is operazangeres, en net als hij weg van Beethoven.
Andreas verlaat zijn vrouw en kinderen. Na een aantal gelukkige jaren sterft Elizabeth, ze laat hem haar tweede liefde na: de vleugel van
Bechstein, het cadeau uit Berlijn.
Andreas neemt de vleugel mee naar Canada.
Er zit weinig chronologische volgorde in het boek, de flashbacks komen kris-kras door elkaar, terwijl we ook in het "heden" , de tijd in Canada,
niet echt een tijdsbeeld krijgen. Dat is het enige dat ik op te merken heb
over dit boek: het valt niet mee alles te volgen. Maar als dat lukt, dan
heb je een mooie psychologische roman, waarin een goed beeld van het leven
van Andreas gegeven wordt. Er zijn losse eindjes, maar dat stoort niet.
In een nawoord staat dat de schrijfster op zoek was naar de
familie van haar grootmoeder. Wie dat is weten we niet, en ook weten we niet in
hoeverre het boek gefictionaliseerd is. De titel "het cadeau uit
Berlijn"..hm, de muziek vormt wel een rode draad, maar waarom nou die
vleugel zo speciaal is? Niet vanwege de gever neem ik aan?
Vond
het heel mooi. Wisselend tussen heden (oude man vertrekt naar zoon in
Canada) en chronologisch verteld verleden. Dit boek vond ik beter dan
die van Marijke Spies (ook een
Debutant 2005). Ondanks het feit dat ik de hoofdpersoon op een
gegeven moment een verschrikkelijke klootzak vond. Maar dit boek raakte
dus wel...
Toen
het eerste verslag geplaatst werd had ik het boek net uit. Daarin staan de
personages beschreven en daarom heb ik voor mijn verslag een ander uitgangspunt genomen... de
bomen.
Aangenaam verrast was ik door de eerste zinnen van het boek: "Hij moest het heel graag willen. Hij liet zich medisch keuren en
stuurde de resultaten op naar de Canadese ambassade in Bonn. Zesenzeventig jaar ziektegeschiedenis moest hij toevoegen. Hij
moest eenverklaring opstellen dat hij zich zonder hulp kon aan- en
uitkleden, zijn veters kon strikken, zich kon wassen, zelf zijn eten kon koken en boodschappen doen:"
De 'hij' is Andreas Landwee, die op 76 jarige leeftijd op het punt staat te emigreren naar Canada. Als hij uiteindelijk toestemming
krijgt staat bovenaan de lijst van spullen die per se mee moeten de Bechstein piano oftewel 'het cadeau uit
Berlijn'.
Andreas is geboren in 1900 terwijl zijn ouders met het orkest op toernee zijn door Rusland. Zijn vader is orkestleider en moeder is
zangeres. Andreas wordt al snel ondergebracht bij een oom en tante in het
kleine dorp Sonnenberg in de Bohemen, waar hij samen met zijn broers en zussen opgroeit. De oom is daar boswachter en leert Andreas alles wat hij
weten moet over bomen. (Dit verklaart zijn latere liefde voor muziek en voor bomen).
De Bohemen hoorde in die tijd nog bij het Oostenrijks-Hongaarse rijk en de familie noemt zich Oostenrijks. Na de Eerste Wereldoorlog valt
het rijk uiteen, en Bohemen valt toe aan de nieuwe republiek
Tsjecho-Slowakije. De familie blijft Duits spreken.
Andreas trouwt met Hannelore, een verstandshuwelijk waar weinig liefde in
te bespeuren valt. Andreas wordt rentmeester op het landgoed van Sonnenberg en legt een schitterende tuin aan met een enorme varieteit aan
bomen. De tuin raakt zeer bekend tot ver over de landsgrenzen. Uit het huwelijk worden 3 zoons geboren, Friedrich, Benno en Wolfgang
(een tweeling) en een dochter Veronika. Wolfgang is een ziekelijk kind. Andreas
zit uren bij hem te waken en daardoor groeit de liefde van Andreas voor Wolfgang, Wolfgang wordt zijn favoriete kind. Na de Tweede Wereldoorlog
wordt het gezin de grens over gezet louter om het feit dat zij het gehate
Duits spreken. Andreas probeert er het beste van te maken en wordt rentmeester in Beieren. In hem blijft echter de heimwee naar de bossen
knagen.
Als Andreas Elisabeth, een operazangeres, ontmoet valt zijn liefde voor muziek en de Boheemse bossen samen. Zij bezit namelijk een
Bechstein, een vleugel gemaakt van hout uit de bossen rond Andreas'
geboortedorp. Want daar blijken de beste bomen ter wereld te groeien.De Bechstein heeft zij gekregen van een bewonderaar.
Hij beleeft enorm gelukkige jaren met Elisabeth. Na haar dood is de Bechstein zijn meest geliefde meubelstuk. Elisabeth en
moeder waren de enige die vonden dat Andreas kon spelen, vandaar zijn liefde voor de Bechstein?
Als Wolfgang hem vraagt naar Canada te komen grijpt hij, eenzaam als hij nu is, deze kans met beide handen aan. Daar kan hij een nieuw
leven opbouwen tussen de door hem zo geliefde bomen. Andreas neemt zijn enorme ervaring in het bosbeheer mee en begint langzaam allerlei
nieuwe soorten bomen tussen de sparren en dennen te planten en kweekt zo
een nieuw paradijselijk gebied. Maar Canada is hier niet in geïnteresseerd, de economie gaat voor en de kaalslag begint. Er zijn toch
genoeg bomen? Als Andreas protesteert, hij weet immers de gevolgen, wordt
hij gezien als een milieufanaat die je niet serieus moet nemen.....
Het verhaal is pakkend geschreven. Door middel van flashbacks kom je iedere keer een stukje meer van het leven van Andreas te weten. Het is
steeds een verrassend kruimeltje wat uitendelijk een geheel wordt. Andreas
was geen makkelijke man. Hard voor zichzelf maar ook hard voor zijn
omgeving. Zijn kinderen voelen een soort haat-liefde voor hem, uitgezonderd Wolfgang. Ook zowel fysiek als geestelijk is het een erg
sterke man. (hij lijkt op de zo door hem geliefde bomen) Tot op hoge leeftijd blijft hij zeer actief. Prachtig is de toch onvermijdelijke
aftakeling beschreven.
Het boek leest niet echt makkelijk, de flashbacks komen onverwacht en elke
keer moet je goed opletten waar en over wie het gaat. In het verhaal wordt
door de kinderen bepaalde zaken gesuggereerd maar deze worden niet
uitgewerkt. Je blijft met een aantal vragen zitten. Ik vond het wel een mooi verhaal, heb het met plezier gelezen, het is mooi geschreven maar
toch blijft er iets onbestemds hangen. De personages blijven vaag, gaan niet echt leven, er blijft een afstand. Ter Borg heeft er wel voor gezorgd
dat het verhaal blijft boeien door steeds iets toe te voegen wat je nieuwsgierig
maakt.
Wat
leuk om op deze manier naar dit boek te kijken. Zowel jouw verslag als
het vorige nodigen wel uit dit boek te gaan lezen ook al hebben jullie
allebei wel het een en ander aan kritiek. Ik ga zeker kijken of ze het
hier in de bibliotheek hebben.